Hoe veilig is het om als gezonde vrijwilliger deel te nemen aan een klinische studie?
Als vrijwilliger deelnemen aan klinische studies? Waarom zou je het doen? Een antwoord op al je vragen.
Alleen de moleculen die in een geneesmiddelenonderzoek als meest beloftevol uit de tests op cellen en levende proefdieren komen, worden doorgestuurd voor proeven bij de mens. Onder ‘meest beloftevol’ mag je verstaan: ‘veilig genoeg bevonden om bij mensen te testen en met een goede rationale voor de werkzaamheid bij de mens’.
Alvorens de tests bij de mens mogen starten, moet de studieopdrachtgever groen licht krijgen van twee onafhankelijke instanties: het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) en het ethisch comité. Terwijl het FAGG op het studiegeneesmiddel inzoomt, buigt het ethisch comité zich over alles wat de proefpersonen aangaat: of de studie wel relevant is, bijvoorbeeld, en of het haalbaar en aanvaardbaar is wat van de vrijwilligers wordt verwacht.
Geven beide instanties hun fiat, dan mogen vrijwilligers worden gerekruteerd. Dat gebeurt ook in de Clinical Pharmacology Unit (CPU) van Janssen Pharmaceutica, bij het Jan Palfijn-ziekenhuis in Merksem, waar sinds de jaren 70 fase 1-studies lopen.
Hoe word je proefpersoon?
Ben je ouder dan 18 en overweeg je om je kandidaat te stellen als proefpersoon voor klinische studies in de Janssen Clinical Pharmacology Unit? Surf dan naar www.cpu.beof mail naar cpu@its.jnj.com
Strenge selectie
‘Niet iedereen kan zomaar deelnemen aan klinische studies’, vertelt klinisch farmacoloog en afdelingshoofd Maikel Raghoebar. ‘Vooreerst zijn er de criteria die in het studieprotocol zijn vastgelegd. Soms worden bijvoorbeeld alleen mannelijke vrijwilligers toegelaten. Een reden daarvoor kan zijn dat het toxicologisch onderzoek naar eventuele effecten op de voortplanting nog niet is afgerond. Vrouwen zijn onder meer gevoeliger voor effecten op de geslachtscellen, omdat zij het moeten stellen met de eicellen waarmee ze zijn geboren, terwijl mannen continu nieuwe zaadcellen aanmaken.’
Daarnaast zijn ook medische vooronderzoeken beslissend in de selectieprocedure. ‘Geschikt zijn voor ons onderzoek betekent ook dat je met jouw medische voorgeschiedenis en jouw huidige gezondheidstoestand veilig kunt deelnemen’, legt Raghoebar uit.
Wie in een fase 1-studie wordt opgenomen, moet meestal voor de ganse duur ervan in het onderzoekscentrum verblijven. Afhankelijk van het studieprotocol gaat dat van 1 dag tot ruim een maand. ‘We willen je nauwlettend en continu kunnen opvolgen, in het belang van ons onderzoek én van jouw veiligheid’, legt Raghoebar uit. Verpleegkundigen Daniëlle Roef en Linda Demeyer illustreren dat met enkele concrete risicobeperkende maatregelen.
Haviksogen
‘In ons onderzoekscentrum zijn 24 uur per dag en 7 dagen per week verpleegkundigen aanwezig’, gaat Daniëlle Roef van start. ‘Bij een dosering is er altijd een arts in huis. En altijd kijkt een tweede verpleegkundige mee: of het juiste studiegeneesmiddel op het juiste ogenblik aan de juiste vrijwilliger wordt toegediend. In de eerstvolgende uren moeten de vrijwilligers het bed houden. Met allerlei meetapparatuur en de afname van lichaamsstalen worden lichaamsfuncties gemonitord. Ook observeren we de vrijwilligers nauwgezet en bevragen we hen regelmatig over hoe ze zich voelen. Voortdurend speuren we, samen met de artsen en labmedewerkers, naar onverwachte en ernstige effecten.’
‘En merken we zulke effecten zelfs maar bij één vrijwilliger op, dan wordt de dosering meteen stopgezet’, gaat Linda Demeyer voort. ‘Het studieteam evalueert dan wat er moet gebeuren. Ook houden we, als dat bestaat, een antidotum of ’tegengif’ bij de hand.’
‘Onze artsen zijn getraind in ‘advanced life support”, merkt Roef nog op. ‘En iedereen van de unit, van poetsvrouw tot directeur, volgt jaarlijks verplicht de ‘basic life support’-training om zich te oefenen in reanimeren, met en zonder automatische externe defibrillator. Bij een medische urgentie mogen we overigens altijd een beroep doen op het MUG-team van het Jan Palfijn-ziekenhuis. Dat team staat hier zo nodig binnen 3 minuten.’
Eerste patiënten
‘Terwijl een studie al loopt kan het ethisch comité ons nog altijd blijven toetsen’, vertelt Raghoebar. ‘Ook de Data Safety & Monitoring Board kijkt regelmatig mee. Die adviserende raad bestaat uit experts van binnen en soms ook buiten Janssen Pharmaceutica. Met hen overleggen we bijvoorbeeld of we na verloop van tijd, op basis van de verzamelde data, de dosis veilig kunnen opdrijven. Uiteraard willen we onder meer nagaan hoe goed het studiegeneesmiddel bij oplopende doses wordt verdragen. Maar altijd blijft de veiligheid van de vrijwilligers onze topprioriteit.’
Bij gezonde vrijwilligers kun je uiteraard nog niet nagaan of het studiegeneesmiddel als behandeling ‘aanslaat’. Dat kan alleen bij patiënten en gebeurt uitgebreid in fase 2 en 3 van het klinisch onderzoek. ‘Maar steeds vaker testen we, naar het einde van fase 1 toe, ook al bij enkele patiënten’, vertelt Raghoebar. ‘Om al te kijken naar het effect van het studiegeneesmiddel op biomarkers – meetbare biologische kenmerken – voor hun ziekte. Het bloedsuikergehalte is bijvoorbeeld een biomarker voor diabetes, omdat dat gehalte bij deze ziekte verstoord is. Zo krijgen we al enig idee van de werkzaamheid van het studiegeneesmiddel, en uiteraard ook van de veiligheid ervan bij patiënten. Hopelijk kunnen we op die manier de globale ontwikkelingskosten en dus ook de marktprijs van geneesmiddelen helpen drukken.’
Ik verdien er wat mee bij en help de wetenschap vooruit.
Michael (42) nam in de afgelopen 14 jaar jaarlijks deel aan gemiddeld 2 klinische studies in de Clinical Pharmacology Unit van Janssen Pharmaceutica. Peter (47) doet dat met dezelfde frequentie al zo’n 11 jaar.
Veel van hun verlofdagen gaan eraan op. ‘Maar ik verdien er wat mee bij en help de wetenschap vooruit’, vertelt Michael, die in het dagelijkse leven hoofdinspecteur bij de federale politie is. ‘Voor mij speelt ook nog iets anders’, vult Peter, ploegcoach bij een chemiebedrijf, aan. ‘Mijn moeder en zus kregen borstkanker en mijn vader stierf aan verwikkelingen van de ziekte van Parkinson. Dat ik kan bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen geeft me een goed gevoel.’
Stoelgang collecteren
Wat ze in de studies moesten ondergaan, bleek tot nu toe mee te vallen. ‘Natuurlijk zijn prikken niet aangenaam en is het wat lastiger douchen met meetapparatuur op je lichaam’, vertelt Peter. ‘Ook is het wat omslachtiger om naar het toilet te gaan als je je urine of stoelgang moet collecteren.’ Ernstige bijwerkingen hebben ze geen van beiden al ervaren. ‘Hooguit een duizelig, misselijk of suf gevoel kort na de dosering’, vertelt Michael. ‘Op die studie met een verdovingsmiddel na. Toen was ik enkele uren flink onder de voet.’
Yoga
Dat ze elke studie even gezond verlieten als aanvingen, daar zijn ze gerust op. ‘Want voor en na word je heel grondig onderzocht’, vertelt Michael. ‘En tijdens de studie volgen ze je heel nauwgezet op.’
‘Ook mag je om veiligheidsredenen het onderzoekscentrum niet verlaten en geen bezoek ontvangen’, vult Peter aan. ‘Heel begrijpelijk maar wel lastig.’
‘Wat ook vervelend is: je mag niet sporten, op yoga na’, lacht Michael. ‘Gelukkig is er een ontspanningsruimte met pooltafel en multimedia. En niet onbelangrijk: het eten is lekker.’
Dossier: deelnemen aan klinische studies
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier