Hermes Sanctorum
‘De toekomst is vlees waarvoor je niet hoeft te slachten’
‘De belangrijkste reden om de technologie van cultuurvlees te verwelkomen is eenvoudig: vlees is lekker.’ Aldus Vlaams parlementslid Hermes Sanctorum.
Wat positieve aandacht krijgt, wekt ook ergernis op. In februari werden we overspoeld door de hype rond Tournée Minérale. Toegegeven, ook ik begon genoeg te krijgen van de overmatige berichtgeving. Nu de Dagen Zonder Vlees zijn gestart, dreigt hetzelfde te gebeuren.
Los daarvan is het echter een goede zaak dat zoveel mensen een maand alcohol of vlees opzijschuiven gelijk wat de alcohol- of vleeslobby ook moge beweren. Vaak bepleiten zij hun zaak aan de hand van vreemde kronkels die in hun kraam passen – daarom is het ook lobbywerk.
De toekomst is vlees waarvoor je niet hoeft te slachten.
En er zijn zo behoorlijk wat kromme redeneringen over Dagen Zonder Vlees de revue gepasseerd tijdens de krokusperiode.
Dagen Zonder Vlees zouden onze kleinschalige boeren schade toebrengen, een verhaal dat vooral in Wallonië erin ging als zoete koek. Nochtans zijn de afgelopen tien jaar duizenden boeren ermee gestopt, maar neemt onze vleesproductie net toe. Veeteeltbedrijven worden groter, meer gespecialiseerd en meer exportgericht. Dagen Zonder Vlees hebben daar niets mee te maken, wel de negatieve spiraal waarin heel wat boeren zich kapot hebben geploeterd om – vaak tevergeefs – mee te kunnen op de internationale markt. Idyllisch kan je dat bezwaarlijk noemen.
Een ander klassiek argument vanwege de vleeslobby is dat onze koeien gezellig stoeien op onze graslanden. Alsof we tijdens het eten van vlees zouden bijdragen aan natuurbescherming. De laatste statistieken leren ons dat elk jaar 700.000 runderen, 11 miljoen varkens en 260 miljoen kippen worden geslacht in Vlaanderen. De meeste van die dieren zie je nooit, tenzij verpakt in de supermarkt. En zelfs dat laatste is twijfelachtig, want een groot deel is bestemd voor export. Als je onze productie vergelijkt met wat we zelf consumeren, kom je aan een zelfvoorzieningsgraad van 160 procent voor rundsvlees, nog eens 160 procent voor gevogelte en 260 procent voor varkensvlees. Toch straf genoeg om ons af te vragen: waarmee zijn we eigenlijk bezig? Willen we dit wel?
Maar de vleeslobby heeft één ijzersterk argument in hand: de wereldwijde vraag naar vlees stijgt. Prognoses van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) over vleesconsumptie in 2050 zijn niet bepaald rooskleurig. China en Brazilië hebben de afgelopen decennia de wereldwijde honger naar vlees fors doen toenemen.
Die groei zal nu vertragen, de FAO verwacht bijvoorbeeld niet dat India dezelfde trend zal volgen, maar er blijft wel sprake van groei wereldwijd. Minder of geen vlees eten bij ons, verandert daar niets aan. Tegemoetkomen aan die globale vraag door in Vlaanderen nog meer dieren te kweken en slachten, is echter absurd.
Wat gaan we anders doen? Nog meer dieren bij elkaar duwen en stapelen in verdiepingen?
Wat gaan we dan doen? Gaan we nog meer dieren bij elkaar duwen en stapelen in verdiepingen? De oplossing ligt volgens mij elders: cultuurvlees, vlees gekweekt in celcultuur waarvoor je niet hoeft te slachten. Vanuit het perspectief van dierenwelzijn is de impact gewoonweg niet te overschatten. Maar ook minder grondstoffengebruik, geen milieuvervuiling en zelfs betere voedselbevoorrading behoren tot de toekomstperspectieven.
Een onderzoeksgroep in Maastricht is vandaag wereldwijd pionier in het kweken van cultuurvlees. Binnen de drie jaar verwachten ze er een betaalbare hamburger te kunnen produceren. De biefstuk in cultuur wordt binnen een kleine tien jaar verwacht. De helft van de financiering van al dat onderzoek komt trouwens al van vleesverwerkers. De andere helft van filantropen die heil zien in deze technologie. Uit de eerste marktonderzoeken blijkt dat de consument er positief tegenover staat, ondanks dat de technologie nog bijzonder futuristisch lijkt. Critici die beweren dat ze liever een ‘natuurlijk’ stuk vlees op hun bord krijgen, beseffen trouwens niet hoe voedsel vandaag tot stand komt. Cultuurvlees kan je ook niet vergelijken met kernfusie of andere technologieën die al decennia beloftevol zijn, maar waarbij doorbraken uitblijven. De technologie is er al, het is enkel nog een kwestie van verfijning en opschaling.
De belangrijkste reden om de technologie van cultuurvlees te verwelkomen is eenvoudig: vlees is lekker. We kunnen dromen van een volledig veganistische samenleving in de toekomst, maar jammer genoeg blijft het bij dromen. Het hele Amazonewoud wordt nog eerder gekapt voor productie van sojavoer en vee dan dat mensen geen biefstuk meer zullen eten.
Vlees staat vandaag niet op mijn menu, maar ik kijk er wel naar uit om het cultuurvlees te proeven. We moeten er wel nog een aantrekkelijkere naam voor vinden, die mag dan kandidaat zijn voor Woord van het Jaar in 2020.
Plantaardig eten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier