Hoe proper is het vlees op ons bord?

De maximale waarden voor antibioticaresten houden rekening met het risico voor de consument. © istock
Carine Maillard Freelancejournalist

Het overmatige gebruik van antibiotica heeft de poort geopend naar steeds meer resistente bacteriën, waarvan sommige levensbedreigend zijn. In welke mate draagt de industriële veeteelt daartoe bij? Het voedselagentschap stelt gerust. ‘Vlees en vis die de antibioticanormen overschrijden komen Europa niet binnen, net zomin als chloorkippen en hormonenvlees.’

Ons jarenlange foute gebruik van antibiotica heeft zware gevolgen. Een dodentol van 25.000 mensen per jaar in Europa is niets om licht overheen te stappen. Hoog tijd dus om het probleem grondig aan te pakken. Dat is wat de Europese Unie doet met het programma One Health. ‘Het actieplan heeft als doel de antibioticaresistentie bij mens en dier te bestrijden via een globale aanpak’, stelt Jean-François Heymans, directeur dierengezondheid van het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV). Het voedselagentschap maakt zo eindelijk werk van een prioriteit waar de Wereldgezondheidsraad al sinds 2011 op aandringt.

De nieuwe Europese richtlijnen stellen onder meer dat veeartsen voor dieren bestemd voor de voedselproductie alleen nog antibiotica mogen voorschrijven of leveren die goedgekeurd werden door de Europese autoriteiten. Een andere richtlijn bepaalt dat het vlees na de slacht de maximale norm voor antibioticaresidu’s niet mag overschrijden. Behandelde dieren worden een poosje apart gezet voor ze geslacht mogen worden. De maximale waarden voor antibioticaresten houden rekening met het risico voor de consument, zelfs bij een gecumuleerde dagelijkse consumptie van 1,5 liter melk, 100 gram eieren en 300 gram vlees die elk de maximaal toegelaten hoeveelheid residu bevatten.

Soms is het preventieve gebruik van antibiotica toegelaten, wat enigszins dubbelzinnig is.

Het FAVV voert jaarlijks onaangekondigde controles uit in slachthuizen en boerderijen. De resultaten zijn op dit moment uitstekend. Het FAVV controleert ook ingevoerd vlees. De antibioticaresten die we via consumptie van dierlijke producten toch opnemen, zijn bijgevolg minimaal.

Zelfregulering

De Europese Unie verbiedt ook het gebruik van antibiotica als groeistimulator, ook al blijft die praktijk in landen buiten de EU nog gangbaar. Voor het bestrijden van infecties die zijn vastgelegd in een lijst laat Europa nog wel antibiotica toe. Soms is het preventieve gebruik van antibiotica toegelaten, wat enigszins dubbelzinnig is.

Toch mogen we niet te pessimistisch zijn, vindt Heymans. ‘Tot in 2016 rekende ons land op een zekere mate van zelfregulering bij veeartsen en veetelers, maar dat werkte niet goed. Om de beoogde daling met 50 procent tegen 2020 te halen, was een versnelling nodig. In 2012 werd daarom het kenniscentrum AMCRA opgericht, een samenwerkingsverband van het FAVV, het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) en vertegenwoordigers van veetelers en veeartsen, de producenten van diervoeding, de farmaceutische industrie en specialisten van diverse universiteiten. Het doel is maatregelen uit te werken om de vooropgestelde afname te realiseren met een maximale betrokkenheid en responsabilisering van alle partijen.’

Een overdracht van resistente bacteriën naar de mens via de voeding is volgens het FAVV zeldzaam.

In 2016 werd in ons land een nieuwe wetgeving van kracht. De prioriteit waren de zogenaamde kritische antibiotica, die bij de mens als laatste redmiddel ingezet worden en daarom van cruciaal belang zijn. De vrees bestaat dat resistente bacteriën van dier naar mens kunnen overstappen. Het gebruik van de kritische antibiotica wordt daarom met bijkomende voorwaarden extra ingeperkt. Het goede nieuws is dat kwekers en veeartsen de adviezen opvolgen. In 2016 lag het algemene gebruik van antibiotica 5 procent lager dan in 2015 en 20 procent lager dan in 2011. Dat van de kritische antibiotica is tussen 2015 en 2016 zelfs al met 53 procent afgenomen, met een zeer snel effect op de resistentie bij de bacteriën.

Pangasius

Door het directe contact met de dieren en hun omgeving loopt een varkenskweker een 10 maal groter risico om geïnfecteerd te worden door een resistente bacterie dan de rest van de bevolking. Maar een overdracht van resistente bacteriën naar de mens via de voeding is volgens het FAVV zeldzaam, onder andere omdat veetelers en slachthuizen er alles aan doen om de aanwezigheid van zulke bacteriën in hun omgeving te voorkomen. Bovendien is de kans klein dat resistentie salmonella- of campylobacterstammen de gezonde darmflora bij de mens beïnvloeden. De specifieke vermelding van deze bacteriën is belangrijk, omdat zij het gemakkelijkst overgedragen worden op de mens via voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong.

‘Vlees en vis die de antibioticanormen overschrijden komen Europa niet binnen, net zomin als chloorkippen en hormonenvlees.’

Jean-Franu0026#xE7;ois Heymans, FAVV

Ook over vis stellen mensen zich vragen. Het voer van de in Azië gekweekte pangasius zit tjokvol antibiotica. Het FAVV ziet geen gevaar, want voor de vis naar Europa vertrekt, wordt hij getest om na te gaan of hij voldoet aan de normen. Hetzelfde geldt voor het vlees vanuit Amerika, stelt Heymans. ‘Wij zijn niet van zins onze normen te laten zakken. De inzet is te belangrijk. Dat vlees komt Europa niet binnen, net zomin als chloorkippen en hormonenvlees.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content