12/Immuuntherapie voor kanker
Wat?
Een nieuw idee is het niet, immuuntherapie voor de behandeling van kanker: meer dan honderd jaar geleden al kwam iemand op het idee om het afweersysteem van ons lichaam te stimuleren tot grotere activiteit tegen kankercellen. Maar pas sinds 2010 wordt de techniek courant gebruikt. 2016 werd het jaar van de grote doorbraak, met ernstige studies over de succesvolle behandeling van onder meer blaas-, long- en huidkanker door middel van immuuntherapie. ‘Eigenlijk gebruiken we een oude observatie om nieuwe wegen te bewandelen’, zegt geneticus Max Mazzone van de Leuvense tak aan het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB). ‘Maar we doen het wel gesofisticeerder dan vroeger. Toen werden er bacteriën ingezet om de afweer tegen kanker te stimuleren – wat vandaag nog gebeurt: er worden tbc-bacteriën gebruikt voor de behandeling van blaaskanker. Maar tegenwoordig steunt immuuntherapie vooral op de ontwikkeling van antilichamen die de T-cellen uit de afweer heel specifiek sturen in de strijd tegen welbepaalde ziekmakers. De techniek is goed op weg om de belangrijkste aanpak te worden voor de behandeling van verschillende types kanker.’
De meest ingenieuze aanpak steunt op het blokkeren van ‘immuuncheckpoints’. Ons lichaam gebruikt checkpoints om te vermijden dat de afweer massaal onze eigen cellen aanvalt, waardoor we ten onder zouden gaan aan een algemene versie van wat auto-immuunziekten heet. Kankercellen maken er gebruik van om zich te beschermen tegen aanvallen van het afweersysteem. Ze activeren de checkpoints in de cellen van het immuunsysteem, zodat die verlamd worden. Daardoor negeren de afweercellen de kankercellen, en kunnen die ongehinderd woekeren. Om dat proces te counteren, leggen wetenschappers de eiwitten van kankercellen die de checkpoints hinderen lam. Ze produceren daarvoor ‘monoklonale antistoffen’, die de communicatie tussen immuuncellen onderling en tussen immuuncellen en de cellen in hun omgeving zo moduleren dat de afweer op een adequate manier tegen de kankeraanval tekeergaat. Ze nemen dus de rempedalen weg die kankercellen induwen om zich tegen de afweer te beschermen. ‘Om te vermijden dat je met immuuntherapie je hele afweer tilt doet slaan, kun je de T-cellen uit het immuunsysteem genetisch zo bijsturen dat ze uitsluitend de kankercellen aanvallen die je ziek maken’, legt Mazzone uit. ‘Immuuntherapie laat toe de afweer te stimuleren in de strijd tegen kankercellen, maar uitsluitend tegen díé cellen. Anders zouden de neveneffecten groter kunnen zijn dan de winst die je boekt in de strijd tegen de ziekte. Kankercellen zijn trouwens heel inventief in het omzeilen van aanvallen door onze afweer.’
Hoe?
Het onderzoek van Mazzone en zijn team spitst zich toe op de verbetering van de mogelijkheden om T-cellen toe te laten hun werk efficiënt uit te voeren. ‘Je kunt T-cellen vergelijken met stieren die je een arena instuurt om een gevecht aan te gaan’, vertelt hij. ‘Het helpt als je ze de juiste voeding en energie geeft om hun taak uit te voeren. Een tumor is een snel groeiende entiteit die cellen tot de uitputting kan drijven en die veel afval produceert. Dat creëert een vijandige omgeving, die zelfs voor afweercellen toxisch is. Wij proberen de situatie op zo’n manier bij te sturen dat er geen onderdrukking meer is van de activiteit van T-cellen, zodat ze zich kunnen vermenigvuldigen en hun job naar behoren kunnen doen. Anders gezegd: we zorgen voor meer stieren in de arena met de juiste kracht om efficiënt te vechten.’
In andere omstandigheden moeten de onderzoekers de poorten naar de arena (de tumor) openen, zodat de stieren er binnen kunnen. Tumoren zijn er erg goed in om zich onzichtbaar te maken voor de vijand. Tegelijk moet je eiwitten die de afweer onderdrukken uit de arena kunnen weren. Zowel kanker als onze afweer is een complex systeem met heel wat controlemechanismen, die het niet makkelijk maken om in te grijpen zonder neveneffecten.
Waarom?
‘Immuuntherapie is de enige therapie die een reactie kan uitlokken waarmee je een tumor echt kunt uitschakelen’, zegt Mazzone. ‘Je wilt niet langer uitsluitend de ziekte controleren door een tumor af te remmen. Nee, je wilt genezen door een leger van afweercellen te creëren dat een tumor aanvalt en uitschakelt. Ik verwacht dat dit over vijf jaar de standaardtherapie voor kanker zal zijn – steeds meer farmaceutische bedrijven denken er net zo over. Het moet uit zijn met therapieën die een tumor toch ontsnappingskansen bieden, waardoor hij later weer kan woekeren. Immuuntherapie maakt het ook mogelijk om op een brede manier te werken, want je kunt het immuunsysteem in veel richtingen sturen. De toekomst zit in gecombineerde therapieën, je bewandelt verschillende wegen tegelijk zodat een tumor geen kans meer krijgt. Op dit moment is dat nog erg arbeidsintensief en zijn er nog te veel neveneffecten, maar dat zal verbeteren. Immuuntherapie zal de strijd tegen kanker een andere dimensie geven.’
De therapie wordt al twee decennia met succes gebruikt in de strijd tegen auto-immuunziekten en ontstekingsziekten zoals reumatoïde artritis en de ziekte van Crohn. De techniek kan ook ingezet worden in de strijd tegen allergieën. Voor die toepassingen moet de afweer wel gerémd worden en niet gestimuleerd zoals in de strijd tegen kanker, omdat deze ziektes het gevolg zijn van een overdreven reactie van het afweersysteem. De therapie steunt dan op het stimuleren van afweercellen die andere aanvalscellen uitschakelen. Er zijn ook al pogingen ondernomen om het afweersysteem te mobiliseren voor het opruimen van de plaques van amyloïdeiwitten in de hersenen, die verbonden zijn aan de ziekte van Alzheimer. Bij muizen werkt het goed, maar de eerste klinische tests bij mensen wijzen op mogelijk gevaarlijke neveneffecten, zoals kleine bloedingen in de hersenen.
Tekst DIRK DRAULANS, illustratie ZAZA
Immuuntherapie is goed op weg om de belangrijkste behandeling te worden voor verschillende types kanker.
‘Het moet uit zijn met therapieën die een tumor toch ontsnappingskansen bieden, waardoor hij later weer kan woekeren.’