Familietherapie: wat als het water tussen ouder en jongere te diep is?

'Hoe ver ze ook uit elkaar gedreven zijn, het loont steeds de moeite om te trachten de band tussen ouders en kinderen te herstellen', vertelt klinisch psycholoog professor Guy Bosmans (KU Leuven). © GETTY

Soms stappen jongeren die worstelen met angst, verdriet en suïcidale gedachten niet naar hun ouders, hoewel die hen erg graag zien. Tussen ouder(s) en adolescenten kunnen vertrouwensbreuken ontstaan, en die tracht attachment based family therapy te herstellen.

Door conflicten, over en weer slingerende verwijten, gekwetstheid en onbegrip kan de relatie tussen ouders en jongeren flink verzuren. Adolescenten slagen er dan niet langer in om bij ernstige stress, emotionele of gedragsproblemen hulp te vragen aan hun ouders. Er ontstaan vertrouwensbreuken in de ouderlijke zorg.

Attachment based family therapy (ABFT) is erop gericht vertrouwensbreuken tussen ouder(s) en jongeren te herstellen, zodat ouders hun zorgende, ondersteunende rol opnieuw kunnen opnemen en jongeren zich daarin veilig voelen. De gezinstherapie werd ontwikkeld in Philadelphia door experts die een grondige analyse maakten van wat echt werkt in diverse psychotherapieën. “ABFT haalt het beste uit uiteenlopende therapieën”, beaamt Guy Bosmans, professor klinische psychologie aan de KU Leuven. Bosmans organiseert sinds 2017 een jaaropleiding ABFT voor klinisch psychologen in Vlaanderen en Nederland. Ook in Franstalig België groeit de interesse.

Afzonderlijke sessies

Gedurende 3 of 4 sessies wordt met de jongere en de ouder(s) apart gewerkt, om vervolgens gezamenlijke gesprekken tussen beide partijen voor te bereiden waarbij de therapeut optreedt als facilitator of coach. Het doel van de afzonderlijke therapiesessies is inzicht te krijgen in het ontstaan van de vertrouwensbreuken. “Met de jongere gaan we op zoek naar de breuken, en we laten hen over die breuken vertellen. We bereiden hen ook voor om hun verdriet uit te spreken tegenover de ouder”, legt Guy Bosmans uit. “Daarnaast hebben we sessies met de ouder(s) en reactiveren we de liefde voor het kind, die soms wat ondergesneeuwd raakte door de conflicten.”

In sommige gezinnen zijn een aantal mensen heel gekwetst, waardoor ze niet meer bij elkaar kunnen zijn, terwijl ze toch erg verlangen naar betere tijden samen. “Het is bijzonder moeilijk voor het gekwetste kind om over zijn verdriet te vertellen, omdat het vreest afgewezen te worden door de ouder. Terwijl het voor de ouder vaak nog moeilijk is om te luisteren zonder te vervallen in het aandragen van oplossingen voor de problemen van het kind.”

Samen in gesprek

Vervolgens worden ouder(s) en jongere samen gebracht en volgen sessies in een constructieve context met de therapeut als coach, over wat de jongere beleefd heeft in relatie met de ouders, over het verdriet, de frustraties en de teleurstellingen. “Tijdens die gezamenlijke sessies zorgen we ervoor dat de jongere in een veilige context kan vertellen wat hem of haar echt dwars zit en zien we erop toe dat de ouder ook echt naar het kind luistert. Door open te luisteren naar de beleving van het kind ontwikkelt de ouder begrip voor het immense verdriet en groeit een aanvoelen waar het vertrouwen zoek is geraakt. Zonder te oordelen, te minimaliseren of te corrigeren.”

“Tijdens gezamenlijke sessies zorgen we ervoor dat de jongere in een veilige context kan vertellen wat hem of haar echt dwars zit en zien we erop toe dat de ouder ook echt naar het kind luistert”, zegt professor Guy Bosmans.© GETTY

Als de jongere aanvoelt dat de ouder zijn verdriet ernstig neemt, ontstaat een corrigerende gehechtheidservaring. Die ervaring ontmijnt de conflictueuze situatie, waardoor ook de depressieve gevoelens van de jongere temperen. De jongere voelt zich minder geremd om zijn verdriet te delen, en de ouder kan weer een ondersteunende rol opnemen. Als de gezamenlijke gesprekken op die wijze gevoerd worden, kunnen vertrouwensbreuken herstellen.

Gehechtheidstheorie

ABFT hecht veel belang aan relationele aspecten in het gezin. “Onderschat niet hoezeer mensen hun gezinsleden nodig hebben”, zegt Bosmans. “Achter veel moeilijk gedrag zit verlangen naar nabijheid van de ouder. Hoe ver ze ook uit elkaar gedreven zijn, het loont steeds de moeite om te trachten de band tussen ouders en kinderen te herstellen.” ABFT haalt veel bij de tot de verbeelding sprekende gehechtheidstheorie. “Die theorie heeft echter sterktes en zwaktes”, nuanceert Guy Bosmans. “Het is een zeer rijk concept, dat vaak verschillend geïnterpreteerd wordt door therapeuten. Mensen krijgen stempels zoals ‘je bent onveilig gehecht’, als zou de relatie met je verzorgers in je eerste levensjaren je verdere relationele leven onherstelbaar veranderen.” Volgens Bosmans is die visie ongenuanceerd en bovendien te zwaarwichtig. “Je kunt gehechtheidsproblemen bijsturen tijdens het leven.” Nieuwe ervaringen en nieuwe ontwikkelingsfasen beïnvloeden de gehechtheid met de ouder of verzorgende voortdurend. Een lagereschoolkind heeft andere zorgnoden dan een baby, puber of adolescent. De interacties tussen ouders en kinderen veranderen. Het kan op elk moment vastlopen op nuances en op verkeerd begrepen worden. “Een ouder kan heel goed bedoeld iets zeggen wat een kind toch enorm kwetst, bijvoorbeeld. Het zit soms in supermini-nuances.”

Als het water tussen ouder en jongere te diep is

Pijn verwoorden

Jongeren zijn zeer bang niet goed genoeg bevonden te worden door hun ouders. Ouders willen van hun kant ook graag goede ouders zijn. “Dat is evolutionair zinvol: voor onze soort betekent isolement gevaar. Daarom moeten we in groep functioneren.” Achter de schuld die jongeren geven aan hun ouders voor dingen die mislopen in hun leven zitten ook schuldgevoelens omdat jongeren vrezen dat ze hun ouders iets hebben aangedaan, en dat ze daarom niet goed genoeg zijn. “We proberen voortdurend de andere pijn te besparen. Toch is positieve feedback geven niet altijd de beste oplossing om conflicten te vermijden. Het is voortdurend zoeken naar een evenwicht.”

ABFT gaat op zoek naar de heel pijnlijke momenten en helpt ze onder woorden te brengen. “Als ouder los je de kwetsuren van je kind niet op met sorry zeggen, maar door te luisteren naar het diepe verdriet en te doorvoelen hoe het kind de pijn ervaren heeft. Daarna kun je aangeven dat het zo niet bedoeld was, of dat je geen idee had dat je woorden zo hard overkwamen, maar dat je dat nu wel begrijpen kunt. Het gevoel moet aankomen bij het kind: ‘Mijn ouder heeft begrepen waarom ik zo gereageerd heb, waarom ik zo boos was…’ Die erkenning is ontzettend belangrijk.” Als ouders argumenten gaan aandragen waarom ze toen afwijzend waren, omdat ze in die periode zelf al genoeg op hun bord hadden door problemen op het werk bijvoorbeeld, dan stokt het gesprek. “Jongeren willen geen last zijn voor de ouder en gaan zich nog schuldiger voelen.”

Verhelderende inzichten

De gezamenlijke gesprekken tussen ouder en kind zijn moeilijk, maar zijn verhelderend voor beide partijen. “Aanvoelen dat je elkaar graag ziet, erkennen dan je je kind veel verdriet hebt aangedaan, tonen dat je dat erg vindt, openstaan als ouder, beseffen dat je ouder vooral het beste voor je wil met al zijn of haar mankementen…, dat allemaal kan de gehechtheid herstellen.”

ABFT verdiept de relatie tussen ouder(s) en kind. Je krijgt een ’tool’ voor als nieuwe conflicten zich aandienen: stilstaan en écht luisteren. Weten dat je kunt praten met je ouder, zonder dat hij je meteen corrigeert of het probleem wil oplossen voor jou, is ontzettend belangrijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content