De toekomst volgens bloedexpert Marc Boogaerts: ‘Bloed heeft iets magisch’

© Getty Images/iStockphoto
Marleen Finoulst
Marleen Finoulst Arts en journalist

Bloed laat niemand onberoerd. De ene valt ervan flauw, de andere gaat ervoor op bedevaart. Professor Marc Boogaerts, Vlaanderens bekendste hematoloog, schreef een ‘geschiedenis van het bloed’ bij elkaar. En praat met Knack ook over de toekomst.

Bloed stroomt bij beekjes doorheen de lange carrière van de arts-hematoloog Marc Boogaerts (KU Leuven). Boogaerts (69) stond aan de wieg van de eerste stamceltransplantaties en de navelstrengbloedbank in België, was enkele decennia diensthoofd van de afdeling hematologie van het UZ Leuven en geeft boeiende lezingen over de geschiedenis, de mythologie en de symboliek van bloed.

Boeiend, want bloed is van ons allemaal. Bloed is angst. Bloed is macht. ‘Van in de oudheid wordt bloed geassocieerd met leven, kracht en macht’, vertelt Boogaerts. ‘Bloed zien vloeien impliceert leven in gevaar – dat zit er bij ons nu eenmaal ingebakken.’ En bij de ene al wat dieper dan bij de andere. Iedereen schrikt wel even bij het zien van bloed, maar bij 3 tot 4 procent blijft het daar niet bij. Zij panikeren, krijgen hartkloppingen, hyperventileren of vallen zelfs flauw. ‘Er zijn er die al onwel worden bij de gedáchte aan bloed aan de ingang van een ziekenhuis’, heeft Boogaerts mogen ervaren. Een toestand die artsen hemofobie noemen – letterlijk: angst voor bloed – en waarvan de ernstigste vormen medisch handelen zowat onmogelijk maken.

Het bloed van Romeinse gladiatoren was erg in trek als energetisch aperitief.

De aanleg voor hemofobie en flauwvallen zou genetisch zijn, blijkt uit schaars onderzoek, en zou getriggerd worden door een jeugdtrauma of door overbeschermende ouders. Een frequent geassocieerde toestand is de angst voor naalden. ‘Aan hinderlijke hemofobie kan iets gedaan worden’, benadrukt de hematoloog. ‘Cognitieve gedragstherapie, al dan niet gepaard met desensitisatie (op een gedoseerde manier geconfronteerd worden met wat je bang maakt, nvdr), helpt mensen over hun bloed- en naaldenangst heen.’ Opmerkelijk: ook het tegenovergestelde fenomeen bestaat wel degelijk: bloedlust. ‘Sommige mensen krijgen een kick bij het zien van bloed en bloedvergieten, in films en games, bijvoorbeeld. Anderen ontspannen zich door zichzelf te verwonden. Psychopaten en sommige potentaten geilen op het vergieten van andermans bloed.’

Relikwieëntoerisme

Bloed heeft altijd iets magisch gehad. De Maya’s brachten bloedoffers om hun goden gunstig te stemmen. Het bloed van Romeinse gladiatoren was erg in trek als energetisch aperitief. Chinese keizers dronken het menstruatiebloed van hun concubines om een goddelijke status te verwerven. Bloed van martelaren werd als relikwie bewaard en vereerd.

Nou ja, ‘werd’? Bloedrelikwieën, zoals bloedende madonna’s of doorbloede hosties, lokken nog altijd gelovigen naar speciaal daarvoor opgerichte kapelletjes en ommegangen. ‘De verering van bloedrelikwieën begon humaan, naïef en oprecht, maar het liep danig uit de hand’, zegt Boogaerts. ‘Als je alle met bloed besmeurde houtstukjes die zogenaamd afkomstig zijn van het kruis van Christus samen zou leggen, kom je uit bij een groot bos. Er zijn ook honderden bebloede spijkers van het Heilig Kruis in omloop.’

De Kerk heeft daar een ambivalente rol in, vindt Boogaerts. ‘Ze laat het allemaal oogluikend toe, of versterkt het soms. Zo erkende kardinaal Joseph Ratzinger, de latere paus Benedictus XVI, ooit een bloed wenende madonna in Japan.’ Beelden kunnen natuurlijk geen bloed wenen, daar zit dus een trucje achter. Boogaerts: ‘Vaak gaat het om mannelijk bloed, afkomstig van de mannelijke zaalwachters. En het wordt natuurlijk nog indrukwekkender als je een speciaal type was aanbrengt achter de ogen van het beeld. Die was wordt vloeibaar wanneer de buitentemperatuur stijgt, als er kaarsen worden gebrand, of als het beeld naar buiten wordt gebracht. Begint het toch wel bloed te wenen, zeker? Het was een fabrikant van wenende madonna’s die het geheim met de was verklapte.’

En wat te denken van de met bloed doordrenkte hosties, waarvan er verscheidene in omloop zijn? Die blijken besmet met de serratia-bacterie, die een rood pigment afgeeft. ‘Een hostie in een monstrans die plots bloedrood verkleurt, het moet vroeger enorme indruk gemaakt hebben op de omstanders’, zegt Boogaerts. ‘Nu weten we dat barstjes in het glas van de monstrans, en het binnendringen van serratia-bacteriën zorgen voor de rode verkleuring.’

Ook het geheim van de lijkwade van Turijn werd door wetenschappers ontrafeld. Het doek is zo goed als zeker afkomstig uit de dertiende eeuw, en de beeltenis werd aangebracht met echt bloed van bloedgroep AB. ‘Het blijft wel een bewonderenswaardig kunstwerk van die middeleeuwse alchemisten’, vindt Boogaerts.

De toekomst volgens bloedexpert Marc Boogaerts: 'Bloed heeft iets magisch'
© FV

Niet dat die wetenschappelijke verklaringen echt iets uitmaken: monstransen met bloedende hosties of bloed wenende madonna’s brengen nog altijd veel mensen op de been. Boogaerts: ‘De mens heeft een metafysische behoefte, en religies maken daar handig gebruik van.’

Aderlatingen

Weinig geneeskundige technieken hebben zo veel eeuwen overleefd als de aderlating, waarbij in de (slag)ader gesneden werd en bloed werd afgetapt. ‘Al in de graven van de vroege farao’s, zo’n 4000 jaar geleden, vind je afbeeldingen van de techniek’, vertelt Boogaerts. ‘Tegen de middeleeuwen waren aderlatingen zelfs zo populair dat – onder andere in Brugge – bloedputten werden aangelegd om het verzamelde bloed in te dumpen.’ Er kwamen richtlijnen voor welke kwaal waar precies moest worden gesneden. Die rituelen werden ook gelinkt aan sterrenbeelden, of aan de stand van de maan. Dat eigenaardige gebruik heeft waarschijnlijk mee aanleiding gegeven tot de ontwikkeling van alternatieve geneeswijzen, als protest tegen die uitwassen. Van de Duitse arts Samuel Hahnemann (1755-1843), de grondlegger van de homeopathie, is bekend dat hij het aderlaten absoluut niet genegen was. Ongelijk had hij op dat vlak niet, vindt Boogaerts. ‘Men sneed per ongeluk al eens een slagader over of liet te veel bloed afvloeien.’

Tot in de zeventiende eeuw bleven aderlatingen bijzonder populair. ‘Waarschijnlijk zijn er meer mensen aan overleden dan genezen’, vermoedt Boogaerts. ‘Het meest schrijnende overlijden is de dood van Henrietta (1644-1670), jongste dochter van koning Karel I van Engeland en getrouwd met – notoir homoseksueel – Philippe, een broer van Lodewijk XIV. In negen jaar tijd kreeg Henrietta toch acht kinderen, waarvan er vier overleden, mogelijk door een erfelijke bloedziekte (porfyrie). Wellicht was Henrietta drager van die ziekte. Toen ze onwel terugkeerde van een wandeling in het park werd ze behandeld met excessieve aderlatingen, naar schatting in totaal zo’n 2,5 liter. Waarschijnlijk is ze daaraan overleden.’

Bloedzuigers

Een enigszins elegantere en minder pijnlijke manier om bloed af te tappen, bleek het gebruik van bloedzuigers. De beestjes (later ‘hirudo medicinales’ genoemd) leven in moerassen en stilstaande wateren. Ze bijten zich vast in doorwadende passanten en zuigen hun bloed op. ‘Arme drommels werden de moerassen ingestuurd om bloedzuigers voor medisch gebruik te verzamelen’, schrijft Boogaerts in zijn boek. Toen dat niet meer volstond, werden de diertjes massaal gekweekt. ‘Bloedzuigers waren ooit big business. In de negentiende eeuw importeerden de Fransen 40 miljoen bloedzuigers per jaar, boven op een eigen kweek van 60 miljoen stuks.’

Bloedzuigers worden nu grotendeels als kwakzalverij beschouwd: bloed aftappen als remedie voor allerhande kwalen is nutteloos.

Van die gebruiken vinden we nog restanten terug in de huidige geneeskunde: hirudoïd-crème, bijvoorbeeld, die gebruikt wordt om bloeduitstortingen sneller te doen verdwijnen (zonder bewezen effect), bevat bestanddelen uit speeksel van de bloedzuiger. Enkele jaren geleden trok Saartje Vandendriessche voor het Eén-programma 1000 Zonnen naar een ‘hirudotherapeut’ die nog altijd bloedzuigers gebruikt als therapie, deze keer om vermoeidheid te lijf te gaan. Ze kreeg bakken kritiek over zich heen. Bloedzuigers worden vandaag grotendeels beschouwd als kwakzalverij: bloed aftappen als remedie voor allerhande kwalen is nutteloos.

Een bijzondere vorm van bloed is navelstrengbloed, dat achterblijft in de navelstreng en de moederkoek na een bevalling. Dat bloed is rijk aan stamcellen, die in staat zijn om onder andere bloedcellen (rode, witte en bloedplaatjes) te vormen. In plaats van navelstrengresten weg te gooien, wordt dit bloed al jaren verzameld en ingevroren bewaard in een navelstrengbloedbank. Het kan nuttig zijn bij patiënten die een stamceltransplantatie nodig hebben en bijvoorbeeld geen donor hebben in hun familie. ‘Wie geen geschikte donor vindt, kan een beroep doen op een transplantatie met stamcellen uit navelstrengbloed’, schrijft Boogaerts.

Naast de publieke navelstrengbloedbanken, die verbonden zijn aan de universitaire ziekenhuizen, kwamen er privéorganisaties die navelstrengbloed op naam en tegen dure betaling invriezen, enkel te gebruiken door de eigenaar. Ruim tien jaar geleden trok Marc Boogaerts ten strijde tegen die weinig solidaire privénavelstrengbloedbanken. Met succes. Verscheidene privébanken gingen later over de kop, sommige lieten de vriezers met navelstrengbloed wel botweg ontdooien. Sinds 2013 zijn de nog overblijvende privénavelstrengbloedbanken verplicht om hun stalen ook publiek ter beschikking te stellen.

De toekomst: IPSC

De bloedvormende stamcellen uit het beenmerg hebben de weg geplaveid naar een nieuw domein in de geneeskunde. In de jaren negentig ontdekten wetenschappers dat alle organen slapende stamcellen bevatten. ‘We beseffen nu ook dat stamcellen niet alleen gebruikt kunnen worden voor bloedvormende cellen, maar ook voor de vorming van zowat alle organen’, legt Boogaerts uit. ‘Zo kan een stamcel gestuurd worden in de richting van een zenuwcel of van, bijvoorbeeld, een levercel. We noemen deze stamcellen IPSC: induced progenitor stem cells. Ze bieden ongekende mogelijkheden.’

In 2012 ging de Nobelprijs voor de Geneeskunde naar Shinya Yamanaka, een Japanse arts en wetenschapper die erin slaagde volwassen menselijke cellen genetisch te herprogrammeren zodat ze naar een embryonaal stadium evolueren, en opnieuw kunnen differentiëren naar alle mogelijke gespecialiseerde menselijke cellen. ‘Zodra dat proces gecontroleerd gestuurd kan worden in een bepaalde richting, kan uit iedere menselijke cel donorweefsel ontwikkeld worden, zoals een hartspier’, aldus Boogaerts. De mogelijkheden zijn immens, maar het onderzoek staat nog in de kinderschoenen. Boogaerts: ‘Op dit moment lopen er duizenden studies met diverse types van stamcellen, en zijn meer dan 650 firma’s actief op zoek naar de therapeutische mogelijkheden.’ Er lopen ook al enkele beperkte klinische studies met IPSC bij zeer ernstige aandoeningen zoals ALS (amyotrofe lateraalsclerose).

Marc Boogaerts, Bloed, een geschiedenis, Lannoo, 352 blz., 24,99 euro.
Marc Boogaerts, Bloed, een geschiedenis, Lannoo, 352 blz., 24,99 euro.

Binnenkort wordt met steun van Marc Boogaerts een eerste nationale IPSC-bank opgericht in Leuven, die geleid zal worden door de Leuvense stamcelexperte Catherine Verfaillie. ‘Stamcellen genetisch bijsturen blijft een risico’, zegt Boogaerts. ‘Er kunnen mutaties ontstaan in gedifferentieerde cellen, die tot kanker kunnen leiden. Om die reden heeft Yamanaka een studie bij twee patiënten met een oogaandoening stopgezet, ondanks een kortstondige verbetering bij een van beiden.’

Het houdt charlatans niet tegen om volop IPSC-behandelingen te bedenken, tegen een hoge kostprijs. ‘In Miami werd onlangs zo’n stamcel-cowboy veroordeeld omdat hij een tiental patiënten met een oogziekte met IPSC behandelde. Nagenoeg alle patiënten werden blind.’ Op het internet kun je ondertussen ook al stamcelcrèmes kopen die beloven de huid te verjongen. Een lucratieve business, zonder énige wetenschappelijke onderbouw. Boogaerts: ‘We moeten nog veel geduld oefenen, maar regeneratieve geneeskunde is zonder twijfel de toekomst.’

Blauw bloed

Voor de mythe dat adellijk bloed blauw is, bestaan minstens vier verklaringen.

1. Edellieden hadden een blekere huid omdat ze uit de zon bleven. Hun bloedvaten schemerden blauwig doorheen de huid, in tegenstelling tot de getaande huid van werkvolk op het land.

2. De adel ging zich te buiten aan vetrijke maaltijden en kreeg na afloop tegen de overdaad een aderlating, waarbij het bloed in een kopje stroomde. Op het bloed verscheen een vettig filmpje; het vet zorgt voor een blauwachtige schijn.

3. De adel gebruikte zilveren bestek, waarbij zilverdeeltjes in hun bloedbaan terechtkwamen. Zilverzout zorgt voor een blauwachtige schijn.

4. Blauw was de exclusieve kleur voor het schilderen van de mantel van de Maagd Maria. De adel wilde via zijn bloed geassocieerd worden met de goddelijke status.

Marc Boogaerts

– 1950: geboren in Korbeek-Lo

– Studies: geneeskunde, hematologie en oncologie aan de KU Leuven, specialisaties aan de Royal Free Hospital in Londen, de Universität München en de University of Minnesota.

– 1993-2010: diensthoofd hematologie UZ Leuven

Pionier van de stamceltransplantaties in België

Medeoprichter van het Stamcelinstituut (SCIL)

Stichtend voorzitter van het Leuvens Kankerinstituut (LKI)

Bezieler van de Leuvense Navelstrengbloedbank

Wat doet bloed in ons lichaam?

Per dag worden in ons beenmerg miljarden bloedcellen gemaakt, elke seconde verschijnen miljoenen nieuwe rode en witte bloedcellen in onze bloedbaan. Ettelijke liters worden per minuut rondgepompt door de hartspier, gezuiverd door de nieren en uiteindelijk afgebroken door de milt. Beenmergcellen krijgen signalen (bijvoorbeeld epo) wanneer de bloedproductie opgedreven of getemperd moet worden. Bloed zorgt voor de distributie van zuurstof uit de longen en van essentiële bouwstenen die werden opgenomen uit de voeding in de darmen, naar alle eindstations: de organen. Afvalstoffen en koolstofdioxide worden afgevoerd naar de longen, nieren en lever. Witte bloedcellen en immuuncellen onderscheppen ongewenste indringers in de bloedbaan, zoals ziekmakende bacteriën en virussen. Bloed definieert ook onze eigenheid, meer dan uiterlijke kenmerken en vingerafdrukken. Bloedcellen dragen aan hun oppervlak een unieke combinatie van moleculen, die als een soort barcode ieder individu identificeren. Analyse van de kern van witte bloedcellen laat toe ons hele genetische patrimonium in kaart te brengen. Bloed vormt vaak ook een spiegel van wat er in andere organen misloopt.

Blauw bloed

Voor de mythe dat adellijk bloed blauw is, bestaan minstens vier verklaringen.

1. Edellieden hadden een blekere huid omdat ze uit de zon bleven. Hun bloedvaten schemerden blauwig doorheen de huid, in tegenstelling tot de getaande huid van werkvolk op het land.

2. De adel ging zich te buiten aan vetrijke maaltijden en kreeg na afloop tegen de overdaad een aderlating, waarbij het bloed in een kopje stroomde. Op het bloed verscheen een vettig filmpje; het vet zorgt voor een blauwachtige schijn.

3. De adel gebruikte zilveren bestek, waarbij zilverdeeltjes in hun bloedbaan terechtkwamen. Zilverzout zorgt voor een blauwachtige schijn.

4. Blauw was de exclusieve kleur voor het schilderen van de mantel van de Maagd Maria. De adel wilde via zijn bloed geassocieerd worden met de goddelijke status.

Wat doet bloed in ons lichaam?

Per dag worden in ons beenmerg miljarden bloedcellen gemaakt, elke seconde verschijnen miljoenen nieuwe rode en witte bloedcellen in onze bloedbaan. Ettelijke liters worden per minuut rondgepompt door de hartspier, gezuiverd door de nieren en uiteindelijk afgebroken door de milt. Beenmergcellen krijgen signalen (bijvoorbeeld epo) wanneer de bloedproductie opgedreven of getemperd moet worden. Bloed zorgt voor de distributie van zuurstof uit de longen en van essentiële bouwstenen die werden opgenomen uit de voeding in de darmen, naar alle eindstations: de organen. Afvalstoffen en koolstofdioxide worden afgevoerd naar de longen, nieren en lever. Witte bloedcellen en immuuncellen onderscheppen ongewenste indringers in de bloedbaan, zoals ziekmakende bacteriën en virussen. Bloed definieert ook onze eigenheid, meer dan uiterlijke kenmerken en vingerafdrukken. Bloedcellen dragen aan hun oppervlak een unieke combinatie van moleculen, die als een soort barcode ieder individu identificeren. Analyse van de kern van witte bloedcellen laat toe ons hele genetische patrimonium in kaart te brengen. Bloed vormt vaak ook een spiegel van wat er in andere organen misloopt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content