Els Van de Vijver: ‘De meeste zuigelingen hebben echt geen maagzuurremmers nodig’
Het medicatiegebruik bij kinderen en jongeren is de afgelopen tien jaar gedaald, maar bepaalde medicatie, zoals maagzuurremmers op voorschrift, zit wel in de lift. ‘Wat die stijging voor een stuk kan verklaren, is dat de maagzuurremmers op basis van ranitidine van de markt zijn gehaald’, zegt kindergastro-enteroloog Els Van de Vijver (UZA).
Adolescenten namen in 2023 opvallend meer maagzuurremmers dan tien jaar geleden. Dat ontdekte de studiedienst van CM Gezondheidsfonds, die de facturatiegegevens van terugbetaalde geneesmiddelen bij CM-leden tussen 0 en 18 jaar van 2013 tot en met 2023 onder de loep nam. Daaruit blijkt dat het medicatiegebruik bij kinderen en jongeren over het algemeen daalt, maar dat het gebruik van onder andere maagzuurremmers wel stijgt.
Onder adolescenten steeg het gebruik van terugbetaalde maagzuurremmers van 2,8 procent naar 3,9 procent. ‘Toch geloof ik dat we maagzuurremmers alleen voorschrijven aan kinderen en adolescenten die niet op een andere manier geholpen kunnen worden’, zegt Van de Vijver.
Hoe verklaart u die stijging?
Els Van de Vijver: De laatste jaren hebben we de indruk dat er vaker kinderen en jongeren zijn met een vertraagde maagwerking, wat refluxklachten kan veroorzaken en waarbij maagzuurremmers een deel van de behandeling vormen. Of dat effectief vaker voorkomt, of dat we het gewoon vaker opmerken, is maar de vraag. Daarvoor is meer onderzoek nodig.
Wat die stijging ook kan verklaren, is dat de vrij verkrijgbare maagzuurremmers op basis van ranitidine in het najaar van 2019 van de markt zijn gehaald. Om een correct beeld te krijgen van het gebruik van maagzuurremmers zou het gebruik van ranitidine vóór 2019 ook opgenomen moeten worden in de cijfers. Ik kan me goed voorstellen dat veel kinderen en jongeren op dat moment zijn overgeschakeld op omeprazol of pantoprazol (de medicatie waarvan sprake in de studie van CM, nvdr).
‘Bij zo’n 90 procent van de kinderen en adolescenten die maagzuurremmers nemen, heeft dat niets te maken met de levensstijl.’
Maagzuur wordt al snel gelinkt aan een bourgondische levensstijl. Is dat ook zo bij jongeren?
Van de Vijver: Bij zo’n 90 procent van de kinderen en adolescenten die maagzuurremmers nemen, heeft dat helemaal niets te maken met de levensstijl. Slechts een klein deel van de jonge patiënten heeft overgewicht, wat tot refluxklachten en een slokdarmontsteking kan leiden.
Waarom slikken ze dan maagzuurremmers?
Van de Vijver: Naast een vertraagde maagwerking zien we patiënten met indigestie, zure reflux, slokdarmontstekingen of maagbacterie-infecties. Dan is er ook de slokdarmontsteking op zich, waarbij maagzuurremmers een deel van de behandeling zijn. Ook kinderen die een heelkundige ingreep moesten ondergaan of een aangeboren slokdarmprobleem hebben, moeten die medicatie nemen.
Met deze leef- en eetregels ga je zuurbranden tegen
Ook het aantal zuigelingen dat maagzuurremmers kreeg voorgeschreven – vaak in de strijd tegen reflux – steeg van 2,7 procent naar 3,1 procent.
Van de Vijver: Bij reflux die niet gepaard gaat met andere klachten, hebben maagzuurremmers bij zuigelingen absoluut geen plaats. Gewoon wat mondjes melk teruggeven, dat is bij zuigelingen een heel normaal fenomeen. Alleen wanneer er sprake is van een ontsteking van de slokdarm, zweren in de maag, een maagbloeding of gewichtsverlies bij zuigelingen, is een behandeling met maagzuurremmers aangewezen.
‘Ons maagzuur beschermt ons tegen infecties, dus als dat verlaagd wordt, kunnen virussen en bacteriën makkelijker overleven en ons ziek maken.’
CM waarschuwt voor bijwerkingen zoals hoofdpijn, en stelt dat er ook aanwijzingen zijn dat langdurig gebruik schadelijk is voor de nieren en het beendergestel. Welke risico’s zijn er nog voor kinderen en adolescenten?
Van de Vijver: Ze krijgen ook een verhoogde kans op infecties die via voeding en speeksel binnenkomen. Het maagzuur is een van de eerste barrières die ons beschermt tegen infecties, dus als dat verlaagd wordt, kunnen virussen en bacteriën makkelijker overleven en ons ziek maken. Daarom is het in principe altijd de bedoeling om een behandeling met maagzuurremmers te beperken in tijd.
Sommige patiënten die stoppen met maagzuurremmers, krijgen meteen weer meer symptomen.
Van de Vijver: Dat is het reboundeffect. Als het maagzuur een langere tijd afgeremd wordt, gaat je lichaam tijdelijk meer maagzuur aanmaken als je stopt met de medicatie. Het is belangrijk dat mensen dat beseffen, zodat ze weten dat het normaal is en dat het overgaat. Als het over ongegrond gebruik gaat, zou dat reboundeffect misschien ook wel een van de oorzaken kunnen zijn.