Eenzaam is niet altijd alleen (en omgekeerd)
Eenzaamheid is gelinkt aan gezondheidsproblemen. Maar ook niet genoeg alleen kunnen zijn kan contraproductief werken. Wetenschappers zoeken naar een balans tussen de twee.
Vorig jaar lanceerde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een grootschalige internationale campagne tegen eenzaamheid. Ze was een reactie op de resultaten van een wereldwijde enquête waaruit bleek dat liefst een kwart van de mensen zich permanent eenzaam voelt. Eenzaamheid kan een chronisch gezondheidsprobleem worden, vergelijkbaar met die problemen die worden veroorzaakt door zwaarlijvigheid of fysieke inactiviteit. Bovendien is het voor eenzame mensen moeilijk om zich los te maken uit het sociaal isolement.
Volgens een recente overzichtsanalyse in het topvakblad Nature leidt ziekelijke eenzaamheid voornamelijk tot depressie, aandoeningen van hart en bloedvaten en een hogere kans op dementie. Eenzaamheid wordt ook gekoppeld aan slaap- en gewichtsproblemen, verslavingen, een verhoogd risico op infecties en een hogere circulatie van stresshormonen in het bloed. Eenzaamheid kan het normaal functioneren van je lichaam compleet ontregelen.
79% van de 18- tot 24-jarigen voelt zich geregeld eenzaam.
Een eerste belangrijke misvatting is dat eenzaamheid vooral oudere mensen treft. De cijfers in Nature zeggen iets anders. Gevoelens van eenzaamheid komen het frequentst voor bij 18- tot 24-jarigen – liefst 79 procent rapporteert dat ze zich geregeld eenzaam voelen. Voor 65-plussers is het 44 procent. Oudere mensen beseffen dat ze contacten verliezen en plooien niet zelden terug op herinneringen om het gemis te compenseren. Jongeren hebben die optie veel minder.
Het is vooralsnog onduidelijk of sociale media gevoelens van eenzaamheid versterken dan wel compenseren – studies leveren uiteenlopende resultaten op. In Science verschenen ontnuchterende cijfers uit 70 landen die stellen dat bijna 12 procent van alle 13- tot 17-jarigen zich ‘altijd of bijna altijd’ eenzaam voelt. Dat is angstaanjagend veel.
Aangepaste hersenen
Wetenschappelijk onderzoek kwam tot de conclusie dat eenzaamheid een significant effect heeft op de werking, de structuur en zelfs het volume van de hersenen. Dat verklaart mede waarom het relatief gemakkelijk een chronisch probleem wordt. Blijkbaar zit er in onze hersenen een sterke motivatie om gezelschap op te zoeken, mogelijk een overblijfsel uit prehistorische tijden, toen het voor mensen gevaarlijk was om alleen te zijn. Het ondergroef hun overlevingskansen, zowel qua bescherming tegen predatoren als bij het vinden van voedsel.
Het zou dus kunnen dat de hersenen als gevolg van de prehistorische link met gevaar ook vandaag nog negatief reageren op eenzaamheid, en het als een ongemakkelijk gevoel presenteren: zoek contact, want anders zal het je slecht vergaan! De software in ons hoofd die ons miljoenen jaren lang met succes door een tijd zonder grote greep op de rest van de wereld stuurde, is niet verdwenen.
Eenzaamheid verandert de werking van de hersenen, waardoor mensen anders tegen de wereld gaan aankijken.
Een tweede groot misverstand is dat eenzaamheid niet per se betekent dat iemand altijd alleen is. Mensen kunnen zich perfect eenzaam voelen in een sociale context, omdat ze niet in staat zijn om op een normale manier met anderen te connecteren. Je zit tussen de mensen, maar je hebt toch het nijpende gevoel dat je alleen bent.
Niet gemaakt voor de massa
Een grootschalige studie in JAMA Network leverde opmerkelijke cijfers op. Wanneer de verhoogde kans op mortaliteit wordt bekeken, maakt men het onderscheid tussen twee ‘types’ van eenzaamheid. Een chronisch gevoel van eenzaamheid is gekoppeld aan een 14 procent hogere kans op vroegtijdig sterven. Bij complete sociale isolatie is dat liefst 32 procent. Je kunt dus toch beter eenzaam zijn met mensen om je heen dan helemaal alleen.
Wie geïsoleerd leeft, heeft 32% meer kans om vroegtijdig te sterven.
De voorbije eeuwen leeft de meerderheid van de mensen in het omgekeerde van de bescheiden groepen uit de prehistorie: in mensenmassa’s waarin je als individu kunt verdwijnen en verdrinken. Ook daar zijn we niet voor gemaakt. Steeds meer mensen koppelen zich geregeld los van anderen en proberen tijd alleen door te brengen. Een studie in SSM-Population Health stelde vast dat mensen tussen 2003 en 2020 steeds minder tijd doorbrachten met familie, vrienden of collega’s. Dat betekent niet noodzakelijk dat ze eenzamer zijn, wel dat ze minder sociale contacten hebben en dus kwetsbaarder zijn als het eens tegenzit.
Het sociologievakblad Socius berichtte onlangs over een survey in 75 landen. In 17 landen leeft meer dan een kwart van de volwassenen in een ‘solohuishouden’ – alleen, dus. Gemiddeld spenderen volwassen mensen een derde van hun wakkere bestaan alleen. Met het ouder worden wordt dat meer. Thuiswerk en andere – al dan niet technologische – innovaties kunnen ervoor zorgen dat alleen zijn niet noodzakelijk je comfort beperkt.
Er is nog een derde belangrijke misvatting inzake eenzaamheid – ze werd aangekaart in Science. In zogenaamde ontwikkelingslanden zoals Myanmar, waar mensen nog altijd meer in kleinere en hechtere gemeenschappen leven, blijken gevoelens van eenzaamheid ook vaak voor te komen, vooral bij ouderen. Ze zijn deels gekoppeld aan armoede en permanente stress om aan voldoende eten te komen. Maar het gevoel dat je nooit aan de anderen kunt ontsnappen, speelde er ook een rol.
Schrijven in een dagboek
Veel mensen vinden alleen zijn niet problematisch. Een overzichtsanalyse in New Scientist wees uit dat steeds meer mensen periodes van alleen zijn nodig hebben om zich goed te voelen, om mentaal en fysiek tot rust te kunnen komen. Ook hier geldt het soms wat verwarrende inzicht dat je zelfs in gezelschap perfect alleen kunt zijn. Je neemt dan psychologisch afstand van de anderen, maar niet fysiek. Vergelijk het met schrijven in een dagboek: je plooit je op jezelf terug, zonder dat je per se fysiek alleen hoeft te zijn.
Wetenschappers zouden geen wetenschappers zijn als ze niet zouden proberen een kantelpunt te bepalen tussen alleen en eenzaam zijn. Een analyse in Journal of Research in Personality besloot dat je, als je meer dan driekwart van je tijd alleen bent, als eenzaam kwalificeert. Maar de conclusie werd gekoppeld aan een waarschuwing: zoals altijd en overal zijn er grote verschillen in het gedrag van mensen. De ene zal veel gemakkelijker kunnen omgaan met zelfs langere periodes zonder gezelschap, de andere zal geen dag zonder sociaal contact kunnen. Mensen zijn geen identieke kopieën van elkaar die voortdurend van een lange biologische band rollen – en gelukkig maar. Het is evenmin zo dat vooral introverte mensen ‘eenzaamheid’ zouden opzoeken, blijkbaar integendeel.
Een belangrijke, bijna evidente nuance werd gebracht in een studie in Scientific Reports: als mensen er actief voor kiezen om alleen te zijn, heeft alleen zijn doorgaans vooral positieve effecten. Mensen zijn dan minder gespannen en meer tevreden met hun leven.
Gewend zijn aan alleen zijn kan in extreme omstandigheden zelfs nut hebben. Onderzoekers stelden in Proceedings of the National Academy of Sciences dat mensen die het gewoon waren om alleen te zijn veel gemakkelijker, en zonder extra gezondheidsproblemen, door de coronalockdowns kwamen. Sommigen maakten van de pandemie zelfs dankbaar gebruik om definitief los te koppelen van de hectiek van een intens sociaal bestaan, zowel professioneel als privé.
Het nut van verveling
In Science werd een lans gebroken voor het concept ‘verveling’. Verveling zou niet per se nuttig zijn, maar evenmin echt slecht, omdat het je hersenen kan stimuleren tot nadenken en eventueel tot initiatieven die je anders niet genomen zou hebben. Intrigerend was een experiment waarin werd aangetoond dat als je artificiële intelligentie (AI) zo programmeert dat ze zich kan vervelen, je dikwijls betere en originelere resultaten krijgt dan met AI-modellen die uitsluitend op exploratie drijven.
De hamvraag is natuurlijk of je niet-gekozen eenzaamheid kunt counteren. Als mensen ervoor kunnen kiezen om alleen te zijn, kunnen ze er dan ook voor kiezen om te ontsnappen uit de val van eenzaamheid? Het is niet gemakkelijk, zeker gezien het effect van eenzaamheid op de werking van de hersenen, maar het is niet onmogelijk.
Zo drukt New Scientist ons op het hart dat het minder moeilijk is om contact te leggen met anderen dan we soms denken. We onderschatten de slaagkansen van een sociale interactie én de indruk die we op iemand maken. Maar dan moeten we wel zo veel mogelijk ‘gewoon doen’. Als we ons vanaf het begin afstandelijk opstellen, uit schrik te opdringerig te zijn, kunnen we de kans op een ‘sociale doorbraak’ ondergraven. Het is niet makkelijk, maar het is wel mogelijk. Anders zouden er niet zo veel koppels gevormd worden, want je partner is zelden iemand die je al lang kent (mogelijk een mechanisme om de genetische gevolgen van inteelt te bestrijden).
Nature Mental Health somde enkele klassiekers op om met succes een sociaal netwerk uit te bouwen of te vergroten. Word lid van een hobbyclub, bijvoorbeeld, of ga geregeld op een bankje in een park zitten. Volkstuintjes zouden uitermate geschikt zijn om eenzaamheid tegen te gaan. Ze bieden een ideale combinatie van weldoend groen, lichte fysieke activiteit en de aanwezigheid van gelijkgezinden. Zelfs vogelkijken wordt aanbevolen als geschikt om in een relaxte sfeer contacten te leggen.
Een rouwproces
Altijd een goed idee: doe iets fysieks. Wandelen of joggen vergroot de kans op een ontmoeting, maar regelmatig buitenkomen kan ook je hoofd tot rust brengen. Het doorbreekt het eindeloze, uitzichtloze piekeren en herkauwen. Fysieke inspanning is zo goed als altijd nuttig voor iemands gezondheid, zeker in de natuur.
In Science wordt er wel voor gewaarschuwd om eenzaamheid niet nodeloos te medicaliseren. Het helpt niet om alleen de symptomen, zoals slapeloosheid en verslavingen, aan te pakken terwijl de onderliggende oorzaak ongemoeid wordt gelaten.
En wat doe je als je een geliefde of vriend ziet wegkwijnen? Hoe goedbedoeld ook, in sommige gevallen is het aangewezen dat interventies beperkt worden. Mensen die zich bijvoorbeeld heel eenzaam voelen na het overlijden van een partner moeten de tijd krijgen om het verlies te verwerken. Ze hebben daarbij niet altijd behoefte aan permanente bezorgdheid of zelfs aan de aanwezigheid van anderen. Iedereen verwerkt zoiets op zijn eigen manier. Eenzaamheid tijdelijk aanvaarden kan soms nuttiger en wenselijker zijn dan ze onmiddellijk weg te zetten als een aandoening die te allen prijze moet worden bestreden.