Een alternatief voor de BMI? Zo berekent u uw ‘rondheidsscore’

Volgens de berekenmethode BMI heeft Rode Duivel Romelu Lukaku net overgewicht. © Getty
Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

Een nieuwe berekening voor de lichaamssamenstelling van een persoon, de Body Roundness Index, zegt meer over onze gezondheid dan de bekende BMI-score.

Wist u dat Romelu Lukaku ondanks zijn waanzinnig topsportlijf in de categorie ‘overgewicht’ valt? Volgens de berekenmethode Body Mass Index (BMI) heeft de stervoetballer met zijn lengte van 1m90 en gewicht van 94 kilogram een score van 26, net boven de richtlijn voor een gezond gewicht.

Er schort wat aan de BMI

De BMI wordt sinds de jaren 1980 internationaal door huisartsen, verzekeringsmaatschappijen en banken gebruikt om de algemene gezondheidstoestand van een individu te beoordelen. Zo kampt op basis van de BMI een zorgelijke 49 procent van de Belgische bevolking met overgewicht, en heeft 18 procent obesitas (een BMI hoger dan 30).

De methode, die in de 19e eeuw ontwikkeld werd door de Gentse wiskundige Adolphe Quetelet – om statistieken op te stellen over de ‘gemiddelde witte man’ – wordt door diëtisten vandaag steeds meer beschouwd als een onbruikbare tool. Bij de berekening van de BMI wordt immers geen onderscheid gemaakt tussen enerzijds spieren en vet – zoals het Lukaku-voorbeeld aangeeft – en anderzijds waar in het lichaam dat vet precies gesitueerd is.

De BMI houdt ook geen rekening met de ‘fat but fit’-categorie: mensen met een BMI van boven de 30, maar die perfect metabool gezond zijn met een volstrekt normale cholesterol, bloeddruk en bloedsuikerspiegel. Omgekeerd kan iemand met een normale BMI heel wat ongezond visceraal vet met zich meedragen, de zogenaamde TOFI’s (thin-on-the-outside fat-on-the-inside). Visceraal vet is diep buikvet dat de organen omgeeft en schadelijker kan zijn voor de gezondheid dan bijvoorbeeld onderhuids vet op de billen en dijen. Het veroorzaakt kleine chronische ontstekingen en verstoort de werking van verschillende organen.

‘Een gezonde levensstijl is belangrijker dan hoeveel iemand weegt.’

Celien Rombouts, diëtiste

‘Het is de grootste leugen die er bestaat’, schrijft diëtiste Celien Rombouts over de BMI in haar boek Fuck it! Maandag start ik écht. ‘Er is geen andere wiskundige formule die zo verankerd is in ons leven als deze. Ik leerde om mensen hun gezondheid te bepalen op basis van de BMI. Dat is dus ook wat ik de eerste jaren als diëtiste deed. Ik mat mensen, zette hen op de weegschaal, zette die getallen door een eenvoudige calculator in mijn Excel en bam, er rolde een getal uit dat in één klap vertelde of iemand gezond was. Op basis van dat getal kwamen ze terecht in rode, oranje en groene kolommen en besliste ik of iemand gezond was of niet. Het is louter de verhouding tussen gewicht en lengte en zegt niets over je mentale gezondheid, je voedingspatroon, je stressniveau, je slaap, of je rookt, over je spiermassa, cholesterol, bloeddruk, genetische aanleg, socio-economische factoren, … Al die dingen die wel belangrijk zijn om in kaart te brengen als we iets over gezondheid willen zeggen. Er is altijd zo veel meer context om te bekijken. Zeker als we zien dat uit de studies blijkt dat er tussen BMI 19 en 30 niet eens zoveel verschil zit in langer leven.’

Volgens Rombouts durven steeds meer medische professionals vandaag te zeggen dat er problemen zijn met deze index, maar omdat het zo een ingeburgerd en het makkelijk meetinstrument is, blijft men het gebruiken. Bovendien zorgt de BMI voor een gewichtsstigma: men beoordeelt dunne mensen als gezond en dikke als ongezond.

BRI, wat is dat?

De Body Roundness Index lijkt op de BMI, maar is nauwkeuriger omdat hij naast lengte en gewicht ook tailleomtrek (het smalste deel van de romp, net boven de navel) en soms heupomtrek (het wijdste deel van de heupen) in rekening brengt. Deze rondheidsindex focust dus op de rondheid van het lichaam, met name op het buikvet.

Voor de wiskundigen onder ons: de BRI maakt gebruik van het begrip ‘excentriciteit’ van de 17e eeuwse Duitse astronoom Johannes Kepler, waarmee hij planeetbanen kwantificeerde. Op dezelfde manier legt de BRI de ronding van het menselijk lichaam vast. Hoe ronder, hoe groter het risico. 364,2 – 365,5 × √(1 – [tailleomtrek in centimeters / 2π] 2 / [0,5 × lengte in centimeters] 2 ).

Geen nood, u hoeft Kepler heus niet te begrijpen om uw BRI te meten, een online calculator op webfce.com/bri-calculator/ doet voor u het werk. De uitkomst is een waarde die meestal varieert van 1 tot 20. Een BRI-score rond de 2,6 wordt bijvoorbeeld beschouwd als in de gezonde zone. De hoogste waarden suggereren het hoogste gezondheidsrisico, net als de laagste waarden. Een zeer lage BRI kan immers gepaard gaan met ondervoeding, vermoeidheid, verminderde activiteitstolerantie en spieratrofie.

Hoeveel beter is de BRI?

In de zoektocht naar een nauwkeuriger alternatief voor de BMI is de BRI een goede stap voorwaarts omdat hij zich meer richt op lichaamsvorm en vetverdeling dan alleen op lichaamsomvang. Volgens een recente studie blijkt dat de BRI beter is dan andere lichaamsvetmetingen bij het inschatten van cardiometabole ziekten, nierziekten en kankerrisico’s.

Toch zijn er ook aan de BRI enkele beperkingen. Zo is er meer onderzoek nodig om te achterhalen of hij ook werkzaam is bij diverse populaties. En mensen met een hoge spiermassa of zwaardere botten kunnen nog steeds een slechte gezondheidsrisicobeoordeling krijgen als hun verdeling van lichaamsvet niet overeenkomt met ‘typische’ patronen rond de buik. Om de nieuwe meetmethode zo breed mogelijk te kunnen invoeren, zal ook moeten worden nagedacht over een andere naam. Wanneer de huisarts u vraagt om even uw ‘rondheidsindex’ te meten, kunt u dat mogelijk als beledigend aanvoelen.

De BMI en BRI zijn trouwens niet de enige mogelijkheden als het gaat om lichaamssamenstelling. Een die gemakkelijk thuis te meten is, is de taille-heupverhouding (omtrek taille gedeeld door omtrek heupen). De ideale verhouding voor de meeste mannen is minder dan 0,95 en voor vrouwen minder dan 0,85. Andere manieren om vetverdeling te meten, zijn de huidplooimetertest, de DEXA-scan en een weegschaal met vetpercentagemeter, maar die zijn tijdrovender en duurder.

Rombouts moedigt gezondheidsprofessionals aan om zich niet te focussen op één cijfer, maar om medische tests te doen om te onderzoeken hoe gezond iemand is. Hoe zien de bloedwaarden, het stressniveau, mentaal welzijn, eet- en beweegpatroon, slaap en weerbaarheid eruit? ‘Een gezonde levensstijl is belangrijker dan hoeveel iemand weegt. Stop met het haten van lichamen en respecteer de diversiteit die er van nature is.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content