‘Hulpverlening bij burn-out: het aanbod is groot, maar de wegwijzers ontbreken’
Marijn Sillis is freelancejournalist en auteur van het boek ‘Ik dacht dat ik wist wat burn-out was… tot ik er één kreeg’ (Pelckmans). Hij vraagt zich af waar in de hulpverlening mensen met burn-out het best terechtkomen.
Ruim twee jaar geleden schreef ik op deze plek het opiniestukje ‘Niemand vertelt je wat burn-out is, wanneer je ermee kampt.’ Ondertussen zijn we weer een hele tijd verder. Ik weet iets meer over (mijn) burn-out, maar zit nog steeds met vragen. Zoals: waar in de hulpverlening kom je het best terecht als je in een burn-out dondert? Het staat vast dat je hulp nodig hebt, maar aan wie vraag je die?
Omgekeerde trechter
Naar mijn gevoel is onze gezondheidszorg (nergens ter wereld vind je veel beter) als een soort van trechter. Toen ik met mijn constant ontstoken sinussen bij de huisarts terechtkwam, stuurde die me door naar de neus-keel-oorarts. Met mijn afwijkende leverwaarden ging ik van de huisarts naar de hepatoloog. Van breed naar smal, van algemeen naar specifiek. Maar toen ik de diagnose burn-out kreeg, leek die trechter plots omgedraaid. Van bij de huisarts werd ik de wijde wereld ingestuurd.
Moest ik meteen naar een psychiater of eerst naar een psycholoog? Welke psycholoog dan? Cognitieve gedragstherapie? EMDR? Systeemtherapie? Of iets anders? Ik zocht op de mensen in mijn buurt, maar zonder enige richting. En wat als de psychologen in de buurt allemaal volzet waren? Naar een therapeut dan maar? Of toch maar een coach? Een stress-expert, burn-outcoach of loopbaancoach? Een kinesist had ook gekund. Of een osteopaat. Of een hartcoherentiespecialist.
Of iemand die op basis van dode kippen mijn toekomst voorspelt? Als je dit landschap met de nodige onwetendheid en naïviteit betreedt, kan je bij de gekste mensen terechtkomen. Iemand met een fysiek letsel laten we toch ook niet op goed geluk langs privépraktijken waggelen?
Bomen snoeien?
Ik heb nooit zo diep gezeten als tijdens mijn burn-out – noch fysiek, noch emotioneel, noch cognitief. Ik wist amper wat me overkwam, wie ik nog was: hoe moest ik op dat moment weten waar ik naartoe moest? Er stond een prachtig bos vol hulp op me te wachten, maar welke boom moest ik kiezen? En waar stonden de wegwijzers?
Ik vind dit een ontzettend moeilijk stuk om te schrijven. Simpelweg omdat ik geloof dat er in onze geestelijke gezondheidszorg héél veel bekwame mensen zijn, die het beste willen. En omdat ik weet dat praten helpt, dat hulp zoeken loont. Ik wil dus niemand ontmoedigen en het al zeker niet afraden. Maar ik kan ook niet anders dan stellen dat het een verdomd moeilijke zoektocht is. Je gaat niet zomaar van psycholoog naar oplossing. Alleen al de juiste hulpverlener zoeken, is een opgave en zoektocht. En hoe komt dat?
Ben ik met de verkeerde ingesteldheid aan mijn zoektocht begonnen (misschien is onze gezondheidszorg geen trechter)? Misschien verwacht ik te veel? Of zijn er toch hiaten? Zit er toch ergens een tekort in het teveel, zoals psychiater en filosoof Damiaan Denys in zijn recente boek omschreef? Het is in deze tijden van wachtlijsten en mentale nood misschien niet de gemakkelijkste vraag, maar is er effectief té veel aanbod? Misschien moet het bos eerst gesnoeid worden? Of moet er eerst geïnvesteerd worden in duidelijke paden en wegmarkeringen voor er extra bomen geplant worden? Ik stel de vragen hardop, omdat ik de antwoorden ook niet weet.
Kwakzalvers
Het is trouwens niet eerlijk om een psychiater naast een burn-outcoach te zetten, zoals ik hierboven deed. Of om een psycholoog te vergelijken met een therapeut. De titels van coach of therapeut zijn niet beschermd. Als mijn eigen burn-outboek een beetje goed onthaald wordt, kan ik morgen een bordje tegen mijn raam plakken en mijn schrijftafel inruilen voor twee leren zetels. Da’s dan 60 euro per uur. Maar wie is daar in godsnaam mee gebaat (behalve ik)?
Wie even opzoekt op Google, vindt dat je op een week of een paar maanden avondlijke sessies jezelf tot burn-outcoach kan kronen. Ik ben nu al sinds 2017 met het monster aan het vechten en durf nog steeds niet te zeggen dat ik het helemaal begrijp. Kan zo’n coach dat op acht sessies? Sommigen wel, ongetwijfeld. Maar sommigen ook niet.
Ik geloof dat het merendeel van al die therapeuten en coaches geen kwakzalvers zijn. Maar hoe kan ik dat in godsnaam weten? En is hun opleiding – als die mensen geen voorgeschiedenis hebben – wel sterk genoeg om een complexe aandoening als burn-out te begeleiden?
5,5 miljoen euro voor…?
In dit recente nieuwsbericht lees ik dat onze Vivaldi-regering 5,5 miljoen euro wil investeren in de strijd tegen stress en burn-out. Minister Petra De Sutter (Groen) heeft het onder meer over de inzet van burn-outcoaches. Maar opnieuw: wie zijn die coaches? En ook: is dat wat we nodig hebben?
Ik weet het allemaal niet. Ik besef dat de ondertoon van mijn stuk soms wat cynisch is, maar uit de interviews met lotgenoten weet ik dat veel burn-outers met dezelfde vragen zitten. Ik heb de antwoorden zelf niet, maar vind dat deze vragen nog eens opgeworpen mogen worden.
Het herstel van burn-out gaat nooit snel. Maar als de weinige energie die er is, moet aangewend worden om zelf de juiste hulpverlener te vinden, duurt het alleen maar langer. Kunnen we dat eens bekijken? Met het werkveld, de politiek en ervaringsdeskundigen?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier