Hoe een vezelrijk dieet ons met het prikkelbaredarmsyndroom opzadelt
Alsmaar meer mensen kampen met het prikkelbaredarmsyndroom. Wat houdt dat precies in? Hoe ontstaat de ziekte? En worden vezels, gluten en lactose terecht of onterecht met de vinger gewezen? Gastro-enteroloog Danny De Looze schept klaarheid.
Ongeveer 1 op de 5 Belgen lijdt aan het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) of irritable bowel syndrome (IBS), een aandoening met een versnelde of vertraagde darmtransit en darmen die overgevoelig reageren op uitrekking of uitzetting.
‘Volgens de allerlaatste definitie moet je minstens 3 maanden klachten hebben’, vertelt professor Danny De Looze, kliniekhoofd van de dienst maag-, darm- en leverziekten in UZ Gent. ‘Het meest kenmerkend is de buikpijn, die na de stoelgang verbetert. Ook typisch is het stoelgangpatroon dat in vorm of frequentie is verstoord. Sommige patiënten hebben vooral last van diarree, andere van obstipatie, en nog andere van afwisselend diarree en obstipatie. Velen kampen met rommelingen, winderigheid en een opgeblazen gevoel dat met een zichtbare opzetting van de buik gepaard kan gaan. Ook typisch is de plotse aandrang, meteen na het eten of tijdens het sporten, waarbij je hooguit enkele minuten hebt om tijdig een toilet te vinden. Niet verwonderlijk dus dat PDS je danig wat stress kan bezorgen. En helaas kan stress de gevoeligheid van je darmen en dus ook je darmklachten nog verergeren.’
Complex samenspel
PDS duikt doorgaans op de leeftijd van 20 jaar op en treft iets meer vrouwen dan mannen. Een aanwijsbare oorzaak voor hun klachten is er niet, in tegenstelling tot bij patiënten met de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa bijvoorbeeld, wier klachten samengaan met opstoten van darmontstekingen. Een genetische aanleg speelt mogelijk mee bij de ontwikkeling van PDS. Ook blijkt uit onderzoek dat 20 tot 25% van de mensen met PDS de ziekte kreeg na een acute maag-darmontsteking of voedselvergiftiging. ‘Veel patiënten met PDS blijken ook een licht ontstoken darmwand te hebben’, vult De Looze aan. ‘En misschien is hun darmwand beter doorlaatbaar voor bacteriën, die zich tussen de darmwandcellen friemelen. Wat tot allerlei reacties leidt, waarbij onder meer histamine wordt vrijgezet, een signaalstof die ook een sleutelrol speelt bij allergieën. Gestoeld op die hypothese wordt onderzocht of PDS-patiënten baat hebben bij een antihistaminicum en een dieet dat zorgt voor minder histaminevrijstelling in de darmen.’
‘Maar als je bereid bent je voeding wat aan te passen, kun je vooralsnog beter op iets anders focussen’, benadrukt De Looze. ‘Want wat we wel zeker weten, is dit: pijn in de darmen komt bijna altijd voort uit uitrekking van de darmen. Bij uitrekking denken mensen vaak spontaan aan een gezwel. En bij symptomen die daar mogelijk op wijzen, onderzoeken we dat uiteraard. Maar onze darmen worden veel vaker heel eenvoudig uitgerekt door gassen. Die ontstaan voornamelijk als bijproduct tijdens de fermentatie of vergisting van voedingsstoffen, en vooral van voedingsvezels.’
Vezels in het vizier
Voedingsvezels worden ingedeeld in oplosbare en niet-oplosbare voedingsvezels. Graanproducten, groente en fruit kunnen beide typen bevatten. Niet-oplosbare voedingsvezels, die we vooral in volle graan- en volkorenproducten terugvinden, lossen niet op in het vocht van het maag-darmkanaal, maar houden dat vocht wel goed vast. ‘Ze doen dus de boel goed schuiven, op voorwaarde dat je voldoende drinkt’, benadrukt De Looze.
Oplosbare voedingsvezels daarentegen worden door de bacteriën, die in de dikke darm welig tieren, gefermenteerd of vergist. Hierbij komen allerlei nuttige producten vrij. ‘Maar helaas ook gassen, die druk op de darm zetten’, zegt De Looze. ‘Voor mensen met PDS is er dus een vervelende keerzijde aan vezels, die uiteraard ook veel goede eigenschappen hebben. Dat vezels je helpen beschermen tegen allerlei aandoeningen, waaronder darmkanker, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten is inmiddels een wijdverspreide boodschap. Veel mensen zijn daardoor ook vezelrijker gaan eten. Maar dat is wellicht ook een van de verklaringen waarom we alsmaar meer mensen met PDS zien.’
‘Vraag als PDS-patiënt aan je arts of diëtist hoe je niet al te vezelrijk, maar toch nog gezond en gevarieerd kunt eten’, adviseert De Looze. ‘Dat levert doorgaans al een flinke verbetering op en is voor veel patiënten haalbaarder dan, én even effectief als, het zogenaamde laag-FODMAP-dieet. In dat dieet ga je behalve de fermenteerbare voedingsvezels ook alle andere fermenteerbare koolhydraten schrappen, om ze vervolgens weer stapsgewijs te introduceren en op die manier de ‘boosdoeners’ te identificeren.’
Glutenvrij: heilzaam of hype?
‘Bij de bespreking van hun voedingspatroon vertellen hoe langer hoe meer PDS-patiënten dat ze al een tijd glutenvrij eten’, merkt De Looze op. ‘Dat ze zich daar beter door voelen, wil ik best geloven. Want gluten zijn eiwitten die in bepaalde graansoorten voorkomen. Door glutenvrij te eten krijgen deze patiënten dus automatisch minder fermenteerbare voedingsvezels binnen. Maar het zijn dus de vezels en niet de gluten die ze minder goed verdragen. En ze hoeven dus ook helemaal niet strikt glutenvrij te eten. Wat toch belangrijk is om te beseffen, want dat betekent bijvoorbeeld dat je gerust op restaurant kunt, zolang je maar van het broodmandje af blijft. Tenzij uit gedegen bloedonderzoek blijkt dat je echt glutenintolerant bent, natuurlijk. In dat geval moet je wel strikt glutenvrij eten. Niet alleen om darmklachten, meteen na het eten van gluten, te voorkomen. Maar ook om ernstige verwikkelingen op langere termijn, zoals ondervoeding of vervroegde botontkalking, te voorkomen. Bij echte glutenintolerantie, ook coeliakie genoemd, gaat je afweersysteem op gluten reageren met een reactie die je darmwand beschadigt.’
Doseren
Dat veel mensen met PDS aangeven dat ze ook melkproducten minder goed verdragen verwondert De Looze evenmin. ‘En nee, zij hebben niet allemaal een tekort aan het enzym lactase, dat nodig is om lactose of melksuiker in de dunne darm af te breken. Dat ze lactose minder goed verteren heeft vaak een andere reden. Een deel van de PDS-patiënten heeft een versnelde darmtransit en kan dus niet altijd alle lactosemoleculen die in de dunne darm terechtkomen tijdig afbreken. De lactosemoleculen die intact de dikke darm bereiken, worden door de bacteriën gefermenteerd, met de vorming van gassen. Probeer dus te ondervinden hoeveel melkproducten je nog verdraagt. Ga liever doseren dan schrappen, want melkproducten zijn uiteraard een bron van nuttige eiwitten, vitaminen en mineralen. Zelfs met een tekort aan lactase, en dus een echte lactose-intolerantie volgens de definitie, kun je overigens ook nog een beperkte hoeveelheid lactose verdragen. Hoeveel precies, verschilt van persoon tot persoon.’
Bruine goud
Als afsluiter geeft De Looze nog graag iets mee over een onderzoekspiste naar een behandeling om PDS bij de wortels aan te pakken. ‘Hopelijk kunnen we ooit de darmflora omvormen tot een darmflora die minder gassen vormt. Het effect van probiotica-supplementen lijkt veeleer beperkt. Of stoelgangtransplantaties doeltreffend zijn, zoeken we momenteel uit in studies bij PDS- patiënten in UZ Gent. Maar een valabele behandeloptie is zo’n transplantatie zeker nog niet. Want wie is de ideale donor? En hoe, en hoe frequent, moet het staal worden toegediend om definitief iets te veranderen? Veel vragen, en nog te weinig antwoorden, maar we zijn hoopvol.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier