Meer dan 50 procent van de kankerpatiënten is ondervoed
Ondervoeding bij kankerpatiënten blijft vaak onopgemerkt. Toch is het belangrijk dat deze patiënten zo veel mogelijk calorieën binnenkrijgen om te kunnen herstellen.
Uit de Belgische studie Onco-Care, ondersteund door Fresenius Kiabi, bij 328 kankerpatiënten in 18 Belgische ziekenhuizen blijkt ondervoeding een veelvoorkomend probleem bij kankerpatiënten. Meer dan de helft van patiënten is ondervoed bij het starten van de behandeling en dat cijfer stijgt zelfs tot 70 procent na vier maanden behandeling.
Maar liefst 46 procent krijgt na vier maanden zelfs minder dan de helft van de dagelijks noodzakelijke kilocalorieën (30 kcal/kg/dag) binnen.
Toch heeft maar 10 procent een nutritioneel plan bij het eerste consult en gebruikt maar 8.5 procent een medische drinkvoeding bij het eerste bezoek.
Wat zijn de oorzaken van ondervoeding?
Oorzaken zijn onder meer smaakverlies, misselijkheid, kauw- en slikproblemen, een verstoorde stofwisseling, diarree en braken door de de psychische en lichamelijke impact van de ziekte zelf, maar ook door chemotherapie, radiotherapie en chirurgie.
Niet alleen het gewicht neemt af, vooral de spiermassa daalt aanzienlijk. Vandaar het grote belang een voldoende inname van eiwitten.
Tijdig opsporen is belangrijk
Het is belangrijk dat ondervoeding tijdig wordt opgespoord, aldus de studie. De gevolgen zijn immers aanzienlijk: ondervoeding vermindert de tolerantie voor chemotherapie, verhoogt het risico op complicaties, verslechtert postoperatieve resultaten, verlengt het ziekenhuisverblijf en vermindert de levenskwaliteit.
Patiënten moeten hun behandeling soms onderbreken of na enkele kuren met een verlaagde dosis verdergaan.
Mensen die zich in een beginstadium van ernstige ondervoeding bevinden moeten zo snel mogelijk worden bijgevoed om te kunnen aansterken. Wanneer dat niet gebeurt, kan de patiënt in het onomkeerbare stadium van ondervoeding terecht komen en dan is kans op overlijden groot.
De studie Onco-Care stelt daarom voor om met patiëntenvragenlijsten te werken. Als ondervoeding op die manier tijdig wordt opgespoord, kan er een nutritioneel plan worden opgesteld om de caloriebehoeften beter te bereiken. Of men kan starten met klinische voeding.
Anti-kankerdieet bestaat niet
Michaël Sels, hoofddiëtist in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen benadrukt tot slot dat er niet zoiets bestaat als een anti-kankerdieet. Uit cel- en dieronderzoek blijkt dat suiker kankertumoren agressiever maakt. Maar dat wil niet zeggen dat een suikerarm dieet een gunstige impact kan hebben op kanker bij mensen.
‘Voeding is een belangrijk stuk van een oncologisch traject, niet in de behandeling van de kanker zelf maar wel om een fitte patiënt te blijven die elke kuur zo optimaal mogelijk kan aanvatten met voldoende energie en (spier-)kracht en zo alle kansen krijgt om de best mogelijke uitkomst van therapie te bekomen. Elk dieet dat hier negatief kan op inwerken moet met de grootste omzichtigheid worden besproken met een ervaren arts of diëtist’, aldus Sels.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier