De hond als therapeut? ‘We mogen niet alle heil verwachten van het dier’

Dokter Tika. © Hôpital Universitaire de Bruxelles
Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

Honden worden steeds meer ingezet in ziekenhuizen, kantoren en scholen om welzijn en productiviteit te bevorderen. Maar het is ook belangrijk om rekening te houden met de work-lifebalance van de hond, waarschuwen experts.

De afdeling intensieve zorg van het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola in Brussel verwelkomt sinds kort de hond Tika om jonge patiëntjes en hun ouders therapeutisch te ondersteunen. ‘Bedoeling is om de patiënt en de familie even uit hun zorg- en ziekenhuiscontext te halen, om in alle veiligheid een wat vrolijker moment te ervaren dankzij de troost, het gezelschap en de waardevolle emotionele steun die het kind zo krijgt’, klinkt het bij het ziekenhuis.

Dat dieren een weldoend effect op patiënten hebben, is genoegzaam bekend. Ze zorgen voor minder stress, minder angst, een beter humeur, emotionele steun, sociale interactie en zelfs hulp bij de revalidatie.

‘Dieren in zorginstellingen kunnen een positieve impact hebben op jong en oud, op mensen met of zonder kwetsbaarheid’, zegt Joke Decru, directeur van de vzw Animal Assisted Projescts (AAP). ‘Een dier straalt iets onbezonnens uit, doet allerlei gekke dingen, het zorgt voor een huiselijke en vrolijke sfeer, komt naar je toe en haalt je letterlijk uit je hoofd en uit je zorgen.’

Hoe valt die therapeutische meerwaarde van een hond op de mens te verklaren?

Joke Decru: De bloeddruk en de hartslag dalen en het knuffelhormoon oxytocine wordt aangemaakt. Dat zijn allemaal belangrijke factoren voor het herstelproces. Maar daarvoor hoeft niet per se een hond ingezet te worden. Uit onderzoek blijkt dat een visbokaal of kamerplant een soortgelijk effect hebben. Alles heeft te maken met het naar binnen trekken van de natuur. Een therapiehond zorgt trouwens niet alleen voor vreugde bij de patiënt, ook het baasje krijgt heel wat voldoening als hij of zij ziet dat een patiënt, die doorgaans misschien moeilijk contact legt, opleeft bij het zien van de hond.

‘Vaak denken we dat een hond naar een emotionele patiënt toeloopt om hem te troosten. Maar misschien wil hij aan ons signaleren dat er iets aan de hand is.’

Is de zorghond aan een opmars bezig?

Decru: Zeker. Wij zetten dieren in in ziekenhuizen, woonzorgcentra, palliatieve zorg, kinder- en volwassenpsychiatrie en scholen. Daar gaat een heel proces aan vooraf met respect voor alle actoren. De juiste randvoorwaarden moeten aanwezig zijn. Op sommige plekken zijn we soms zelfs een jaar bezig om zo’n project uit te rollen.

Maar het gevaar bestaat dat het doorschiet. Een hond is geen therapeut. We mogen niet alle heil verwachten van het dier. Vaak denken we dat een hond naar een emotionele patiënt toeloopt om hem te troosten, maar misschien wil hij aan ons signaleren dat er iets aan de hand is. Dan is het de verantwoordelijk van het ziekenhuisteam om zulke zaken op te vangen, niet van de hond. De hond creëert enkel de opening.

Is elke patiënt gebaat bij een zorghond?

Decru: Mensen die niets met dieren hebben, kunnen daar net extra stress van ondervinden. Het is belangrijk dat patiënten goed geïnformeerd zijn, dat de hond aangelijnd is en dat patiënten de hond eventueel kunnen ontwijken indien gewenst.

‘Ook de work-lifebalance van de hond is essentieel.’ © Hôpital Universitaire de Bruxelles

Is een hond wel conform de ziekenhuishygiëne?

Decru: Als je dieren in een ziekenhuissetting plaatst, moet je met bepaalde voorschriften rekening houden. Maar je moet je de vraag stellen welk effect groter is: de positieve invloed op het genezingsproces, of een mogelijke kans dat er eventueel een infectie wordt overgedragen via een krab van het dier? Dat is moeilijk te onderzoeken, want het eerste is een gevoel, het tweede is objectief meetbaar.

Wordt er ook gedacht aan het welzijn van de hond?

Decru: Ook de work-lifebalance van de hond is essentieel. Als een dier eens een mindere dag heeft, moeten er mogelijkheden zijn dat het zich even kan terugtrekken. Het is belangrijk dat eigenaars van zorghonden een goede opleiding krijgen om in te schatten wanneer het te veel wordt voor zijn beestje.

Vinden honden ook steeds meer ingang op andere plekken, zoals in bedrijven?

Decru: Zeker. Het fenomeen van de kantoorhond leeft duidelijk bij werknemers. Uit enquêtes blijkt dat meer dan de helft voorstander is. Vooral kleinere bedrijven willen ze introduceren. Daar is het draagvlak groter omdat er makkelijker onder collega’s overlegd kan worden. Vaak begint het met medewerkers die hun gezinshond eens op een vrijdag meebrengen naar het werk, daarna volgt de stap naar meerdere dagen aanwezigheid vanzelf. Voor grote bedrijven zijn kantoorhonden nog iets te ver van hun bed. Er zit toch ook een verantwoordelijkheid aan vast. We mogen ook niet vergeten dat niet alle werknemers zich even op hun gemak voelen bij de nieuwe, viervoetige collega’s.

Huisdieren houden: is het altijd gezond voor ons (en hen)?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content