‘Ga niet van alles ondernemen in de hoop een slimmer kind te krijgen’
Is een tablet nu wel of niet goed voor de ontwikkeling van je baby? En moet je tijdens de zwangerschap naar Mozart luisteren om de volgende Einstein te baren? Recent neurowetenschappelijk onderzoek onthult steeds meer nieuwe inzichten over de vroege ontwikkeling van baby’s.
Hoewel we lange tijd maar weinig wisten over wat een baby eigenlijk ziet, voelt, ervaart en wat hij daar allemaal van onthoudt, is het onderzoek naar de hersenen van de baby vandaag stilaan de pamperfase ontgroeid. Het is niet langer slechts gissen naar wat er zich allemaal in dat kleine hoofdje van een zuigeling afspeelt. Zo blijkt bijvoorbeeld dat geen enkele andere periode zo bepalend is voor ons leven als de tijd tussen de conceptie en onze tweede verjaardag. In deze periode worden onze hersenen gevormd en de basis gelegd voor onze gezondheid en ons welzijn op latere leeftijd.
We kunnen daarnaast ook steeds beter het gedrag van baby’s begrijpen dankzij nieuwe technologieën, gaande van eyetracking, EEG-onderzoek en near infrared spectroscopy (een soort haarband om het babyhoofdje met daarin infraroodlampjes die licht uitzenden en sensoren die meten hoeveel licht wordt teruggekaatst, nvdr.). Wat die methodes al allemaal hebben opgeleverd, beschrijven Michiel van Elk en Sabine Hunnius van de Radboud Universiteit in Nijmegen in het pas verschenen boek ‘Het babybrein’, waarin ze op heldere wijze uitleggen hoe baby’s de wereld langzaam ontdekken en welke hersengebieden hierbij een rol spelen.
Het staat ontegensprekelijk vast dat in de ontwikkeling van een baby de periode tussen 0 en 2 jaar cruciaal is. Waarom is dat zo?
Sabine Hunnius: ‘We zijn ons inderdaad steeds meer bewust van het feit dat de eerste jaren, inclusief de zwangerschap, heel bepalend zijn voor het latere leven. Waarschijnlijk meer dan eender welke andere periode. We snappen steeds beter hoe in de vroege periode de basis wordt gelegd voor heel veel dingen. Zo worden bijvoorbeeld tal van lichaamssystemen ‘afgesteld’, zoals het stresssysteem, de visuele waarneming en de taalontwikkeling. In de buik van de moeder vormen zich ongeveer alle hersencellen die we later nodig hebben. Er komen overvloedig veel verbindingen tot stand, tegelijk worden ook heel veel verbindingen weer weggesnoeid. De mate waarin dit op jonge leeftijd gebeurt, komt later nooit meer terug. Daarom is ons brein ook zo kneedbaar op jonge leeftijd. Kinderen passen zich perfect aan hun omgeving aan, ze kunnen makkelijk twee tot drie talen leren. Het is alsof de jonge hersenentjes ongeduldig zitten te wachten op allerlei input die ze vervolgens duchtig kunnen opzuigen als een spons. Vandaar dat psychologen, pedagogen, artsen en politici in het internationale manifest ‘1001 kritieke dagen’ oproepen om de kansen die de eerste periode van ons leven biedt niet te missen. Dat betekent echter niet dat alles verloren is als de eerste twee levensjaren niet optimaal zijn verlopen. Ontwikkeling is altijd in beweging. Ook na die eerste twee jaar blijft een mens zich verder ontplooien.’
Wat kan een zwangere vrouw doen om de hersenontwikkeling van haar baby al in de buik positief te stimuleren? Een pianoconcerto van Mozart opzetten, misschien?
Hunnius: (lacht) ‘Er is weinig wetenschappelijke evidentie dat een kindje slimmer wordt als de moeder naar muziek van Mozart luistert zoals in het verleden vaak beweerd werd. Maar als de moeder ontzettend kan genieten van dat soort muziek en daar heerlijk ontspannen van wordt, kan ik dat natuurlijk alleen maar aanmoedigen. Te veel stress bij zwangere vrouwen kan de ontwikkeling van het ongeboren kind namelijk ook negatief beïnvloeden. Maar eigenlijk is er helemaal geen extra stimulatie nodig om een baby’tje tijdens de zwangerschap goed te laten ontwikkelen. Dat gaat bijna vanzelf. Ga dus niet van alles liggen ondernemen in de hoop een slimmer kind te krijgen. De zwangerschap is net een periode waarin de baby afgeschermd in je buik zit en dat heeft hij ook nodig.’
Om een vrolijk kind te krijgen, moet een zwangere vrouw blijkbaar chocolade eten?
Hunnius: ‘Blijkbaar is er in een onderzoek een samenhang gevonden tussen veel chocolade eten tijdens de zwangerschap en het temperament – de voorloper van een persoonlijkheid – die de baby later zal hebben. Al weten we niet zo goed of dat effectief door de bestanddelen in chocolade zelf komt of omdat de moeder er gewoon relaxter door wordt of omdat vrolijke moeders sowieso liever chocolade eten. Het leuke is dat wetenschappers ook het effect van drop hebben onderzocht, wat voor Nederlanders dan weer heel erg belangrijk is. Maar voor drop hebben we niet kunnen vaststellen dat dat iets goeds teweegbrengt, helaas…’
Een relatief nieuw fenomeen waar we mee geconfronteerd worden, is de aanwezigheid van tablets, smartphones en TV in het leven van de baby. Tachtig procent van de Nederlandse kinderen jonger dan twee jaar kijkt televisie en de helft gebruikt een tablet om filmpjes te kijken of om ermee te spelen. Wat is het effect daarvan op het kind volgens het meest recente onderzoek?
Hunnius: Over het effect van tv-kijken op jonge kinderen weten we best wel veel, aangezien de televisie al langer onder ons is. We weten enerzijds dat samen naar educatieve programma’s kijken positief kan zijn voor een kleuter, maar anderzijds is er ook sprake van een vertraagde taalontwikkeling als jonge kinderen heel veel tv kijken en dat ook vooral alleen doen. Dat komt simpelweg omdat in gezinnen waar de tv voortdurend opstaat sowieso minder gesproken wordt en er vaak minder interactie is. Tablets zijn een andere kwestie. Daar weten we eigenlijk nog niet zo heel veel over. De allereerste studies komen nu pas uit en de resultaten blijken gemengd. Sommige studies tonen aan dat peuters iets beter met hun handjes overweg kunnen dankzij het scrollen, klikken en swipen op het scherm, maar misschien kan die vaardigheid ook ontwikkeld worden door bijvoorbeeld kraaltjes aan elkaar te rijgen? Een andere studie wijst uit dat kindjes die veel op een scherm kijken, minder goed in slaap vallen.’
‘In ieder geval zijn er momenteel te weinig aanwijzingen dat een tablet de ontwikkeling van een kind stimuleert. Het officiële advies luidt nog altijd dat we de schermtijd voor kleine kinderen moeten beperken, maar dat gaat dan weer voorbij aan de leefwereld van zowel ouders als jonge kinderen. Daarom is men recent met een licht gewijzigd advies gekomen dat zegt dat we bewust met tablets moeten omgaan en de juiste apps moeten gebruiken. En vooral, doe het samen met je kind! Dat laatste geldt trouwens voor allerlei zaken. Als een kind van anderhalf jaar oud een plaatjesboek wil bekijken, ga je er ook naast zitten om de dingen te benoemen. Het is belangrijk voor ouders om te weten dat je de tablet voor je kind misschien niet absoluut hoeft te verbieden. Alleen lijkt het momenteel niet dat een kind dat op z’n eentje met de tablet speelt daar baat bij heeft. Je hebt als ouder dan ook de keuze of je het al dan niet toelaat. Wil je de taalontwikkeling van je kind stimuleren, dan zijn andere zaken van belang, namelijk samen boekjes lezen, samen praten, samen liedjes zingen. Kortom, interactief bezig zijn, bijvoorbeeld met taal.’
Sommige ouders gruwelen van het brabbeltaaltje dat veel ouders met hun nog jonge baby’s praten omdat ze denken dat hun kind daardoor een taalachterstand oploopt. Hebben ze gelijk?
Hunnius: ‘Als we met een baby praten, gebruiken we intuïtief een vorm van babyspraak dat we in de wetenschap ‘motherese’ noemen, omdat we merken dat het de aandacht trekt van het kind. Er zijn geen aanwijzingen dat dit soort taaltje negatieve gevolgen heeft voor de taalontwikkeling omdat je je als ouder steeds aanpast aan het niveau van je kind. Je hoeft je dus geen zorgen te maken dat je je kind daar mogelijk mee zou schaden.’
Nochtans maken heel veel jonge ouders zich juist wel heel veel zorgen over heel veel zaken. Er wordt vergeleken met andere ouders. Iedereen wil het beter doen dan de andere. U zegt ‘goed is goed genoeg’.
‘We moeten absoluut vermijden dat de toenemende kennis over het babybrein ouders meer onder druk gaat zetten. Laten we dus relaxt omgaan met de vergaarde wetenschap.’
Hunnius: ‘Iedere ouder wil natuurlijk het allerbeste voor zijn of haar kind, maar ouders doen eigenlijk al heel veel intuïtief goed. Het valt mij tijdens lezingen altijd erg op dat ouders geweldig geïnteresseerd zijn in het onderzoek naar de vroege ontwikkeling van het kind. We moeten echter absoluut vermijden dat die toenemende kennis over het babybrein ouders meer onder druk gaat zetten. Laten we dus relaxt omgaan met de vergaarde wetenschap. Het hoort er nu eenmaal bij dat je het niet perfect kunt doen. Misschien is het ook niet goed om te veel naar de perfectie te streven. Gewoon je best doen is al prima. Fenomenen als ‘helikopterouders’ of ’tijgermoeders’ zijn overigens niet iets typisch voor deze tijd. In de tweede helft van de afgelopen eeuw werd al over ‘good parenting’ nagedacht en stelden wetenschappers daar de term ‘good enough parent’ tegenover.’
Pamperen we onze kinderen tegenwoordig niet te veel? Veel ouders kiezen voor een positieve opvoeding. Belonen in plaats van straffen. En vooral heel veel complimentjes geven.
‘Als je de inzet van kinderen prijst, zullen ze vervolgens meer geneigd zijn om weer hun best te doen ook is het resultaat nog niet perfect.’
Hunnius: ‘Ik ben geen opvoeddeskundige, ik kan alleen maar verwijzen naar het wetenschappelijke onderzoek waarop anderen hun adviezen kunnen baseren. Er bestaat bijvoorbeeld heel veel onderzoek naar of je je kind moet prijzen voor zijn inzet of voor iets wat vaststaat zoals hoe slim een kind is. Als je je kind prijst voor zijn intellect, dan heeft het daar weinig vat op. Pedagogen adviseren daarom om te benadrukken hoe belangrijk het is om je best te doen op basis van je talenten onafhankelijk van wat het resultaat is. Dat advies is natuurlijk een beetje dubbel, want als ouder weet je goed genoeg dat de echte wereld helemaal anders in elkaar zit. Je baas zal het niet erg appreciëren als je heel erg je best doet, maar geen resultaten boekt. Als volwassene word je vaak daarop afgerekend. Maar los daarvan is inzet prijzen erg belangrijk als het gaat over de ontwikkeling en groei van je kind. Als je de inzet van kinderen prijst, zullen ze vervolgens meer geneigd zijn om weer hun best te doen ook is het resultaat nog niet perfect.’
Kan je al aan bepaalde dingen zien aan een jong kind of het later een hoog IQ zal hebben?
‘Vroeg kruipen of goed kunnen zitten? Het zegt vrijwel niets over of je baby later een hoogvlieger wordt of niet.’
Hunnius: ‘Ontwikkelingspsychologen willen altijd voorspellen hoe iets later zal gaan. Je doet een testje op school en je weet of je later naar de universiteit zal gaan. Tot grote frustratie van babypsychologen zijn de bestaande ontwikkelingstests in de allereerste levensjaren bitter weinig voorspellend voor later. Vroeg kruipen of goed kunnen zitten? Het zegt vrijwel niets over of je baby later een hoogvlieger wordt of niet. Er is wel één iets wat enigszins bepalend kan zijn: sommige baby’s raken bij het zien van een nieuw patroon al heel snel verveeld en willen snel naar iets anders kijken, terwijl anderen het plaatje juist heel lang en uitgebreid verkennen. Tot op bepaalde hoogte blijkt dit voorspellend te zijn voor de later cognitieve ontwikkeling. Waarom is dat zo? Daar zijn we nog niet helemaal uit. Misschien verliezen kindjes die snel iets hebben gezien, zich niet in details. Aan de andere kant kan het ook zijn dat je kindje voortdurend aangetrokken wordt tot nieuwe dingen. Die eigenschap zou ervoor kunnen zorgen dat een mens in zijn leven meer verschillende ervaringen meemaakt, wat op den duur de cognitieve vaardigheden bevordert. Let wel, de samenhang is niet heel erg sterk. Als je ziet dat je baby heel erg lang naar iets kijkt, hoef je je heus geen zorgen te maken dat het later mis loopt. Ook andere elementen spelen een grote rol. Dat neemt niet weg dat we een eerste beginsel hebben ontdekt van iets op jonge leeftijd dat een bepaalde continuïteit heeft doorheen de ontwikkeling.
Tot slot, de vraag die het meest gesteld wordt door alle jonge ouders: wat zijn nu de optimale omstandigheden voor een jong kind om op te groeien en uiteindelijk een gelukkige, succesvolle volwassene te worden?
Hunnius: ‘Dat is een terechte vraag. Het klinkt als een open deur, maar je kan het niet vaak genoeg herhalen: een kind groeit het best op in een liefdevolle, stimulerende en gevoelige omgeving. Voor de emotionele ontwikkeling van een baby is een warm nest cruciaal om later een succesvol mens te zijn. Want ook een baby kan stress ervaren, weliswaar niet op dezelfde manier als een volwassene, maar als je al eens een baby verschrikkelijk hard hebt zien huilen, dan zie je de stress die hij voelt ervan afdruipen. Ook jonge kinderen die in een gewelddadige of onzekere omgeving opgroeien, hebben stress. Daarom kreeg de praktijk in de Verenigde Staten waarbij migrantenkinderen van hun ouders gescheiden werden onlangs zoveel aandacht. We weten met zekerheid dat de onveiligheid en angst die dat met zich meebrengt, erg ongunstig zijn voor de ontwikkeling van het kind.’
Het babybrein, Michiel van Elk, Sabine Hunnius, ISBN 9789044636277, Uitgeverij Prometheus, 19,99 euro. p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier