Hartpatiënten lopen hoger risico op overlijden op extreem koude dagen
Blootstelling aan zeer koude of warme temperaturen verhoogt het risico op overlijden voor wie aan een hartziekte lijdt, volgens nieuw onderzoek. De impact van de klimaatverandering, die meer extreme temperaturen teweegbrengt, op hartpatiënten valt dus niet te onderschatten.
Tientallen wetenschappelijk instellingen uit 27 landen hebben ruim 32 miljoen sterfgevallen als gevolg van hart- en vaatziekten van over de hele wereld onder de loep genomen. Wat blijkt? De voorbije veertig jaar zijn hartpatiënten opvallend vaker overleden op dagen met zeer hoge of zeer lage temperaturen.
Voor elke 1000 sterfgevallen gelinkt aan hart- en vaatziekten zorgden extreem koude dagen (onder min 6,7 graden) voor 9,1 extra sterfgevallen. Extreem warme dagen (meer dan 30 graden) zorgden voor 2,2 extra sterfgevallen.
Vooral patiënten met hartfalen, dus een verminderde pompfunctie van het hart, lopen meer risico. Ze lopen 37 procent meer risico om te overlijden op extreem koude dagen, en 12 procent meer op dagen met extreme hitte.
Interne thermostaat stuk
Mensen met hart- en vaatziekten kunnen een lichte stijging of daling van hun interne lichaamstemperatuur blijkbaar minder goed verdragen. Dat is wat er gebeurt als iemand blootgesteld wordt aan een zeer koude of warme omgeving.
Bloedvaten verwijden zich bij warmte en vernauwen zich bij koude – zo regelt het menselijk lichaam zijn interne temperatuur. Bij hartpatiënten is het cardiovasculair systeem aangetast, waardoor die functies verstoord kunnen worden, stellen de onderzoekers in het tijdschrift Circulation van de American Heart Association,
Klimaatverandering en gezondheidsverschillen
Door de klimaatverandering neemt de kans op koudegolven af, maar dat betekent niet dat koude winters niet meer kunnen voorkomen. Volgens het klimaatpanel van de Verenigde Naties zal het door het veranderend klimaat wel aanzienlijk vaker extreem heet zijn de komende jaren.
‘De gegevens kunnen verder worden uitgediept om meer te weten te komen over de rol van gezondheidsverschillen (verschillen tussen groepen mensen qua levensverwachting, aantal gezonde jaren en ervaren gezondheid, red.) en genetische aanleg die sommige bevolkingsgroepen kwetsbaarder maken voor klimaatverandering’, zegt onderzoeker en arts Mark T. Gladwin.
‘Dit baanbrekende onderzoek is een oproep om klimaatverandering te beschouwen als een groeiend probleem voor de volksgezondheid’, vindt zijn collega Stephen N. Davis. Het benadrukt de noodzaak om het (klimaatverandering red.) te onderzoeken als een potentiële oorzaak van gezondheidsverschillen.’