De ziekte van Sint-Niklaas: ‘Weinigen durven openlijk over asbest praten’
Johan de Vos schreef ‘Het boek van Sint-Niklaas’ over zijn stad. Knack biedt u een selectie uit het boek aan. ‘Zowat elke Sint-Niklase familie heeft haar asbestdode.’
Vandaag brengt het deel uit asbest uit mijn boek over Sint-Niklaas heel wat teweeg. En toch, wat ik schreef weet elke Sint-Niklazenaar, het is geen nieuws. Wat wel nieuws is, is het feit dat het geschreven werd en gedrukt in een boek.
Een redacteur van de plaatselijke televisie belde me onlangs met de vraag of ik al doodsbedreigingen kreeg. Neen, integendeel: nog meer mensen getuigen van wat asbest teweegbracht in hun gezin en vriendenkring.
Ze doen het op voorwaarde dat hun naam nooit zal genoemd worden. De vrees voor intimidatie is een andere grote kwaal in deze tussenstad. Het zit diep. Als troost is er ook gelukkig de rest van mijn boek, waaronder een hoofdstuk over liefde. Maar eerst het nieuws dat geen nieuws is, over asbest, de ziekte van Sint-Niklaas.
***
Vele jaren lang was België de grootste verbruiker ter wereld in kilo per inwoner.
Sint-Niklaas is een tussenstad en veel van wat hier gebeurt, lijkt gewoon. Niet veel anders dan elders. Pollutie en dreiging zijn overal. Vluchten kan niet meer.
Het is beter te hopen dat het zo’n vaart niet zal lopen, dat onze kinderen en kleinkinderen verstandiger met hun milieu zullen omgaan. In afwachting – wat is het alternatief? – kijken we de andere kant op.
Dat lukt niet goed. Vooral omdat we beseffen dat er in Sint-Niklaas nog meer aan de hand is. En wel iets typisch voor deze stad. Het gaat over asbest.
Terwijl ik dit schrijf, is er in de pers nog volop commotie over de aanslagen van IS in Parijs en Brussel. Er vielen meer dan tweehonderd slachtoffers. Uren televisietijd en heuvels krantenpapier worden eraan besteed. De president van Frankrijk verzamelt met enige pathetiek de representanten van zijn volk in de zalen van het kasteel van Versailles en verklaart de oorlog aan de vijand.
Maar mensen die het kunnen weten verklaren dat er zeker zoveel asbestdoden waren in Sint-Niklaas. Dat je er ziek van kan worden gewoon door in Sint-Niklaas te wonen. Het is een schande dat dit nauwelijks ernstig werd onderzocht.
De problemen rond deze vijandige asbestvezels die vernietigend de longen kunnen aantasten, werden stukje bij beetje voor zich uitgeschoven. Alles zogezegd ter ere van de werkgelegenheid. Het is de ziekte van Sint-Niklaas. Asbest is thuis in Sint-Niklaas. De firma Scheerders van Kerchove’s Verenigde Fabrieken (SVK) gebruikt het goedje voor alle mogelijke toepassingen in bouwmaterialen: golfplaten, bloembakken, buizen, isolatie.
De Grieken wisten het al: asbest heeft bijzondere eigenschappen, ze noemden het ?σβεστος (‘asbestos‘, wat betekent ‘onverwoestbaar’, en ook wel ‘chrysotiel‘, ‘goudvezel’). Maar de Grieken bleken er toen ook al de gevaren van te kennen: Plinius de Oudere merkte in de eerste eeuw na Christus schade op aan de longen van slaven die belast waren met het weven van asbestkleding.
Een paar duizend jaar later blijkt België verzot te zijn op asbest. Niet alleen om het te importeren, verwerken en verkopen, maar ook om het effectief te gebruiken. Vele jaren lang was België de grootste verbruiker ter wereld in kilo per inwoner. Maar mensen worden er niet alleen ziek van, ze gaan er ook van dood. De uiterst fijne vezeltjes van asbest vallen uiteen. Ze zijn zo licht dat ze lange tijd in de lucht blijven en gemakkelijk worden ingeademd. Zo ontstaan ziekten zoals asbestose en verschillende soorten kanker: mesothelioom, maar ook keel- en longkanker.
Asbestose werd al vastgesteld in de jaren 1920, maar het duurde tot 2001 eer het produceren, gebruiken en op de markt brengen van alle toepassingen van asbest bij wet werd verboden.
Nog een probleem met asbest is dat eventuele ziekten op zich laten wachten. Je weet wel dat ze kunnen komen, maar ze zijn er nog niet. Het kan dertig, veertig jaar duren. De dreiging is abstract, iets op papier, cijfertjes in statistieken en verslagen, het lijkt niet echt. Komt daarbij dat decennia later de link naar de fabriek niet altijd duidelijk is. Er zijn verwante risico’s en kwalen. Asbest is overal.
De situatie in Sint-Niklaas. Scheerders van Kerchove bestaat sinds 1905. Het lijkt een gezond familiebedrijf voor bouwmaterialen, en het stelde veel mensen tewerk.
In de periode dat ik ook zelfstandig fotograaf was in Sint-Niklaas was ‘Scheerders’ een goede klant. Ik had een prima relatie met de verantwoordelijken van de publiciteit en fotografeerde vrolijk en op 4×5 inch-diapositieven de realisaties: trappen, dakpannen, gevelstenen, tegels voor terrassen en keukens, golfplaten en buizen en veel anders dat gemaakt werd met asbest. Het was in de jaren 1970. Ik herinner me de asbestwerkplaats en de stofwolk die er toen nog fotogeniek dwarrelde. Zelden was ik in de fabriek. Ik fotografeerde de realisaties met deze bouwmaterialen in alle delen van het land, maar ook in Nederland.
De firma had relaties in hoge kringen, ik hoorde dat August Edmond Sylvain de Schryver (1898-1991), advocaat, nijveraar en minister van Staat, gehuwd was met Maria Josepha Adrienna Scheerders en medebeheerder was van het bedrijf. Later zou hun zoon Leo die taak overnemen. Dat is tegelijk eervol en bangelijk.
Een probleem is het feit dat weinigen in Sint-Niklaas openlijk over asbest durven spreken. Zowat elke Sint-Niklase familie heeft haar asbestdode. Als ik er over spreek met Sint-Niklazenaren worden ze ernstig en stil, ze kennen de namen, weten details van de ellende die de slachtoffers meemaken, de angst, het ultieme stikkende gevoel van het stervende familielid. Maar ik vind niemand die voor dit boek wil getuigen.
Het valt me op dat mensen niet alleen bang zijn voor de ziekte, maar ook voor het openbaar maken van hun kritiek op de firma, vakbond, bestuur, pers, justitie. Blijkbaar zijn er krachten aanwezig die de mensen, misschien onterecht, bang maken. Het is alsof ze zelf medeschuldig zijn aan wat er gebeurde. Zich zelfs betrokken voelen bij het wel en wee van de fabriek en hoeveel het wel niet moet kosten om dat allemaal op te ruimen.
Wat er gebeurde bij de raden van bestuur en gemeente-, redactie- en vakbondsraden is niet een daad, maar een niet-daad. Niets doen. Erover zwijgen, doen alsof het er niet is. Verzuimen om in een vroeg stadium maatregelen te nemen, tot het laatste moment uitstellen van veiligheidsmaatregelen. Ik kan me niet voorstellen dat een firma met zoveel ervaring niet op de hoogte was van de gevaren. Ik vind dat we hier, op alle betrokken niveaus, kunnen spreken van schuldig verzuim.
De bestuurders en machthebbers zijn slordig en verdedigen belangen die niet de onze zijn en nog minder die van de zwakke inwoners.
Als bewoner van de stad besef ik dat er niet voor mij wordt gezorgd. De bestuurders en machthebbers, die in de controlekamer van deze stad de knoppen bedienen, zijn slordig en verdedigen belangen die niet de onze zijn en nog minder die van de zwakke inwoners. In Het Laatste Nieuws van 30 juli 1998 verscheen een foto van Lieven Vriendts met als onderschrift: ‘Lieven Vriendts van Scheerders van Kerchove hoopt op toelating om verder te werken.’ In het artikel wordt hij omschreven als de milieucoördinator van SVK. En ja, zijn hoop wordt vervuld: de firma mag zowat ongehinderd doen wat ze voor zichzelf het beste acht.
Tijdens een gemeenteraadszitting in 1997 toonde een gemeenteraadslid een stapel folders waarmee SVK reclame maakt voor haar asbestproducten. Dat gebeurde op een moment dat asbest elders al door vaklui in kosmonautenpakken en -maskers en met de grootste omzichtigheid werd verwijderd. Desnoods werden de asbestgebouwen als geheel afgebroken.
In Duitsland was er al sinds 1979 een verbond op spuitasbest en volgde in 1993 een totaalverbod op productie en gebruik van asbest. De klacht in de gemeenteraad werd weggesnauwd, verwijzende naar de – op dat moment – meer dan 650 mensen die werken bij SVK. In 2015 werken er nog 254. Personeel afbouwen gaat vanzelf.
In 2014 is er de pinksterhagelstorm in Sint-Niklaas. Honderden daken worden verwoest, kapot gehageld. Elk huis in Sint-Niklaas heeft wel een schuurtje met golfplaten van asbest. De brokkenstukken liggen overal. De gevaren van asbest blijven.
In 2007 richt de federale overheid het Asbestfonds op. Mensen bij wie mesothelioom of asbestose wordt vastgesteld kunnen – voorlopig nog – snel een flinke maandelijkse vergoeding van ongeveer 1.800 euro krijgen. Het Asbestfonds schrijft erover: ‘Dat onze procedure niet te lang moet duren, is een understatement. De meeste mensen met longvlieskanker leven nog zes maanden tot twee jaar nadat de diagnose werd gesteld. Bij het overlijden krijgt de partner eenmalig ongeveer 35.000 euro, elk kind zo’n 30.000 euro.’ In 2016 is het probleem acuter dan ooit. In De Standaard van 5 augustus 2016 lezen we: ‘Het aantal asbestslachtoffers dat vorig jaar erkend werd door het Asbestfonds, lag nog nooit zo hoog sinds de oprichting van het fonds in 2007. Die piek van 292 slachtoffers is wellicht te wijten aan de intensieve asbestconsumptie in de jaren 1970 en 1980 in ons land, waarvan de ziektesymptomen zich pas na dertig à veertig jaar manifesteren. Tegelijk klagen de slachtoffers aan dat ze machteloos staan tegenover de asbestnijverheid, die buiten schot blijft door de absolute juridische verjaringstermijn van twintig jaar en door een “historisch compromis” met het Asbestfonds.’
Sinds het otstaan van het Asbestfonds in 2007 bond slechts één Belg de David tegen Goliath-strijd aan. Eric Jonckheere, die zijn vader, moeder en twee broers verloor aan longvlieskanker, kreeg na jarenlang procederen tegen Eternit een schadevergoeding van 250.000 euro. De rechter sprak van ‘ongelooflijk cynisme van Eternit’ dat ‘uit winstbejag de wetenschap opzijgeschoven heeft’.
Ik ervaar de stilte die er in Sint-Niklaas heerst rond de asbestkwaal als verontrustend.
Ik ervaar de stilte die er in Sint-Niklaas heerst rond de asbestkwaal als verontrustend. Het heeft niet alleen met SVK te maken, maar ook met de Boelwerf en Nobels-Peelman. Er wordt niet over gepraat, er wordt over gefezeld. De stilte is als de incubatietijd van de ziekte. Ze broedt. Ik weet hoe een bestuurder van ‘Scheerders’ er tot op de dag van zijn overlijden niet ‘kon’ over praten. Er heerst een collectief schuldgevoel. Juridisch gezien is het niet verboden om kankerverwekkende zaken te produceren en te verkopen, maar het vraagt een flinke dosis cynisme om het toch te doen.
Het geven van een vergunning aan een bedrijf, wetende dat deze vergunning over een aantal jaren (als je zelf niet meer in het bestuur zit) doden zal kosten, kan je doen uit winstbejag of uit bezorgdheid voor de werkgelegenheid, of om er verkiezingspropaganda mee te betalen.
Maar de mensen van de stad blijven gedwee. De erfgoedcel Waasland besteedt aandacht aan de fabriek, de glorie en de frivole anekdotes (de firma had ook een zwemvijver), maar geen woord over wat het bedrijf aanrichtte in het Land van Waas. De firma ligt midden in de stad, naast een toch druk bewoonde Westerbuurt, de spoorweg en tot aan de Lange Halsbeekstraat. Een plaatselijke apotheker zegt dat deze wijk asbestgrijs gekleurd is. En het aantal zieken zal ongetwijfeld nog toenemen. Grote betogingen, onderzoekscommissies en juridische stappen kunnen de situatie niet keren. Maar grote, diepgewortelde gebeurtenissen blijven kankeren. Het moet. De geschiedenis heeft haar rechten.
En nog iets: als ik door de Lange Halsbeekstraat rijd of kijk naar de blinde muur in de Aarschotstraat, vraag ik me af of de fabriek ooit asbestvrij kán worden, of de laatste lichte vezel nu echt wel verdwenen is, of er niet nog ergens een stapeltje ligt, of twee.
En, als ze er niet meer zijn, waar dan wel?
Het boek van Sint-Niklaas is verschenen bij EPO, isbn: 9789462670921, 2017, 208p., € 20.00
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier