Hoe moeilijker de patiënt, hoe meer kans op foute diagnose
Of waarom u het de dokter best niet al te lastig maakt. Maar wat is lastig? Er zijn 5 elementen.
Een ‘lastige’ patiënt zorg zelf voor een erg vervelend neveneffect: door zijn moeilijk gedrag loopt hij het risico dat de arts wordt afgeleid en dat hij een foute diagnose maakt. Dat is zeker het geval bij complexe aandoeningen, wijst een studie van het Nederlandse Erasmus MC uit.
Die studie werd gepubliceerd in het gerenommeerde BMJ Quality & Safety. Daaruit blijkt dat een arts die afgeleid wordt omdat de patiënt vervelend doet, zijn concentratie verliest en eigenlijk zijn werk als medicus minder goed uitvoert. Het gaat dan om het verzamelen en het beoordelen van medische gegevens en het stellen van een bijhorende, correcte diagnose.
Maar wat is een ‘moeilijke’ patiënt? Dokter Silvia Mamede en professor Henk Schmidt onderscheiden vijf elementen.
Het gaat om patiënten die
- zich in de spreekkamer agressief gedragen,
- de competentie van de arts in vraag stellen,
- zijn advies niet opvolgen,
- patiënten die ervan uitgaan dat de arts hen niet ernstig zal nemen en
- patiënten die zich opvallend hulpeloos opstellen.
Vervelende versus neutrale patiënt
Bij dit onderzoek kregen 60 huisartsen een aantal medische scenario’s voorgelegd waarin nu eens wel en dan weer geen vervelend gedrag in was verwerkt. In elk scenario zat de medische voorgeschiedenis van de patiënt, de symptomen en de conclusies van het fysieke onderzoek. De klachten waren gelijk, maar het gedrag van de patiënt niet.
Bij moeilijke patiënten met een complexe aandoening bleek de kans op een foute diagnose 42 procent groter dan bij een neutrale patiënt. Zelfs bij een eenvoudige aandoening steeg de kans op een foute diagnose met 6 procent. De artsen bleken zich nadien vooral het gedrag van de moeilijke patiënten te herinneren en niet hun klacht of hun symptoom.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier