Druk druk druk? ‘Laten we een minister van Tijd invoeren’
De klok is achteruitgezet, de wintertijd is ingegaan. Tegelijk maken de tempoversnellingen in onze haastmaatschappij meer slachtoffers dan ooit. Hoog tijd om tot stilstand te komen. ‘Veel mensen voelen aan hun theewater dat er iets loos is met onze manier van leven. We zijn zot gedraaid.’
‘De tijd gaat snel, gebruik haar wel’, lazen we als kind boven grootmoeders haard in een tijd waarin inspirational quotes onze smartphoneschermpjes nog niet hadden ingelijfd en waarin de vraag ‘hoe gaat het?’ niet steevast werd gevolgd door ‘druk druk druk’.
Ook onze oma’s wisten het al: tijd is een kostbaar goed. Maar ‘meneertje tijd’ lijkt zich tegenwoordig nukkig schuil te houden in de donkerste kamertjes van de koekoeksklok. Overal zijn we naar hem op zoek: op het werk, in de file, in het huishouden, in onze vrije tijd… Klinkt bekend in de oren? Dan zal het pas verschenen boek ‘De herontdekking van de tijd’ nog meer gevoelige snaren raken. Daarin gaan 13 vooraanstaande denkers waaronder Dirk De Wachter, Johan Braeckman en Ignaas Devisch dieper in op de problemen en gevolgen van onze continue ‘rat race’ en het gebrek aan échte vrije tijd.
Het boek is een initiatief van vrijetijdsorganisatie Pasar, de sociaal-culturele vereniging die in de jaren dertig werd opgericht met de invoering van de wet op de betaalde vakantie. Terwijl de missie toen nog was om arbeiders te leren omgaan met hun nieuw verworven vakantietijd, gaat de aandacht nu veeleer naar de problematiek van de kwaliteit van het leven.
Voor Michel Vandendriessche, algemeen directeur van Pasar, is dit boek het startschot van een langdurige campagne om mensen samen te brengen en na te denken over onze netto vrije tijd. ‘Als organisatie voelen we heel goed aan dat we een juiste snaar in de samenleving aanraken en willen we dat debat mee op gang brengen.’
Journalist Koen Haegens schrijft in ‘De herontdekking van de tijd’ dat ’tijd ‘ één van de issues van de 21 eeuw wordt. Bent u het daarmee eens?
Is het niet gek dat onze sterkste beleving van onze vakantie vaak achteraf is, wanneer we de foto’s bekijken?
Michel Vandendriessche, algemeen directeur van Pasar
Vandendriessche: ‘We staan te weinig stil bij ‘De Tijd’, juist omdat dat zo moeilijk is. We zien dat mensen sterk met het leven worstelen en we vergeten soms dat dat niet alleen te maken heeft met bepaalde materiële tekorten, maar ook heel vaak rond tijd draait. Het tijdsgebruik staat zwaar onder druk. Is het niet gek dat onze sterkste beleving van onze vakantie vaak achteraf is, wanneer we de foto’s bekijken? Het moment zelf komt vaak minder hard binnen dan het verhaal nadien dat je wel bijblijft.’
Hoewel de vrije tijd onder druk staat, boomt paradoxaal genoeg de vrijetijdsindustrie als nooit tevoren. Kijk maar naar de vele muziekfestivals die er deze zomer georganiseerd werden. Hoe verklaart u dat?
Vandendriessche: ‘Dit is een typisch voorbeeld van hoe de wereld te snel aan het draaien is. Er zijn zoveel keuzemogelijkheden en we krijgen het gevoel dat we overal aan moeten meedoen en voortdurend moeten presteren. Daarbij moet je ook nog eens zorgen dat je ’s morgens de juiste kleren aantrekt en je kinderen de juiste voeding voorschotelt. Veel mensen voelen aan hun theewater dat er iets loos is met onze manier van leven. We zijn zot gedraaid en het wordt er niet beter op. In een studie hebben we gepeild naar hoe hogeschoolstudenten het vrijetijds- en vakantiegebeuren over 20 jaar zien. Daaruit blijkt heel sterk dat jongeren momenten willen waarop ze niet meer geconnecteerd zijn, want ze weten dat de technologie hun leven in de toekomst nog meer zal overheersen.’
In het boek schrijft filosoof Johan Braeckman dat hij de bladblazer uit de wereld wil helpen. Hij pleit voor eerherstel voor de hark. Is traagheid de oplossing?
Vandendriessche: ‘Veel jonge mensen leggen de lat steeds hoger, ook voor hun kinderen. Het boek is dan ook een appel om eens na te denken over hoe wij leven en opnieuw stil te staan bij de waarden die we écht belangrijk vinden. Dat is wat Dirk De Wachter ook zegt in het boek: “Doe maar gewoon, probeer niet altijd het ultieme te bereiken.” We moeten ook opnieuw leren hoe we ons moeten vervelen, ook al is dat niet evident. Verveling voedt de creativiteit. Vorig jaar gaf ik mijn medewerkers onverwacht een dagje vrij op de schrikkeldag 29 februari. Veel mensen wisten ineens niet wat ze moesten aanvangen met die acht of negen vrije uurtjes. Ik had daar zelf ook moeite mee. Dan slaat de tijd ineens hard toe.’
Wie kiest om er een tijdje uit te stappen, wordt bij zijn terugkeer meteen weer door het leven gegrepen. We mogen nog zoveel yoga of mindfulness doen, zodra het yogamatje is opgerold, staat ons nieuwe stress te wachten. Zitten we gevangen in een systeem?
Vandendriessche: ‘Het is inderdaad een collectieve verantwoordelijkheid. We willen niet enkel individuen aanspreken, maar ook het beleid. We moeten uit het rad van de voortdurende efficiëntie breken. Wanneer beleidsmakers het over tijdmaatregelen hebben, bekijken ze dat doorgaans vanuit een economische haalbaarheid. Maar waarom kunnen we ons niet losmaken van de geldmaatschappij? Ik vind het bijvoorbeeld een prachtig en allesbehalve conservatief uitgangspunt om resoluut te durven kiezen voor de zondag als rustdag. We zijn het normaal gaan vinden dat we met z’n allen op zondag kunnen gaan shoppen, maar in Duitsland hebben ze bijvoorbeeld geëxperimenteerd met de “korte zaterdag” waarbij de winkels tegen de middag sluiten. Die collectieve vrije tijd is nodig, want onze individuele vrije tijd wordt voor een groot stuk ook pas zinvol dankzij sociale contacten.’
De keuze voor de zondagsrust is allesbehalve conservatief
Vrouwenorganisatie Femma pleit voor een collectieve arbeidsduurvermindering. Is dat de oplossing voor ons tijdprobleem?
Vandendriessche: ‘Er wordt wel eens jolig gedaan over het voorstel van Femma, maar wat zij voor een groot stuk bedoelen is dat de dertigurenweek weleens de nieuwe norm zou kunnen worden. Er is toch geen enkele natuurwet die zegt dat wij veertig uur moeten werken? Door meer tijd te creëren om niet-betaalde arbeid uit te voeren, zoals de zorg voor de kinderen of mantelzorg, neem je ook het spanningsveld tussen man en vrouw weg. We willen toch niet terug naar de vrouw aan de haard? We moeten streven naar een situatie waarin er meer tijd is om samen de niet-betaalde arbeid te realiseren en ook samen te genieten van de vrije tijd. Als je hoort dat twee partners niet meer in staat zijn om in hun respectievelijke bedrijven samen voldoende vakantie te nemen, dan kunnen we toch niet meer spreken van een kwaliteitsmaatschappij? Ik ben ervan overtuigd dat een veralgemeende arbeidsduurvermindering in de sterren geschreven staat, zoals ook Jef Pacolet, professor aan het Hoger Instituut voor Arbeid, zegt. Alleen mag daar vandaag niet over gepraat worden vanuit het neoliberale model. Maar het pleiten voor arbeidsduurvermindering lijkt mij net een sociaaleconomische voorwaarde om het tijdprobleem op te lossen. In die zin vind ik flexi-jobs, om nog wat extra te bij te verdienen om die tweede lening te kunnen afbetalen, een totaal verkeerd maatschappelijke signaal.’
U zal misschien niet iedereen meekrijgen. Johan Braeckman pleit voor ‘slow work’, maar dat is iets wat veel bedrijfsleiders niet graag zullen horen.
Vandendriessche: ‘Niet iedereen zal staan springen voor onze ideeën, maar toen de wet op de betaalde vakantie er decennia geleden kwam, was dat ook niet het geval. En nu hebben we met z’n allen betaalde vakantie en werken we minder lang. Aan de andere kant zullen er ook sociale ondernemers zijn die wél oren naar onze progressieve ideeën hebben en daaraan willen meewerken. Maar nog meer dan dat, hebben we nood aan een ander beleid. Om het eens concreet te maken: waarom voeren we geen minister van Tijd in? Ik heb het gehad met het voortdurende mantra van de efficiëntie van deze regering. We kunnen niet blijven aanvaarden dat alles altijd zomaar onder tafel moet worden geveegd omwille van de economische onhaalbaarheid. Bekijk het ook eens van de andere kant, een samenleving kan heel wat kosten besparen dankzij een ander maatschappelijk model. Alles begint bij het feit dat we naar een grotere herverdeling en een grotere gelijkheid in de maatschappij moeten. Zo kunnen mensen over meer middelen, kansen en tijd beschikken. Wetenschappers als Paul de Grauwe en Thomas Picketty pleiten daar al langer voor. Het debat moet worden gevoerd. Laat ons daar samen aan werken.’
In Frankrijk is het voortaan bij wet verboden om na de werkuren nog e-mails te versturen naar medewerkers. Gaat het niet wat ver als we dat al bij wet moeten bepalen?
Vandendriessche: ‘Dat denk ik ook. Je kan het probleem niet oplossen met alleen beleidsmaatregelen, het gaat ook over een individueel gedrag. Je mag de keuzevrijheid niet volledig beknotten. Sommige mensen zijn immers net minder gestresseerd als ze hun leven flexibeler kunnen invullen. Anderzijds moeten we wel evolueren naar een soort etiquette die verhindert dat we 24 op 24 beschikbaar zijn. Ik vind het bijvoorbeeld ongepast om als leidinggevende op zondagmiddag zomaar een e-mail door te sturen naar een medewerker want je geeft op die manier signalen die je eigenlijk niet bedoelt. Maar om dat nu bij wet vast te leggen? We mogen de mensen toch ook nog een beetje wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid. Aan de andere kant moeten er wel zaken wettelijke geregeld worden om sociale bescherming mogelijk te maken. ‘
Pasar heeft ook een missie om mensen tegen 2020 bewuster te laten omgaan met hun netto vrije tijd met concrete voorstellen. Hebt u al voorstellen uitgewerkt?
Vandendriessche: ‘Daar zijn we volop mee bezig. Naar aanleiding van de verkiezingen van 2019 zullen wij onze rol opnemen in het middenveld om een aantal ideeën te lanceren. Dat kan gaan van meer vakantiedagen tot sociaal-cultureel tijdskrediet. Waarom zouden we bijvoorbeeld van het Suikerfeest geen extra vakantiedag maken? Daar is vandaag toch al discussie over. Daarnaast bestaat onze taak als vormingsorganisatie erin om mensen bewust te maken. Dat doen we met ons initiatief ‘Pakje tijd’, waarbij je wat van jouw tijd aan iemand geeft, bijvoorbeeld door hem iets uit handen te nemen of samen tijd door te brengen. Op die manier wordt een gesprek over tijd op gang gebracht tussen partners, gezinsleden en vrienden. Tot slot lanceren we binnenkort ook een campagne rond rustplekjes in gemeenten, want rustplekjes zijn gelinkt met vrije tijd.’
In afwachting van een wereld waarin absolute rust heerst, kunnen we misschien nu al iets doen om onze tijd te bewaken. Hebt u concrete tips om ons te wapenen tegen de ratrace?
Vandendriessche: ‘Ik denk dat iedereen dat vooral voor zichzelf moet uitmaken, maar wat ik bijvoorbeeld doe is niet langer antwoorden met “druk, druk, druk” wanneer men vraagt hoe het met me gaat. Mensen reageren daar vaak vreemd op. Ze vragen zich af of ik dan niets te doen heb, maar dat bedoel ik niet, ik zeg alleen dat het goed met me gaat. Ook heb ik een jaar geleden beslist om zoveel mogelijk met de fiets naar het werk te gaan. Ik bespaar tijd en ik ben meer ontspannen. Daarnaast ben ik ervan overtuigd dat op vakantie gaan erg belangrijk is voor je zelfontplooiing, je leert nieuwe dingen bij en ontdekt nieuwe culturen. Maar we willen daar niet belerend in zijn. Er zijn evengoed mensen die kunnen genieten van een cocktail op hun terras. Je kan ook rust nemen door af en toe de televisie eens af te zetten en er een boek bij te nemen. Doe eens lekker lui, of zoals Johan Braeckman zegt: “Laat de bladeren maar waaien.”‘
De herontdekking van de tijd, 13 denkers over vandaag en morgen. Michel Vandendriessche. Uitgegeven bij LannooCampus. ISBN 9789401444361
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier