Hoeveel vrienden kan je hebben?
Vriendschap is geen uniek menselijke eigenschap; ook veel diersoorten zoeken genegenheid bij elkaar. Maar wat zoeken we precies in vrienden?
Lange tijd werd gedacht dat vriendschap een zuiver menselijke eigenschap is, omdat je er keuzes voor moet maken die verstandelijke vermogens veronderstellen. Maar ook dieren blijken intense vriendschapsbanden te smeden, en dat vaker en bij meer diersoorten dan gedacht. De bewijzen stapelen zich op nu er eindelijk aandacht ontstaat voor het verschijnsel, dat wetenschappers nauwkeurig observeren en bestuderen met sociale experimenten.
In haar boeiende boek Het beest in ons , over seks en liefde bij mens en dier, brengt journaliste Dagmar van der Neut in een apart hoofdstuk over vriendschap bij dieren een aantal interessante verhalen en resultaten van studies ter sprake. Ze vertelt onder meer over een onderzoek aan de universiteit van Northampton in het Verenigd Koninkrijk. Daarbij werden koeien een half uur apart gezet, naast een willekeurige andere koe of naast hun beste vriendin. In het laatste gezelschap daalde hun hartslag en de hoeveelheid stresshormonen in het bloed. In het andere geval steeg het stressniveau. Van der Neut haalt ook verhalen aan van dieren die depressief gedrag gingen vertonen nadat ze gescheiden werden van het kameraadje waarmee ze al jaren omgingen. Ze trokken zich wekenlang terug uit de groep, wilden geen gezelschap van andere dieren en aten bijna niet meer. Allemaal tekenen die duidelijk op verdriet wijzen.
Paarden en koeien wrijven tegen elkaar aan
Bevriende dieren zoeken elkaar systematisch meer op. Ze houden elkaar ook in het oog en roepen soms als ze elkaar uit het oog verloren zijn. Maar dat is niet de enige aanwijzing voor kameraadschap. Paarden en koeien bijvoorbeeld wrijven geregeld tegen elkaar aan, leggen hun hoofd op de nek van een vriend(in), likken elkaar op plaatsen waar ze zelf moeilijk bij kunnen, enzovoort. Net als mensen investeren dieren in vriendschappen zonder op een onmiddellijke wederdienst te rekenen. Dieren herinneren zich ook hun vroegere makkers. Raven antwoorden bijvoorbeeld anders op de roep van vroegere groepsgenoten dan op die van onbekende soortgenoten.
Een trouwe vriendenkring levert ons gemiddeld een lagere bloeddruk en minder stress, depressies en overgewicht op.
Deze en zoveel andere bevindingen geven aan dat er sprake is van meer dan gewoon wat gezelschap. Toch twijfelen onderzoekers om bij dieren van vriendschap te spreken, want er zijn nog veel zaken onduidelijk. Lopen vriendschappen ook stuk bij dieren en wat veroorzaakt die breuk? Vormen koeien net zoals de mens kliekjes waarbij de vriendinnen van vriendinnen ook vriendinnen zijn? Maken pestkoppen vrienden of sluit het ene het andere uit? Stuk voor stuk interessante vragen.
Verhalen over roofdieren die tijdelijk vriendelijk omgaan met een prooidier, meestal een erg jong exemplaar, zijn de laatste tijd populair. Het is de vraag of je dergelijke tijdelijke bondgenootschappen tot vriendschap mag rekenen, ook omdat ze na een tijdje vaak dramatisch aflopen voor het prooidier. Dat neemt niet weg dat dieren die geen soortgenoten zijn toch soms intense en duurzame relaties voor jaren aangaan. Meestal gebeurt dat binnen een menselijke context, waarbij de dieren gedwongen binnen eenzelfde leefgebied verblijven. In natuurlijke omstandigheden blijven ze meestal binnen de grenzen opgelegd door hun soort, maar sommige dieren overschrijden die grenzen heel duidelijk. De vraag is wat deze dieren drijft en hoe ze met elkaar communiceren.
Gemiddeld hebben we slechts 5 echt goede vrienden, mensen met wie we intense contacten onderhouden en met wie we een hoge mate van vertrouwelijkheid en een wederzijds engagement van lange duur delen.
Vrienden ruiken lekkerder
Wij, mensen, denken dat we onze vrienden bewust kiezen of weigeren. Of dieren dat ook doen, is zeer de vraag. Er blijkt meer aan de hand te zijn, onder andere op genetisch vlak. Vrienden delen meer genetische variaties met elkaar dan gemiddeld in de bevolking. Hun graad van genetische gelijkheid komt overeen met die tussen 2 verre neven of nichten met gezamenlijke groot-groot-groot-grootouders.
De genen die ze het vaakst delen, hebben betrekking op het reukvermogen, wat maakt dat ze vaak dezelfde geuren aantrekkelijk vinden of net afstotelijk. Tegelijk blijken de immuunsystemen van vrienden genetisch sterk van elkaar te verschillen. Dat kunnen we interpreteren als een veiligheidsmechanisme dat het risico op wederzijdse besmettingen door een gevoeligheid voor dezelfde ziektekiemen helpt voorkomen. Heel opmerkelijk: vroeger onderzoek vond gelijksoortige resultaten bij partners in relaties. Er is dus misschien een grond voor het gezegde dat goede vrienden de beste garantie bieden op een geslaagd huwelijk.
Volgens sommige onderzoekers bestaat er een verband tussen de sterke gelijkenis in geurervaring en het grote contrast in afweersystemen. We zouden de verschillen in afweersystemen onbewust ruiken. De theorie werd nog niet bewezen, maar hij geeft samen met de andere elementen wel aan dat we vrienden niet zomaar toevallig of net beredeneerd kiezen.
Emotioneel vangnet
Ware vriendschap wordt gekenmerkt door wederkerigheid. Het lijkt zelfs een van de basisregels: als Rik een vriend is van Bob, dan hoort Bob ook een vriend te zijn van Rik. Maar in studies naar sociale relaties binnen gesloten eenheden zoals scholen en bedrijven duiken veel eenzijdige vriendschappen op. Lijstjes van vrienden blijken niet met elkaar overeen te komen en vaak komt de vriendschap slechts van één kant. Status speelt daarbij een belangrijke rol. Collega’s met een hogere hiërarchische orde worden geregeld als vriend genoteerd, terwijl het omgekeerde – onbeantwoorde vriendschappen met lager geplaatsten – zo goed als nooit voorkomt. Wederzijdse vriendschappen ontstaan vrijwel altijd tussen mensen van ongeveer dezelfde status.
Een netwerk van goede vrienden is veel meer dan een emotioneel vangnet voor als het slecht met ons gaat. Het levert ons ook heel concrete voordelen op. Sociaal isolement leidt bijvoorbeeld tot aanzienlijk lagere overlevingskansen (min 50 %), meer hart- en vaataandoeningen en besmettelijke ziekten, een kortere overlevingstijd na een diagnose van kanker, enzovoort. Een trouwe vriendenkring levert ons gemiddeld een lagere bloeddruk en minder stress, depressies en overgewicht op. Goede vrienden kunnen je tot betere leefgewoonten aanzetten, zoals een meer actief leven, alleen al omdat je er vaker op uit trekt om je vrienden te zien.
Overgewicht
Maar het effect kan ook andersom werken. De kans dat iemand overgewicht opstapelt, bijvoorbeeld, neemt aanzienlijk toe als vrienden eveneens in die richting evolueren. Een beduidend verschil in body mass index leidt bijvoorbeeld meer tot het verbreken van vriendschapsbanden, wat ook betekent dat mensen met overgewicht langer vrienden blijven en elkaars slechte voedings-gewoonten kunnen versterken. Eenzelfde tendens tekent zich af bij rokers, die zich steeds meer uitgesloten voelen, naar de rand van hun sociaal netwerk verschuiven en in een tegenreactie elkaars gezelschap lijken op te zoeken als een vorm van wederzijdse steun.
Goede vriendschapsbanden zijn een bonus op het werk. Ze maken je gelukkiger, creatiever, productiever en minder gestrest. Door de individualisering van de wereld lijken we bovendien steeds meer belang te hechten aan vriendschappen op het werk. Je brengt veel tijd met elkaar door en krijgt dus veel gelegenheid om elkaar goed te leren kennen.
Dat houdt ook risico’s in, want werk is een vrijwillige keuze, je collega’s zijn dat niet. Die komen als een verrassingspakket mee met het contract. Vrienden op het werk behoren dan ook tot een andere categorie dan je normale vriendenkring. Je functioneert vaak in een hiërarchische structuur, waardoor er niet noodzakelijk een gelijke basis is.
Collega die baas wordt
Afscheidnemende collega’s beloven elkaar graag dat ze contact zullen houden, maar vaak verwatert dat snel, zeker als blijkt dat het werk zowat het enige was wat ze deelden
Bovendien kan een collega plots je baas worden en dat kan stevig inhakken op de vriendschapsbanden. Je baas kan nieuwe richtlijnen en doelstellingen opleggen en daarover minder overleggen dan je op basis van je vroegere vriendschap zou verwachten. Aan de andere kant kunnen collega’s je afrekenen op je vriendschap met de baas en vermoedens van privileges.
Als een vriendschap op het werk op goede wederzijdse verstandhouding en steun uitdraait, is dat mooi meegenomen, maar het risico bestaat dat persoonlijke gegevens tegen je uitgespeeld worden. Het is ook niet zonder gevaar op een duurzame band te rekenen, want als werknemer ben je nu eenmaal afhankelijk van de beslissingen van je werkgever. Je kunt bijvoorbeeld overgeplaatst of ontslagen worden. Afscheidnemende collega’s beloven elkaar graag dat ze contact zullen houden, maar vaak verwatert dat snel, zeker als blijkt dat het werk zowat het enige was wat ze deelden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier