Gezonde lucht binnen? ‘De overheid verplicht geen helder kwaliteitslabel’

© Getty
Brecht Castel
Brecht Castel Journalist en factchecker

Onfrisse lucht maakt ons ziek, dat weten we sinds corona allemaal. Toch blijkt het verplichten van gezonde luchtkwaliteit in publieke binnenruimten niet simpel. Zelfs een label om luchtkwaliteit aan te geven blijft voorlopig dode letter.

Publieke gebouwen moeten een minimale luchtkwaliteit opgelegd krijgen om de verspreiding van virussen in te dijken. Daarvoor pleitten tientallen wetenschappers recent in het vakblad Science. 90 procent van onze tijd brengen we binnen door en ademen we dus – te vaak ongezonde – binnenlucht in. In België komt zo’n verplichting er voorlopig evenwel niet.

In De Morgen reageert federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit): ‘De wetgeving ligt klaar sinds eind vorig jaar. Maar er is verzet vanuit alle gewestregeringen, ongeacht de politieke samenstelling dus. En ook binnen de federale regering was er niet genoeg steun om in bepaalde sectoren de verplichte meting van luchtkwaliteit te koppelen aan het behalen van een certificaat.’ Een vrijwillig certificaat komt er misschien wel.

Professor bouwfysica Arnold Janssens (UGent) onderzocht op verzoek van de Federale Overheidsdienst Gezondheid hoe labels kunnen helpen om de luchtkwaliteit in publieke ruimten te verbeteren. Zijn aanbevelingen lijken, meer dan een jaar na de invoering van de ventilatiewet, niet te leiden tot een helder kwaliteitslabel.

Sinds 11 december 2022 is de nieuwe ventilatiewet van kracht. Meer dan een jaar later merken we daar als consument weinig van. Hoe komt dat?

Arnold Janssens: Het certificatiesysteem komt er volgens die wet pas in 2025. Een heleboel uitvoeringsbesluiten moeten de details daarvan nog uitwerken. Zo heeft een consortium waar ik deel van uitmaak onderzocht hoe we labels kunnen geven aan restaurants, fitnesszaken en scholen die een goede binnenluchtkwaliteit hebben. Het zou een soort EPC-label kunnen zijn voor luchtkwaliteit: met één kleurcode of cijfer weet de consument of er een goede luchtkwaliteit is.

Uiteindelijk ligt er een voorstel op tafel voor een neutraler label. Dat geeft puur feitelijke info over hoe de luchtkwaliteit wordt gemeten en niet over de luchtkwaliteit zelf.

De bezoeker van een café of fitnesscentrum zal dus niet kunnen aflezen hoe goed of slecht de luchtkwaliteit er is?

Janssens: Nee, dat heeft de overheid uitdrukkelijk niet willen doen. Voornamelijk omdat ze het label verplicht wil maken voor een aantal sectoren en daar een breed draagvlak wilde nastreven. Uitbaters waren bang dat hun zaak gestigmatiseerd zou worden als de luchtkwaliteit slecht is.

De wet zegt nu enkel dat er een label – ‘wij zijn conform de wet’ – aanwezig moet zijn en niet dat de luchtkwaliteit goed moet zijn, laat staan dat een meter die zou aangeven. In het voorstel van de studie zal het label wel een QR-code bevatten die de klant toegang geeft tot meer technische info: welk soort ventilatiesysteem is aanwezig, welk debiet heeft dat systeem…

Heeft zo’n weinigzeggend label dan wel zin?

Janssens: Het is een stap in de goede richting. Het kan de bewustwording rond luchtkwaliteit verhogen en aanzetten tot investeren in ventilatie en zuiveringsinstallaties. Hopelijk evolueert dit naar een kwaliteitslabel dat wél goed interpreteerbaar is voor de consument.

Wat is het belang van zuivere binnenlucht?

Janssens: Vervuilende stoffen kunnen de gezondheid schaden, denk aan fijnstof. Door een goede ventilatie kun je dat risico beperken. De frisheid van de lucht heeft ook te maken met het aantal mensen dat in een ruimte aanwezig is. Hoe meer mensen die lucht uitademen, hoe hoger de CO2-concentratie is. Die uitstoot matcht ook met de de uitstoot van virusdeeltjes en verhoogt dus het risico op luchtweginfecties.

Tijdens de coronacrisis waren we ons daar heel bewust van. Dat lijkt nu wat weg?

Janssens: Ik heb inderdaad het gevoel dat die sense of urgency weg is. Twee jaar geleden was het vanzelfsprekend om op de hoogte gebracht te worden over luchtkwaliteit. Toen werd ook geïnvesteerd in betere ventilatie en dat is nu weggeëbd. Die labeling zou die prioriteit kunnen terugbrengen, maar meer dan een jaar na de wet zien we daar weinig van.

Waarom duurt het zo lang?

Janssens: Ook hier speelt de complexiteit van de Belgische overheid mee. In principe geldt deze federale wet voor alle sectoren, maar je zit met een versnippering van bevoegdheden. Zo is onderwijs Vlaamse materie.

Sommige restaurants, fitnesszaken en theaters hebben tijdens de coronacrisis geïnvesteerd in betere ventilatie. Hoe kunnen zij aantonen dat hun luchtkwaliteit is verbeterd?

Janssens: Sommige uitbaters hebben een publiek zichtbare CO2-meter. Zo’n CO2-meter is sinds december 2023 ook verplicht door de nieuwe wet, maar in de wet is niet expliciet gemaakt of die zichtbaar moet zijn voor de consument of niet. Dat wordt wel voorzien in het voorstel voor labelling. Volgens de wet moet er gemikt worden op 900 à 1200 ppm (ppm staat voor parts per million, het gaat dus over CO2-deeltjes per luchtdeeltjes). Hoe lager het CO2-niveau hoe beter.

Is CO2 de enige belangrijke factor als we het hebben over luchtkwaliteit en onze gezondheid?

Janssens: Nee, er is natuurlijk een belangrijk verband tussen de CO2-concentratie en het risico op infectie, maar ook andere elementen spelen een rol. De aanwezigheid van fijnstof kun je bijvoorbeeld niet meten met een CO2-meter. Naast ventilatie is het vermijden van bronnen die vervuilende stoffen afgeven ook cruciaal. Dat kan bijvoorbeeld door een slimme keuze van bouwmaterialen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content