Dodentocht steeds populairder: hoe overleef je de nachtelijke uitputtingsslag?
De interesse voor de Dodentocht blijft elk jaar toenemen. Hoe komt dat? En vooral, hoe breng je de zware wandeling tot een goed einde?
In Bornem vindt van vrijdag- tot zaterdagavond de 50ste editie van de beruchte Dodentocht plaats. Het 100 kilometer lange wandelevenement is net als vorig jaar beperkt tot 13.000 deelnemers en alle tickets zijn al een hele tijd de deur uit. Wie start, krijgt zoals steeds 24 uur om de finish te halen.
Dat de interesse voor de Dodentocht blijft toenemen, bleek onder meer uit de ticketverkoop. Wie in maart een ticket wilde bemachtigen, moest zich reppen. In ruim twee uur tijd vlogen ze de deur uit, wat bij veel vaste deelnemers voor frustraties zorgde.
Met dank aan de media
Wandelaarster Tina Hottinger (24) begint vanavond aan haar derde Dodentocht. In 2016 moest ze halfweg de strijd staken, maar vorige zomer wandelde ze de volle honderd kilometer. De hype merkt zij ook duidelijk op, maar veel valt er volgens Tina niet aan te doen: ‘Er zijn elk jaar tientallen 100 kilometer-wandelingen waar niemand iets over weet en dan is er de Dodentocht, die praktisch als enige mediabelangstelling krijgt. Dat heeft sowieso een impact op de populariteit ervan,’, vertelt ze.
‘Mensen posten heel veel online, de kranten volgen het nauw op en dat heeft mij eigenlijk ook getriggerd om deel te nemen. Dat zorgt er ook voor dat sommige deelnemers er onbezonnen invliegen. Amper trainen, weinig voorbereiding, … Toch start iedereen met de intentie om die honderd kilometer uit te lopen.’
Verschillende vaste deelnemers konden niet op tijd een ticket kopen voor de Dodentocht. Vanuit de reacties kwamen voorstellen om een soort voorrangssysteem in te voeren, waarbij wandelaars die al jarenlang meedoen, zich sneller zouden mogen inschrijven. ‘Iedereen verdient een kans om te starten’, reageert Tina. ‘Ik vind het jammer voor de mensen die al jaren meewandelen, maar het blijft voor elke sportieveling een uitdaging, of je nu een ouwe rot van het vak of een nieuweling bent.’
Hoe overleef je de Dodentocht?
Maar wat maakt nu dat je die tocht tot een goed einde brengt? Wetenschappers aan de Universiteit Gent onderzochten in 2017 welke factoren daarbij een rol spelen. Ze analyseerden de statistische gegevens van zo’n 65.552 deelnemers.
Vooral jonge deelnemers geven vroegtijdig op
Snelle starters lijken een voordeel te hebben, zo blijkt uit het onderzoek. ‘Hoe sneller je start, hoe verder je geraakt in de tocht’, aldus Steffie Van Nieuland van het onderzoeksteam. Vooral jonge deelnemers geven vroegtijdig op. ‘Oudere deelnemers zijn mogelijk beter voorbereid wanneer ze de Dodentocht wandelen. Jongere mensen trainen misschien minder en starten impulsiever’, klinkt het.
De controlepost op 50 kilometer, halfweg het parcours, lijkt voor veel deelnemers ook een zware psychologische horde om te nemen. De meeste deelnemers druipen hier af, nadat de frisse nachtelijke temperaturen en het slaaptekort toeslaan. Maar wie het tot na de controleposten op 50 kilometer uithoudt, heeft een flink hogere kans om de 100 kilometer uit te stappen. Zo haalt 75 procent van de deelnemers die daar voorbij gaat, de eindmeet. De overgrote meerderheid (92 procent) die 15 uur gewandeld heeft, gaat door tot aan de finish.
Onderweg geven 37 procent van de mannelijke deelnemers op, bij de vrouwelijke deelnemers ligt dat percentage iets hoger op 47 procent.
Regen en kou
‘We hadden verwacht dat regen of koude nachten ervoor zouden zorgen dat meer deelnemers zouden afhaken’, besluit de onderzoekster nog. ‘Maar het weer bleek alleen op korte termijn tot opgeven te leiden. Evenveel deelnemers haalden de eindmeet als bij stabiele temperaturen. Slecht weer zorgt er dus alleen maar voor dat mensen die sowieso zouden opgeven, dat iets vroeger doen’, klinkt het.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier