Grondwettelijk Hof verklaart wet die verhindert dat donorkind info over donor krijgt ongrondwettig
Het Grondwettelijk Hof heeft donderdag de wetsbepalingen die verhinderen dat een donorkind van het fertiliteitscentrum enige informatie over de donor kan verkrijgen ongrondwettig verklaard. De gevolgen blijven wel gehandhaafd tot en met 30 juni 2027, wat de wetgever de kans moet geven om “een billijk evenwicht” tussen alle betrokkenen tot stand te brengen.
Twee wetsbepalingen verhinderen momenteel dat fertiliteitscentra informatie over de donor van geslachtscellen kunnen overmaken aan het kind dat is verwekt met die cellen. Volgens het Hof zijn die bepalingen ongrondwettig “doordat zij een absolute voorrang geven aan de belangen van de donor, ten nadele van de belangen van het verwekte kind”, zo luidt het in een persbericht. Het Hof boog zich over een vraag van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel.
Een vrouw en één van haar dochters had bij die rechtbank gevorderd dat het ziekenhuis waar zij een voortplantingsbehandeling had ondergaan alle beschikbare gegevens over de donor zou overmaken. De rechtbank wou meer bepaald van het Hof weten of die bepalingen uit het Strafwetboek (art 458) en de wet op medisch begeleide voortplanting uit 2007 (art 57) botsen met het recht op eerbiediging van het privéleven en het gezinsleven, dat is verankerd in de grondwet en in het Europees Verdrag van de rechten van de mens.
Het Hof merkt in zijn arrest op dat dit recht ruim geïnterpreteerd moet worden. Het omhelst ook het recht op identiteit en persoonlijke ontwikkeling, en daaruit voortvloeiend het recht om zijn of haar afstamming te kennen. Tegelijkertijd bevestigt het rechtscollege dat de wetsbepalingen “legitieme doelstellingen” nastreven, zoals vermijden dat er een tekort aan donoren zou ontstaan. Maar er is volgens het Hof geen “billijk evenwicht” tussen de concurrerende belangen: die van de donor hebben “absolute voorrang” op die van het verwekte kind.
Zo merkt het rechtscollege op dat het voor het verwekte kind in alle omstandigheden onmogelijk is om enige identificerende of niet-identificerende informatie over de donor te verkrijgen van het fertiliteitscentrum. Evenmin is het mogelijk om rechtstreeks of onrechtstreeks contact te leggen met de donor om na te gaan of hij instemt met de opheffing van zijn anonimiteit.
Het Hof verklaart de betrokken wetsbepalingen nu ongrondwettig, maar handhaaft de gevolgen van die bepalingen “tot de inwerkingtreding van een nieuwe wet en uiterlijk tot en met 30 juni 2027”. Het is “aan de wetgever om een wetgeving uit te werken die een billijk evenwicht tot stand brengt tussen alle betrokken belangen”, besluit het persbericht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier