Doodzieke patiënten vaak te laat naar palliatieve zorg
Heel wat terminale patiënten komen pas in de laatste luttele weken voor hun overlijden op een dienst palliatieve zorg terecht. Loslaten en aanvaarden blijkt ook voor artsen moeilijk. Zo blijkt uit onderzoek van de universiteiten Brussel en Gent.
Uit een onderzoek van de Vrije Universiteit Brussel en de UGent blijkt dat doodzieke patiënten zeer laattijdig worden doorverwezen naar de palliatieve zorg. De helft van de mensen met een chronische en progressieve longaandoening wordt zelfs minder dan tien dagen voor hun overlijden pas doorverwezen. Bij de helft van mensen met hartfalen is dat twaalf dagen, bij dementie veertien en bij kanker twintig. Dat blijkt uit een studie van Kim Beernaert, professor Lieve Van den Block en professor Luc Deliens van de onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde uitgevoerd met steun van de Vlaamse overheid.
Vooral niet-kankers
Palliatieve zorg is in België in principe toegankelijk voor iedereen die daaraan behoefte heeft. Toch blijkt uit VUB-UGent onderzoek dat doorverwijzingen naar palliatieve zorg vaker voorkomt bij mensen met kanker (63%), dan bij mensen met dementie (37%), hartfalen (34%) of COPD (een chronische en progressieve longaandoening) (20%).
Veel mensen worden dus niet doorverwezen. Als ze wel werden doorverwezen bleek dat dat zeer laattijdig werd gedaan: de helft wordt minder dan 10 dagen (COPD), 12 dagen (hartfalen), 14 dagen (dementie) of 20 dagen (kanker) voor het overlijden doorverwezen.
Bovendien vonden de onderzoekers in de laatste maanden en zelfs weken van het leven nog hoge aantallen behandelingen gericht op genezing of levensverlenging. Bij mensen met COPD vonden de onderzoekers dat 40% nog steeds genezende behandelingen kregen tot de laatste week voor het overlijden (tegenover 16% bij kanker). Deze behandelingen zorgen vaak voor extra lijden voor de patiënt en de familie. Dementerende patiënten, kregen echter wel comfortzorg vergelijkbaar met die van kankerpatiënten.
Ruimte voor verbetering
De Wereldgezondheidsorganisatie benadrukt dat palliatieve zorg op tijd opgestart moet worden, maar dit onderzoek bewijst dat er in de praktijk in ons land nog veel ruimte is voor verbetering. Lichamelijke, psychologische en emotionele ondersteuning is essentieel op het einde van het leven, maar is ook belangrijk doorheen het hele ziektetraject van de patiënt.
Om de kwaliteit van leven aan het einde van het leven te verbeteren, om mensen thuis te kunnen laten sterven, om de last van naasten te verminderen, en om veel lijden te voorkomen, is het belangrijk dat er meer aandacht komt voor de tijdige doorverwijzing naar palliatieve zorg.
Veel te vaak wordt palliatieve zorg alleen maar gezien als een specialisatie in zorg aan het levenseinde, en te weinig als een noodzakelijke aanvullende zorg in een behandeling van een chronische aandoening doorheen het gehele ziektetraject. Kiezen voor palliatieve zorg is niet gelijk aan opgeven, maar is kiezen voor de verbetering van de kwaliteit van leven voor de patiënt, en de familie, onafhankelijk hoe lang het leven nog mag duren.
De studie is gebaseerd op gegevens van 2400 patiënten die werden verzameld via de huisartsen-peilpraktijken. De deelnemende huisartsen zijn representatief voor alle Belgische huisartsen. (MF/VUB)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier