De betere borstkunstenaar: ‘In de toekomst creëren we borstweefsel op maat in het lab’
De plastisch chirurg van de toekomst is een weefselkunstenaar, zo voorspelt borstchirurg Phillip Blondeel. Voor borstkankerpatiënten betekent dat minder littekens en complicaties.
Gerenommeerd plastisch chirurg Phillip Blondeel (UZGent), de man die de eerste aangezichtstransplantatie in België uitvoerde, is geen ontevreden man wanneer patiënten met een buikje of bescheiden love handles zich bij hem aandienen. Ieder jaar ondergaan zo’n 1500 vrouwen een borstreconstructie met eigen weefsel nadat ze door kanker een borst hebben verloren of omdat ze preventief voor een amputatie kozen.
Blondeel is pionier in de autologe borstreconstructie, een techniek waarbij huid- en vetweefsel uit heupen en buik worden gebruikt. ‘Het is een perfect alternatief voor borstprotheses’, aldus Blondeel. ‘Siliconen zijn minder duurzaam op lange termijn en dus duurder, ze hebben vaak minder goede esthetische resultaten, en het risico bestaat dat er reactie optreedt tegen het vreemde voorwerp in het lichaam.’
Maar ook de autologe reconstructie kent best wel wat nadelen. ‘Het is een complexe vorm van microchirurgie met hoogopgeleid personeel. Vooral littekenvorming is een probleem. Er wordt gesneden in gezond weefsel tussen de navel en de schaamstreek, of de billen en de dijen, wat een relatief groot litteken over de volledige breedte van de buik of de rug achterlaat.’
Al die obstakels zijn voor wetenschappers een extra motivatie om op zoek te gaan naar nieuwe technieken. Eén daarvan is lipofilling, waarbij vet wordt weggezogen via een kleine insnede, om die vetcellen vervolgens opnieuw te injecteren ter hoogte van de borst. Ook die procedure is niet feilloos aangezien slechts kleine hoeveelheden vet per keer kunnen worden getransfereerd. Soms zijn wel zes tot zeven ingrepen nodig.
Zonder littekens
Wat als wetenschappers de vetcellen voor reconstructie in een lab zouden kunnen kweken vanuit patiënt-eigen stamcellen? Die stamcellen verenigen zich makkelijk in kleine clusters of sferoïden die vervolgens in een 3D-bioprinter worden gebracht om met een 3D-scan een exacte kopie te bouwen van het vetweefsel van de patiënt. ‘Tissue engineering is een compleet nieuwe en revolutionaire visie op borstreconstructie’, aldus Blondeel. ‘Ik voorspel een toekomst waarin weefsels op maat worden gemaakt voor elke borstkankerpatiënt, zonder littekens en complicaties.’
De toekomst van borstreconstructies ligt mogelijk in de wetenschap van de anti-aging.
In tegenstelling tot wat je zou verwachten, bevinden de meeste stamcellen van een mens zich niet in het beenmerg, maar in het lichaamsvet. In 2019 ontdekten Blondeel en zijn team manieren om die stamcellen mechanisch te distilleren. Enerzijds om ze te vermenigvuldigen, anderzijds om ze te programmeren tot bijvoorbeeld spier-, bot- of vetcellen.
Nogal wat laboratoria in de wereld experimenteren met de techniek, maar voorlopig is men enkel nog maar in staat om een minimaal volume van amper een kleine vier kubieke centimeter weefsel te printen. ‘Door de zwaartekracht vervormt weefsel en is het printen van omvangrijkere volumes moeilijk’, legt Blondeel uit. ‘De grootste uitdaging is evenwel de doorbloeding van de cellen. Cellen kunnen niet overleven zonder zuurstof en voeding. In de kleine weefsels zitten de voeding en zuurstof nog vervat in een soort gel, die de omstandigheden in het lichaam nabootst. Maar als je grotere volumes wilt bouwen die lang moeten overleven, dan heb je bloedvaten nodig. De heilige graal in het verhaal van tissue engineering is dus angiogenese of bloedvatvorming. Bloedvaten moeten worden ingebouwd in een boomachtige structuur waardoor het bloed loopt en terugkeert naar het hart. En daar zit de angel.’
Niet voor morgen
Hoe aanlokkelijk de droom van Blondeel ook lijkt, het mag duidelijk zijn dat de creatie van grote functionele organoïden buiten het menselijke lichaam nog niet voor morgen is. Daarvoor is de kennis over stamcelinteractie te beperkt. ‘Net zoals we bij het leren autorijden, eerst leren om op de rem te duwen en pas dan op het gaspedaal, moeten we voor we beginnen te bouwen eerst begrijpen hoe we iets kunnen afremmen, mocht het ooit verkeerd gaan’, aldus de reconstructieve chirurg. ‘Denk maar aan het probleem van oncogene weefsels en kankers. Bloedvaten kunnen namelijk ongecontroleerd beginnen te groeien, waardoor ze het orgaan waarin ze zich bevinden vernietigen. Dat willen we natuurlijk niet.’
Haargroeimiddel en anti-aging
Behalve voor borstreconstructie zouden de op weefseltechniek gebaseerde oplossingen een uitweg kunnen bieden voor een breed scala aan andere medische problemen, zoals brandwondenzorg. ‘In tegenstelling tot tissue engineering, dat in een voor de stamcellen vijandig milieu gebeurt, grijpt men bij regeneratieve geneeskunde in op het lokale ecosysteem van de patiënt door het inbrengen van bepaalde moleculen. Zo kunnen we bijvoorbeeld met specifieke stamceltechnologie bestralingsletsels omkeren. Nog interessanter is de behandeling van kaalheid: als we een manier vinden om het ecosysteem dat rond de haarfollikel zit te stimuleren dankzij intercellulaire communicatie, zouden we haartjes terug kunnen laten groeien. Omdat we nog niet goed begrijpen hoe cellen met elkaar praten, zit ook die techniek nog in een embryonale fase.’
Toch is Blondeel, die vorig jaar het biotechbedrijf 4Tissue oprichtte, hoopvol. ‘Wetenschappelijk onderzoek gaat in stappen. Soms zet je geen meter vooruit. Soms leidt een onbedoelde actie tot een nieuwe stap. Misschien ligt de toekomst van borstreconstructies in de wetenschap, of eerder business, van de anti-aging, de miljardenindustrie die zoekt naar manieren om rimpels en andere huidverouderingsverschijnselen te doen verdwijnen. Het zou een gigantische succes zijn als we de codes kunnen kraken waarmee cellen met elkaar praten om ze te laten verjongen. De eerste empirische aanwijzingen zijn er al: er is effectief een betere elasticiteit en huidverjonging wanneer we bepaalde types stamcellen inspuiten in een zwaar beschadigde huid. We moeten alleen het mechanisme erachter zien te doorgronden. Stel je eens voor: een middel dat je huid er 20 jaar jonger doet uitzien? Het zou dé medische doorbraak van de 21e eeuw zijn. En een goudmijn.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier