‘Eén miskraam is brute pech. Twee misschien ook. Maar drie?’
Als één miskraam al zo’n grote emotionele impact heeft, hoe is het dan om miskraam na miskraam te krijgen? Wat doet het met je als elke prille zwangerschap uitmondt in verdriet en teleurstelling? En als daar geen oorzaak voor gevonden wordt, zoals vaak het geval is? Lichtpunt: zowel de medische als de psychologische begeleiding zijn vandaag beter dan ooit.
Op haar 30ste verjaardag stopte Nele met de pil. ‘In onze omgeving kampten nogal wat koppels met vruchtbaarheidsproblemen, dus mijn vriend en ik hielden er rekening mee dat het even kon duren voor ik zwanger werd. Tot onze blijdschap was het vrijwel meteen raak.’
Het geluk was helaas van korte duur. In de 7de week van haar zwangerschap kreeg Nele lichte buikkrampen en bloedverlies. ‘De volgende dag vond de gynaecoloog geen hartslag meer. Hij kon alleen maar bevestigen wat ik al vreesde: ik had een miskraam.’
Nele nam samen met haar vriend de tijd om het verlies te verwerken. ‘We waren in gedachten al veel bezig geweest met de komst van de baby: we hadden namen gekozen, nagedacht over de kinderkamer, gepraat over crèches en ouderschapsverlof. Tot we dus met een klap van onze roze wolk donderden.’
Hun gynaecoloog vertelde hen dat miskramen veel voorkomen en meestal een speling van de natuur zijn. Een kwestie van een verkeerd lotje. Volgende keer beter. Maar toen Nele een paar maanden later opnieuw zwanger was, herhaalde het scenario zich. En ook een 3de zwangerschap eindigde voortijdig met een miskraam. ‘Toen liep het pas fout in de 11de week, op een moment dat we dachten dat het grootste gevaar was geweken. De klap kwam des te harder aan. Deze keer verliep de miskraam ook niet spontaan maar kreeg ik medicijnen om het vruchtje af te drijven, wat ik psychologisch heel zwaar vond. Na die 3de keer heb ik heel diep gezeten. Eén miskraam is brute pech. Twee miskramen misschien ook. Maar drie!?’
Kwaliteit van eicellen
Volgens de richtlijnen van The European Society of Human Reproduction and Embryology spreken we van herhaalde miskramen (‘recurrent pregnancy loss’) als minstens 2 zwangerschappen spontaan voortijdig stoppen. ‘Ongeveer 3% krijgt ermee te maken: 3 op de 100 vrouwen die zwanger willen worden, krijgen dus meerdere miskramen na elkaar. Dat is een behoorlijk aantal, merken we ook in de praktijk’, zegt professor Shari Mackens, gynaecoloog aan het CRG, het Centrum Reproductieve Geneeskunde van UZ Brussel. ‘De typische miskraam doet zich voor in het eerste trimester, meestal voor 10 weken zwangerschap. We spreken dan van een vroege miskraam (‘early pregnancy loss’). Een zwangerschap kan ook daarna nog voortijdig eindigen, maar er is een groot verschil tussen een miskraam op 8 weken en eentje op 18 weken. Na 24 weken spreken we van een vroeggeboorte omdat de foetus vanaf dan levensvatbaar is.’
Het risico op een miskraam stijgt met de leeftijd. ‘Hoe ouder je bent, hoe meer kans op een miskraam’, bevestigt Mackens. ‘Het kantelpunt ligt op ongeveer 35 jaar. Vanaf dan gaat de kwaliteit van de eicellen achteruit en worden ze vatbaarder voor chromosomale foutjes. Krijgt een vrouw van 30 meerdere miskramen na elkaar, dan is dat doorgaans van een andere orde dan meerdere miskramen bij een patiënte van rond de 40. Wat uiteraard geen afbreuk doet aan het verdriet en de teleurstelling. Hoe pril de zwangerschap ook was, met elke miskraam worden hoop, verwachtingen en toekomstdromen de grond in geboord.’
Emotionele storm
Een tsunami van intense gevoelens, zo omschrijft psycholoog Julie Nekkebroeck de emotionele impact van een miskraam. Samen met 3 collega’s staat zij in voor de psychologische begeleiding in het Centrum Reproductieve Geneeskunde. ‘Na een miskraam kun je overspoeld worden door emoties, en met elke volgende miskraam neemt de intensiteit exponentieel toe. Je kampt met boosheid en opstandigheid: waarom overkomt dit mij? Teleurstelling. Verdriet. Radeloosheid. Het gevoel dat je lichaam je in de steek laat. Schuldgevoelens: doe ik iets fout, ligt het aan mij? Soms zijn er ook schuldgevoelens tegenover de partner, of tegenover ouders of schoonouders, omdat je er maar niet in slaagt hen een (klein)kind te schenken. En er is de wurgende angst dat het misschien nooit meer zal lukken om een zwangerschap uit te dragen en een kind op de wereld te zetten.’
Hoe een vrouw met herhaalde miskramen omgaat, hangt zeker ook af van het traject dat eraan voorafgaat. Was ze snel zwanger of pas na een groot aantal ivf-pogingen? Heeft ze al een kindje of nog niet? Hoe zijn haar vorige miskramen verlopen en hoe heeft ze die verwerkt? Julie Nekkebroeck: ‘Sowieso zijn er individuele verschillen, ook inzake weerbaarheid. We zien hier vrouwen die er na 10 miskramen nog altijd de moed in houden en anderen die na 2 miskramen aangeven dat ze ermee willen stoppen. Sommige vrouwen ontwikkelen na enkele miskramen een soort beschermingsmechanisme: ze proberen een nieuwe teleurstelling in te calculeren door zich te onthechten van hun prille zwangerschap. Ze willen bij een eerste echo liever geen hartslag horen en hoeven niet te weten wat het geslacht is. Ze bouwen slechts heel behoedzaam een band op met het wezentje in hun buik.’
Oorzaak onbekend
Na een miskraam kun je ook overrompeld worden door een intens gevoel van machteloosheid. ‘Dit staat in schril contrast met ons geloof in een maakbare wereld’, zegt psycholoog Julie Nekkebroeck. ‘Zeker inzake fertiliteit waren er de voorbije decennia zo veel ontwikkelingen, dat we vandaag sterk het gevoel hebben dat we ons lot in eigen handen kunnen nemen. We denken te kunnen kiezen hoeveel kinderen we nemen, en wanneer die er komen. Bij een miskraam word je bruusk geconfronteerd met controleverlies: er gebeurt iets in je lichaam waarop je totaal geen vat hebt. Koppels die bij ons aankloppen, hopen dan ook op een snelle oplossing. Maar dat is nu net het probleem bij miskramen: er is vaak geen oplossing voor.’
Na 2 miskramen kan onderzoek gestart worden om de onderliggende oorzaak op te sporen. Gynaecoloog Shari Mackens: ‘We doen onder andere een chromosoomanalyse van beide ouders, om er zeker van te zijn dat er geen genetisch probleem is. We doen ook een bloedonderzoek, waarbij we onder andere de stolling en de schildklierwerking checken. En tijdens een hysteroscopie onderzoeken we de binnenkant van de baarmoeder. Helaas maken die onderzoeken ons doorgaans niet veel wijzer. Bij de meeste miskramen tasten we in het duister over de oorzaak en weten we gewoonweg niet waarom het embryo na een aantal weken stopt met groeien of waarom de zwangerschap ineens eindigt. En als de oorzaak onbekend is, wordt het extra moeilijk om het probleem aan te pakken. We kunnen nooit de garantie bieden dat het de volgende keer wél goed gaat.’
Tijd en aandacht
Vaak hebben patiënten al een heel traject afgelegd voor ze op een gespecialiseerde afdeling terechtkomen. ‘Wij nemen hier vooral de tijd om hen uitgebreid te informeren’, zegt Mackens. ‘Elke dag vraagt een patiënte wel om “iets te proberen”. Op internet circuleren tal van berichten over mogelijke behandelingen die niet altijd zo onschuldig zijn. Nu eens heeft iemand gelezen dat een cortisonbehandeling kan inwerken op het afweersysteem, zodat de baarmoeder het vruchtje minder snel afstoot. Dan weer vraagt iemand medicijnen tegen een eventuele bloedstollingsafwijking, terwijl daar geen indicatie voor is. Sommige vrouwen zijn zo radeloos dat ze eventuele risico’s willen negeren, maar de meeste reageren voorzichtiger als we ook de informatie meegeven die op het internet vaak ontbreekt.’
De psychologische begeleiding houdt vooral in dat ruim aandacht wordt gegeven aan het verdriet en het rouwproces, en dat patiënten de kans krijgen om op verhaal te komen. ‘Wij hebben helaas geen pasklaar recept om hier zonder kleerscheuren door te komen’, weet Julie Nekkebroeck. ‘Het enige wat we kunnen doen, is luisteren en de patiënten het gevoel geven dat we voor hen klaarstaan en hun probleem ernstig nemen. “Je bent nog jong “en “volgende keer beter”: vrouwen horen die woorden na een miskraam nog al te vaak van mensen in hun omgeving. Het zijn goedbedoelde pogingen om moed in te spreken, maar ze gaan voorbij aan het schrijnende verdriet en de teleurstelling.’
Goede afloop
Eén miskraam kun je nog aan het toeval wijten, maar bij 2, 3 of meer miskramen is er meer aan de hand. Dat is vaak de redenering. Shari Mackens nuanceert. ‘Als geen oorzaak wordt gevonden, zijn er 2 mogelijke verklaringen. Ofwel trek je telkens opnieuw de foute kaart. Elke zwangerschap geeft 1 kans op de 5 op een miskraam: het is statistisch dus niet onmogelijk dat je keer op keer pech hebt. Ofwel is er wel degelijk een onderliggend probleem, maar hebben wij daar nog geen zicht op. We investeren dan ook continu in wetenschappelijk onderzoek, in de hoop dat we in de toekomst meer koppels een verklaring en een adequate behandeling kunnen bieden.’
Mackens wil graag besluiten met een positieve noot. ‘Het goede nieuws is dat het bij het merendeel van de patiënten uiteindelijk wel lukt om een kind te krijgen. Vooral als ze nog relatief jong zijn, is het op een dag wel raak. We zorgen dan voor extra begeleiding: we doen wat vroeger een echo, volgen de prille zwangerschap van dichtbij op, zijn bereikbaarder voor vrouwen die ongerust zijn. Want tijdens zo’n volgende zwangerschap word je meer dan ooit heen en weer geslingerd tussen de hoop dat het goed blijft gaan en de angst dat je opnieuw een miskraam krijgt.’
‘Het was het waard’
Bij Nele was het pas de 5de keer de goede keer. Ze is intussen moeder van een jongetje van 2 jaar. ‘Na mijn 3de miskraam ben ik doorverwezen naar een academisch ziekenhuis. Een oorzaak hebben ze daar evenmin gevonden, maar ik ben er supergoed opgevangen en begeleid, zowel na de 4de miskraam, als toen ik daarna zwanger was van ons zoontje. En ook al verliep die zwangerschap zonder complicaties, een onbekommerde tijd was het in geen geval. Bij elke kramp of steek in mijn buik sloeg de paniek toe. Ik durfde amper naar het toilet, uit angst om bloed in mijn slipje te ontdekken. Pas toen ik over de helft van mijn zwangerschap was, durfde ik me voorzichtig te verheugen op de komst van onze zoon. Zijn geboorte heeft veel goedgemaakt; het was het absoluut waard dat we zijn blijven doorgaan. Maar ik denk niet dat ik het er nog eens op wil wagen. Nog een miskraam, of enkele miskramen, ik zou het echt niet meer aankunnen. De kans is groot dat we het bij 1 kind houden.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier