Haarverlies is de meest gevreesde nevenwerking van chemotherapie. Sommige chemotherapeutica tasten de sneldelende haarwortels aan, waardoor het haar dunner wordt of tijdelijk uitvalt.
De nevenwerking treedt trouwens niet alleen op het hoofd op, maar over het hele lichaam. Armen en benen worden ineens prachtig glad wat raar kan aanvoelen, onder de lakens bijvoorbeeld. Soms verdwijnen ook wimpers, wenkbrauwen, oksel- en schaamhaar. Na de eerste chemokuur valt het meestal nog allemaal mee en zit het haar er gewoonlijk nog stevig op. Tot de hoofdhuid zo’n 2 weken na de eerste toediening begint te jeuken. ’s Morgens ligt het hoofdkussen vol en bij het kammen komen er opvallend meer haren mee. Wees dan extra voorzichtig bij de verzorging van je haar. Was het met lauw water, gebruik een milde shampoo en een crèmespoeling. Dep het voorzichtig droog en gebruik enkel nog een zeer zachte borstel of een kam met ver uit elkaar staande tanden. Begin onderaan te kammen en eindig bovenaan.
Plukken
Het haarverlies kan je op geen enkele manier tegenhouden. Geleidelijk verschijnen er toch kale plekken op het hoofd. Grote plukken haar verliezen maakt mensen erg emotioneel. Je kapsel is een stuk van je identiteit. Van dat kapsel blijft op zeker moment enkel een ‘rattige’ restant over. Wanneer je je haren het in een korte tijdsspanne verliest, raak je altijd overstuur. Gevoelens van boosheid, verdriet, schaamte, wanhoop en angst steken de kop op. Ook de omgeving voelt zich vaak radeloos. Vanaf nu wordt iedereen met de ziekte geconfronteerd.
Knippen of niet
Nogal wat patiënten laten hun haar knippen, om het verlies zo lang mogelijk te verbergen. Vooral vrouwen met lange haren. Knippen heeft nog andere voordelen: de uitvallende haren zijn minder zichtbaar, wat het opruimen minder pijnlijk maakt. Ook de overgang naar het kale hoofd is minder bruusk. Zodra de kale plekken duidelijk zichtbaar worden, zullen de meeste mensen hun hoofd kaal scheren. Bij vrouwen gaat dat doorgaans met heftige gevoelens gepaard. Huilen is heel normaal wanneer de laatste restjes kapsel verdwijnen. Wie een weelderige haardos gewoon is, zal het blote hoofd geregeld als onaangenaam en koud ervaren.
Pruik of sjaal
Pruik, sjaaltjes, mutsen en petjes brengen een oplossing. Sjaaltjes laten je toe af te wisselen en je kan ze op ontelbare manieren knopen: op het internet vind je een massa websites met video’s die je tonen hoe. Verkies je een pruik, dan laat je die best al aanmeten bij het begin van de chemotherapie. In een vroeg stadium krijgt een pruikenmaker bovendien een beter idee over wie je bent en wat je staat, omdat je je kapsel dan nog hebt. Bovendien beschik je over je pruik vooraleer je kaal wordt, waardoor je de moeilijke periode van kaal worden beter overbruggen kan. Een goede pruik ziet er overigens heel natuurlijk uit. Het ziekenfonds betaalt een deel van de kosten van de pruik terug. Daarvoor heb je een attest nodig van je behandelende arts.
Alles komt terug
Haaruitval tengevolge van een chemokuur is altijd tijdelijk. Ongeveer 6 weken na het beëindigen van de laatste behandeling begint het haar terug te groeien, maar het kan ook een paar maanden op zich laten wachten. De eerste haartjes voelen donzig aan en wanneer ze groeien neemt de haardos verschillende kleuren aan. Nadien krijg je je normale haarkleur terug. Het nieuwe haar kan anders van structuur zijn. Het kan krullend zijn in plaats van stijl en omgekeerd. Maar ook dit is niet blijvend.
Kleuren en permanenten is geen probleem. Je haar is niet gevoeliger dan voor de behandeling.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier