Tommy Browaeys
‘Even dacht ik dat de pandemie voor een andere kijk zou zorgen op wat echt belangrijk is’
‘Waarom is work-lifebalance nog steeds geen prioriteit bij de Belg?’, vraagt Tommy Browaeys zich af. ‘Alsof we de sluimerknop eindeloos kunnen induwen.’
Een aantal maanden na de invoering van de vierdagenweek, waarbij werknemers hun voltijdse uren over minder dagen kunnen spreiden, maken amper 5 op 1.000 daar gebruik van, zo blijkt uit cijfers van Acerta.
Ik had er eerlijk gezegd meer van verwacht. Blijkbaar zien de meeste ondernemingen het omwille van administratieve en organisatorische redenen (nog) niet zitten en wachten ook werknemers eerder af, waarbij de energiecrisis en de inflatie ook wel een rol zullen spelen.
Vraag blijft of we daarmee die andere energiecrisis in onze lichamen en hoofden geen extra brandstof blijven aanreiken. Als de storm wat gaat liggen, komt er misschien een nieuwe golf rond die optie om de werkweek anders in te delen. En misschien geen 100 procent maar bijvoorbeeld 90 procent over vier dagen spreiden.
Ik denk terug aan die metafoor van de legoblokjes: kinderen knutselen eerst iets in elkaar zoals beschreven, halen het vervolgens uiteen en gaan er creatief mee aan de slag. Wat als meer werknemers nu eens niet al hun (energie)blokjes op dezelfde tafel gooien? Het kan de optelsom van alle actieve blokjes vergroten, terwijl er minder aan de inactieve kant blijven. De puzzel van de arbeidsmarkt wat anders leggen dan op de oude doos staat.
Slimme jeugd
Onze jongeren lijken er alvast anders tegenaan te kijken want 1 op 3 twintigers zou niet meer dan 30 uur per week willen werken en geeft er de voorkeur aan om niet al zijn eieren in hetzelfde mandje te leggen.
De meeste werknemers van de oudere generaties pakten het anders aan en gingen al snel na de schoolbanken een werkhuwelijk tot het pensioen ons scheidt aan. Zou het kunnen dat de schaal van die jeugd op termijn minder snel breekt dan de onze? En kunnen we daar iets uit leren? Is het geen piste om die bijna voltijdse baan met iets anders te combineren dat extra energie geeft, in bijberoep of als vrijwilliger en mogelijk zelfs in de caritatieve sector die naar extra helpende handen snakt? Het zou in ieder geval ook een goede zaak kunnen zijn voor de statistieken rond langdurige afwezigheid, waarvan ik nog altijd hoop dat we ze ooit kunnen omkeren.
Want het aantal mensen dat nog niet wakker is, blijkt helaas enkel toegenomen. Het heeft wat weg van een sluimerknop die eindeloos ingeduwd kan worden. Bij de ene wekker klinkt de volgende beep misschien al wat luider dan de vorige, het bewustzijn raakt precies onvoldoende aangewakkerd, de oorschelpen of grijze kronkels sluiten de weg richting besef af.
Even dacht ik dat de pandemie voor een andere kijk zou zorgen op wat echt belangrijk is. Dat we met flink ziek zijn, het verlies van een dierbare of het vaccin ook een herinneringsprik kregen om anders en met meer verwonderlijking te zien wat via een ingenestelde schemerblik zo wazig alledaags geworden was.
Ondertussen schuiven we weer netjes aan in de files naar kantoor, met op de achterbank of in onze rugzak meer van hetzelfde waarvan we aangaven het niet meer te willen.
Telewerk zorgde bij heel wat mensen voor een betere balans tussen werk en privé. We realiseerden dat er ook moois in onze achtertuin schuilt en niet naar de andere kant van de wereld hoeven te trekken om eens weg te zijn.
Ondertussen schuiven we weer netjes aan in de files naar kantoor, met op de achterbank of in onze rugzak meer van hetzelfde waarvan we aangaven het niet meer te willen.
Wanneer ik nog eens lees hoe ik als door een nachtmerrie opgejaagde slaapwandelaar uiteindelijk toch wakker werd, blijft de rode draad van iemand die naast de controle over de context ook zichzelf verliest nog steeds dezelfde. Het komt er ook voor de sluimeraars van nu op neer om de ogen te openen, in die spiegel te kijken en uit te maken wat ze wel of niet willen, zich kwetsbaar op te stellen – het is oké om niet altijd oké te zijn –, zich te openen en hulp te aanvaarden, tot een bewust zelfbesef te komen en uit die beschermende cocon van valse zekerheden te stappen.
Fakers
Als samenleving scheren we kwetsbare mensen die wel willen werken maar het fysiek of mentaal echt even niet kunnen nog altijd best niet over dezelfde kam als werkonwilligen. Ik denk terug aan mijn allereerste opiniestukje voor Knack, als reactie op de uitspraak van Roland Duchâtelet dat de meeste burn-outers fakers zijn: ja er zijn werknemers die profiteren; er zijn ook werkgevers die de kantjes eraf lopen. Ook dat is ondanks initiatieven rond werkbaar werk en het geponeerde streven naar een duurzaam evenwicht tussen ‘people’, ‘planet’ en ‘profit’ vandaag onvoldoende anders.
We zitten samen in hetzelfde bad, met de politiek die het water mee op de juiste temperatuur kan houden. Als we dat niet beseffen, zal het infarct collectief zijn. Net als auto’s die files op snelwegen proberen te omzeilen en zich vroeg of laat alsnog ergens anders vastrijden, tot de stilstand volledig is en geadviseerd wordt om de ruime regio te vermijden.
Wederzijds begrip als maïzena voor de samenleving, op en naast de werkvloer, ook tussen mensen met elk hun eigen karakter en kijk op de context.
De voorbije jaren hadden een collega-journalist en ik het er regelmatig over dat in die hele burn-out context eigenlijk weinig verandert, behalve de statistieken, in negatieve zin. Ondanks de vele keren dat we er iets over deelden. We hoopten iets in beweging te zetten door met dezelfde hamer op dezelfde nagel te blijven kloppen en met geloof in het effect van de Chinese druppel een verschil te maken. Soms vroeg ik me af of dat nog zin had.
Toch haalt mijn hoop het nog steeds van de wanhoop. Omdat we vroeg of laat geen andere keuze meer hebben. Het is als met de duurzaamheidsgolf en de energietransitie, waarbij de toekomst voor afstel zorgt wanneer wij blijven uitstellen. Terwijl de aarde opwarmt, vriezen we onszelf in. Tijd om te ontdooien. Voor meer werkelijke ademruimte. Ook voor de generaties na ons. Die hun tanden anders in het leven zetten dan wij op hun leeftijd.
Tommy Browaeys blogt rond mentale gezondheid en hoogsensitiviteit. Zijn boek Wake-Up Call is nu ook verkrijgbaar als e-book. Met een extra hoofdstuk rond de filosofie en leidraad die eruit voortvloeiden en die hij tijdens lezingen of workshops deelt. Meer op www.waarjewerkelijkademt.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier