‘Lange’ kinderen vaker te dik dan ‘korte’ kinderen
Kinderen tussen 5 en 14 jaar die groter zijn dan hun leeftijdsgenootjes hebben vaker een hoger BMI dan hun ‘kortere’ vriendjes.
“Hij zal er wel uitgroeien”, zeggen ouders vaak als hen gewezen wordt op hun mollige nazaat. Onderzoek wijst echter uit dat kinderen tussen 5 en 14 jaar die groter zijn dan hun leeftijdsgenootjes, ook veel vaker een hoger BMI hebben dan ‘kortere’ vriendjes.
Obesitas komt vier keer vaker voor bij ‘grote’ kinderen tussen 5 en 14 tot 15 jaar. Dat blijkt uit een onderzoek van de onderzoeksorganisatie TNO, samen met de Vrije Universiteit van Amsterdam en de Loughborough University. Het is de eerste keer dat er onderzoek wordt gedaan naar het verband tussen overgewicht en lengte.
Samenspel van genen en voeding
Uit dat onderzoek dat in 2009 werd uitgevoerd, blijkt nu dat iets meer dan één op de vier lange meisjes (27 procent) en 24 procent van de lange jongens overgewicht hadden. Bij kinderen met een kortere gestalte was dat slechts 7 procent bij meisjes en 6 procent bij jongens.
De onderzoekers denken dat het samenspel van genen en voeding aan de basis ligt van dit overgewicht. De resultaten van het onderzoek zijn erg belangrijk. Obesitas bij kinderen is immers een goede predictor van een te hoog BMI als volwassene. En een hoog BMI ligt aan de basis van heel wat gezondheidsproblemen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier