Iedereen hovenier: de geest geniet mee

© iStock

Tuinieren is een heerlijke manier om gezond te blijven. Het zet je in beweging, doet stress verdampen en samen aan de slag gaan verstevigt de sociale banden.

Je houdt ervan of het zegt je niets: tuinwerk lijkt de mensheid in tweeën op te delen. Wie ervan houdt, krijgt er veel voor terug, want de effecten zijn vrij indrukwekkend en meetbaar. Tuiniers hebben bijvoorbeeld een beduidend lagere bloeddruk, een lagere hartslag, en er circuleren veel minder stresshormonen in hun bloed, terwijl hogere aantallen afweercellen een stevige verdediging vormen tegen ziektekiemen.

In de tuin is er altijd wel wat te doen, en de activiteiten zijn gevarieerd. Het maakt tuinwerk vaak aantrekkelijker dan fitnesstrainingen, die veel mensen als een monotone routineklus ervaren. Ook het inspanningsniveau verschilt. Zware taken zoals het aanleggen van plantbedden, spitten en aanvoeren van compost kun je afwisselen met lichtere taken zoals zaaien, wieden en snoeien. Soms sta of zit je lange tijd stil, op andere momenten ben je bijvoorbeeld aan de slag met een zware gemotoriseerde haagschaar.

Veel hangt natuurlijk af van de grootte van de tuin, maar wie tuiniert, komt al snel boven de minimale norm voor beweging van een half uur matig intensieve activiteit per dag.

Groen antidepressivum

De meeste tuiniers verbruiken tijdens hun tuinwerk tussen 2 en 5 maal meer dan in rust.

De geest geniet mee. Het directe lichamelijke contact van de handen met de grond en de planten, de spanning bij het opkomen van zaai- en plantgoed in de lente, de rijkdom van het oogstseizoen en de rustige meditatie bij herfst- en winterklussen bezorgt veel mensen een diep gevoel van verbondenheid met een onvatbaar groter geheel, dat dikwijls onbewust maar reëel aanwezig is.

Tegelijk brengen veel tuinklussen je hoofd tot rust. Een groentebedje wieden vraagt concentratie, anders heb je voor je het weet je piepjonge worteltjes weggeplukt. Ook bij het snoeien van rozen, een buxus of een fruitstruik moet je opletten, want anders loopt het mis. Het focust je zoals mindfulness op het hier en nu, en dat werkt voor veel mensen ontspannend. Zelfs als je gewoon op een tuinbank onder een boom zit, valt er altijd wel wat te bekijken: vogels die fluiten en af en aan vliegen, bloemen die wiegen in de wind, de groenten die blinken in hun bedjes. Het maakt je hoofd leeg en zorgt ervoor dat tuiniers aanzienlijk minder last hebben van depressies.

Sociale wortels

Volkstuintuiniers genieten blijkbaar nog meer van hun tuin dan andere tuiniers. Ze gaan minder naar de huisarts, zijn meer tevreden over hun leven en voelen zich vooral veel minder eenzaam, zo blijkt . Volkstuintjes lenen zich uitstekend voor sociale contacten, en de tuiniers zijn sterk gehecht aan hun lapje grond en het leven rondom. Ze vrezen dat de kwaliteit van hun leven aanzienlijk zou dalen als ze hun tuintje kwijt zouden raken.

Helaas verdwijnen er geregeld volkstuintjes. Een spijtige zaak, want met de veroudering van de bevolking in het achterhoofd openen ze interessante perspectieven voor de bevordering van de algemene levenskwaliteit en de gezondheid van deze bevolkingsgroep. Bejaarde volkstuiniers scoren op allerlei factoren veel beter dan hun leeftijdgenoten zonder tuintje.

Alleen maar voordelen

  • Stadsbewoners met een volkstuin halen vaker de beweegnorm.
  • EEN HALF UURTJE TUINIEREN VERLOST JE VAN HEEL WAT STRESS – alvast meer dan evenveel tijd met je neus in tijdschriften.
  • In de schooltuin presteren kinderen veel sneller op moeilijke tests dan in het klaslokaal.
  • TUINIEREN STIMULEERT DE MENTALE GEZONDHEID en beschermt tegen depressie.
  • TUINIERS HEBBEN EEN STERKERE HANDGREEP en hun fijne handmotoriek blijft langer goed.
  • Zeer actieve tuiniers verbruiken 40% meer energie dan rustige tuiniers of mensen zonder tuin.
  • ACTIVITEITEN ZOALS TUINIEREN VERLAGEN HET OVERLIJDENSRISICO door hart- en vaatproblemen met 30% .

Wie nu denkt dat volkstuintjes tot bejaardenreservaten uitgroeien, zit grondig fout. Volkstuintjes zijn weer helemaal hot onder het jonge hippe volkje, dat met nieuwe variaties als dakboerderijen en stadstuinen op verlaten industriële terreinen naar volwaardige alternatieven zoekt en daarbij vaak aansluiting vindt bij mensen in de buurt – bijvoorbeeld voor de collectieve groentekweek voor lokale initiatieven.

Aan het andere eind van het sociale spectrum zie je hoe jonge restaurateurs er hun imago mee pimpen van eerlijke voedselproductie en lokale duurzaamheid, en zo tegelijk aantonen dat het meer aan ons hart gaat dan we zelf vermoeden, ook al willen we er niet altijd onze handen aan vuilmaken.

Familiale banden

De combinatie van grootouders, een tuin en kleinkinderen blijkt verbazend goed te werken.

Schermjongeren die urenlang gebogen zitten over hun digitale navelstreng, zonder een spatje beweging: zo wordt de hedendaagse jeugd weggezet, helaas vaak terecht. Nochtans zijn zeker jonge kinderen makkelijk tot tuinactiviteit te verlokken. De fascinatie voor de zaadjes die de grond in gaan, de kleine sprietjes die na enkele dagen ongeduld eindelijk opkomen en daarna uitgroeien tot lekkere radijsjes lijkt onweerstaanbaar voor het kleine grut. Het wekt bovendien hun interesse voor andere groenten en draagt zelfs bij tot een gezonder voedingspatroon. Het eigen stukje tuin waar ze zich, met wat zachte ondersteuning, op kunnen uitleven, geeft hun ook een gevoel van verantwoordelijkheid en zelfrealisatie, zeker als het hele gezin daarna smakelijk geniet van bijvoorbeeld de verse erwtjes die het kind geoogst heeft.

Jonge kinderen zijn zeker makkelijk tot tuinactiviteit te verlokken. De fascinatie voor de zaadjes die de grond in gaan, de kleine sprietjes die na enkele dagen ongeduld eindelijk opkomen en daarna uitgroeien tot lekkere radijsjes lijkt onweerstaanbaar voor het kleine grut.
Jonge kinderen zijn zeker makkelijk tot tuinactiviteit te verlokken. De fascinatie voor de zaadjes die de grond in gaan, de kleine sprietjes die na enkele dagen ongeduld eindelijk opkomen en daarna uitgroeien tot lekkere radijsjes lijkt onweerstaanbaar voor het kleine grut. © ISTOCK

Tuinieren blijkt ook een uitstekende activiteit om familiale banden aan te halen. De combinatie van grootouders, een tuin en kleinkinderen blijkt verbazend goed te werken. Grootouders hebben vaak meer tijd dan de ouders, en terwijl ze rustig aan het werken zijn, hebben zowel de grootouders als de kinderen veel tijd en vrijheid om ernstige vragen te stellen of te beantwoorden, zonder onmiddellijk tot dwingende afspraken of engagementen te komen, iets wat met ouders vaker het geval is.

Energieverbruik

Bij de lichtste tuinwerkjes, zoals zaaien, planten aanbinden, lichte snoeiwerkjes, verbruik je minstens de helft meer energie dan in rust. Veel is het niet, maar het zet de spieren aan het werk, wat allerhande positieve effecten oplevert. De spieren zijn immers de aanjagers van de gezondheid.

De meeste tuiniers verbruiken tijdens hun tuinwerk tussen 2 en 5 maal meer dan in rust. Het is een mooi inspanningsniveau, dat je lange tijd kunt volhouden. Het energieverbruik komt ongeveer overeen met dat van een dagtocht waarop je flink doorstapt. Het blijft onder het niveau van sportactiviteiten, maar die hou je normaal gezien geen dag lang vol.

Bij zware klussen zoals spitten of een hoge tuinhaag snoeien met een haagschaar met motor schiet je energieverbruik op tot dat van sportniveau. Zo’n intensiteit kun je alleen volhouden als je goed getraind bent en als je het gewend bent zwaar tuinwerk te verrichten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content