Annelies Bronckaers
‘Hoewel ze steeds meer slachtoffers maken, wordt te weinig geïnvesteerd in onderzoek naar beroertes’
‘Symptomen beter bekend maken, is geen overbodige luxe’, schrijft professor neurobiologie Annelies Bronckaers naar aanleiding van haar college voor de Universiteit Van Vlaanderen over hersenberoertes.
Weet u welke de grootste doodsoorzaken ter wereld zijn? De kans is groot dat uw antwoord kanker of hartfalen zal zijn. De kans is kleiner dat u dacht aan een hersenberoerte, toch? En toch, dit is één van de belangrijkste oorzaken van sterfte en invaliditeit wereldwijd. Maar liefst 16.9 miljoen mensen in de wereld krijgen jaarlijks te maken met deze aandoening. In België gaat het over 19.000 nieuwe gevallen, maar liefst 52 mensen per dag. Als je dan weet dat twintig procent van de patiënten overlijdt binnen de maand en bijna vijftig procent binnen het jaar, dan zie je meteen de ernst van het probleem.
Een hersenberoerte of in medische termen cerebrovasculair accident (CVA), komt voor wanneer de bloedvoorziening naar de hersenen plots geblokkeerd wordt. Dat kan twee verschillende oorzaken hebben. In 80% van de gevallen gebeurt een herseninfarct doordat de bloedtoevoer naar de hersenen geblokkeerd worden door een bloedklonter of een vernauwing van de aderen door cholesterolopeenhoping. In de andere 20 procent van de gevallen is het plotse openbarsten van een bloedvat in of rond de hersenen de oorzaak. In beide gevallen worden de hersenen dus niet meer voorzien van voldoende bloed waardoor de hersencellen of neuronen te weinig zuurstof krijgen en afsterven. De kern van het infarct, dat is de zone direct rond de blokkage, gaat onmiddellijk en onherroepelijk verloren. Daarrond ligt de ‘schaduwzone’ of penumbra, die bestaat uit neuronen die beschadigd zijn maar waarbij de schade nog omkeerbaar is. Naarmate de tijd vordert, zullen de neuronen in de schaduwzone ook afsterven, net zoals de kern. Deze cellen kunnen dus enkel gered worden indien je tijdig de therapie kan opstarten.
Hoewel ze steeds meer slachtoffers maken, wordt te weinig geïnvesteerd in onderzoek naar beroertes.
U leest het al ’tijdig’: daar wringt nu juist het schoentje. In het Engels is hiervoor een mooie uitspraak ‘Time is brain‘ en voor geen enkele neurologische aandoening past dat zo goed als bij een hersenberoerte. Strikt genomen is er een strak tijdskader van 4, 5 ( en soms 6) uur na het ontstaan van de klachten waarin de therapie moet worden opgestart . Dat betekent dat er niet veel tijd is om de patiënt naar het ziekenhuis te brengen, een diagnose vast te stellen, een hersenscan te nemen en de behandeling op te starten. En dan moet de patiënt soms ook nog doorverwezen worden naar een meer gespecialiseerd ziekenhuis omdat niet alle ziekenhuizen uitgerust zijn met een ‘stroke unit’, een afdeling waar patiënten met een beroerte snel kunnen worden behandeld door een multidisciplinair team van artsen, verpleegkundigen en andere zorgverstrekkers. Kortom, 4 uur is dus erg weinig tijd om dit allemaal te doen, time is brain dus. Maar helaas worden de symptomen van een beginnende hersenberoerte vaak slecht herkend waardoor patiënten te lang wachten om hulp in te roepen. Meestal gebeurt een hersenberoerte plots, zonder waarschuwing vooraf. Het is dus cruciaal om symptomen snel te herkennen en te handelen.
De drie meest voorkomende symptomen bij een beginnend infarct zijn: een scheve mond of aangezicht, een verlamde arm en verwarde spraak. U kan dit gemakkelijk onthouden door het woord FAST (face-arm-speech). Kijk, de ‘T’in het woord staat ook hier weer voor de tijd, want bij een hersenberoerte telt elke minuut, de tijd dringt.
Slechts enkelingen hebben het geluk om helemaal te herstellen, ondanks de grote inspanningen van onze gezondheidszorg.
Symptomen beter bekend maken, is dus geen overbodige luxe. Natuurlijk zou dit kunnen gebeuren door jaarlijks deze aandoening in de media te brengen op ‘wereld beroertedag’. Maar dat is één maal per jaar, daarom pleit ik ervoor om ook het onderwijs hier een rol in te laten spelen: neem het herkennen van deze symptomen op in de eindtermen van het secundair onderwijs. Hoewel EHBO in de eindtermen staat, is nog meer aandacht voor dit vak aangewezen. Want het kan levens redden, ook bij andere aandoeningen.
Zoals gezegd, een hersenberoerte is één van de grote doodsoorzaken. En wie het toch overleeft, één op de drie patiënten, houdt er een blijvende beperking aan over. Slechts enkelingen hebben het geluk om helemaal te herstellen, ondanks de grote inspanningen van onze gezondheidszorg. Nu bestaan de huidige behandelingen erin om de oorzaak van het herseninfarct, het bloedstolsel, zo snel mogelijk te verwijderen, enerzijds via medicatie (alteplase) toegediend via een infuus waardoor de bloedklonter oplost. Of door een chirurgische ingreep, een zogenaamde mechanische trombectomie, waarbij het bloedstolsel verwijderd wordt door een speciale katheder die via de lies in de bloedbaan is gebracht. Maar deze therapieën zijn dus enkel effectief wanneer ze op tijd toegediend worden en niet alle patiënten komen ervoor in aanmerking, want bij een grote populatie is de kans op desastreuze complicaties helaas te groot. Bovendien zijn deze behandelingen niet gericht op het herstellen van de verloren gegane hersencellen maar vermijden ze enkel dat de schade groter wordt. Er is dus een grote nood aan nieuwe en meer innovatieve therapieën.
Een herseninfarct is een zeer complex proces en meer wetenschappelijk onderzoek is cruciaal, want alleen zo vinden we nieuwe aangrijpingspunten voor medicijnen.
Onze hersenen zijn opgebouwd uit maar liefst 100 miljard neuronen die met elkaar communiceren via een complex netwerk van verbindingen. Dankzij baanbrekend wetenschappelijk onderzoek hebben we de voorbije decennia al inzicht gekregen in de manier waarop die massa zenuwcellen functioneren, verbindingen leggen en signalen aan elkaar doorgeven. Maar hoe de hersenen zich kunnen herstellen na een hersenberoerte, is helaas nog een groot mysterie. Het zuurstoftekort bij een hersenberoerte veroorzaakt een hele serie aan biochemische processen die op hun beurt ervoor zorgen dat een hele resem andere cellen, waaronder verschillende typen immuuncellen en hersensteuncellen, worden geactiveerd. Of deze cellen een positief effect hebben op het herstel na hersenschade of juist deze aandoening verergeren en welke moleculen erbij betrokken zijn, blijft nog een groot vraagteken.
Het mag duidelijk zijn. Een herseninfarct is dus een zeer complex proces en meer wetenschappelijk onderzoek is cruciaal, want alleen zo vinden we nieuwe aangrijpingspunten voor medicijnen. Maar helaas knelt ook hier het schoentje. Het nieuws dat farmareus Pfizer stopte met het onderzoek naar geneesmiddelen tegen Parkinson en Alzheimer, veroorzaakte in 2018 voor heel wat ophef. Wel, nog veel minder farmaceutische bedrijven en overheidsinitiatieven investeren in onderzoek naar hersenberoerte. Dat het onderzoek naar herseninfarct erg ondergefinancieerd is, zou gezien het groot aantal patiënten en enorme impact op onze gezondheidszorg ook minstens voor een even grote schokgolf moeten zorgen. Want door de toenemende vergrijzing zal het aantal gevallen van hersenberoerte alleen nog maar toenemen. Daarom dus deze urgente oproep naar meer investeringen voor wetenschappelijk onderzoek, want ook hiervoor dringt de tijd.
Professor neurobiologie Annelies Bronckaers aan de UHasselt doet onderzoek naar hersenberoertes, stamcellen uit de tand en angiogenese of bloedvatvorming.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier