De erfenis van Maggie De Block: ‘De gevolgen van haar beleid zijn desastreus’
Tijdens de aflopende regeerperiode is onze gezondheidszorg erop achteruitgegaan, vindt Paul Callewaert, topman van het socialistische ziekenfonds. ‘Maggie De Block heeft stenen verlegd waarover haar opvolger zal struikelen.’
‘Het regeerakkoord staat vol goede intenties voor de gezondheidszorg. De eventuele terugbetaling van een bezoek aan de psycholoog, de beloofde hervorming van de ziekenhuisfinanciering en een doelmatiger geneesmiddelenbeleid zijn stuk voor stuk positieve maatregelen.’ Dat liet het socialistische ziekenfonds in oktober 2014, aan het begin van de nieuwe regeerperiode, weten in een persbericht. ‘Toen droomde ik nog met Maggie De Block (Open VLD) mee’, zegt Paul Callewaert, algemeen secretaris van het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten. ‘Als huisarts kende de nieuwe minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid de sector goed, en haar plannen konden echt het verschil maken. Wel heb ik haar er van bij het begin voor gewaarschuwd dat daar genoeg middelen tegenover moesten staan.’
De Block heeft 2,1 miljard euro bespaard in de gezondheidszorg. Dat de opbrengsten daarvan niet naar de sector zijn teruggevloeid, is een zware beleidsfout.
Meer dan vier jaar later juicht Callewaert niet meer. In zijn kantoor, twee hoog aan de Brusselse Anspachlaan, is de verslagenheid groot. ‘De ambities waren goed, maar de uitvoering was lamentabel. En de gevolgen zijn desastreus. Niet alleen heeft de minister de voorbije jaren niet extra in de gezondheidszorg geïnvesteerd, ze heeft zelfs 2,1 miljard euro bespaard’, zegt hij. ‘Dat de opbrengsten van die besparingen niet naar de sector zijn teruggevloeid, is een zware beleidsfout.’
Zelf beweert Maggie De Block dat ze wél extra geld in de gezondheidszorg heeft gepompt. ‘Het klopt dat ze elk jaar meer geld heeft gegeven dan het jaar ervoor,’ zegt Callewaert, ‘maar de groeinorm is wel van 3 tot 1,5 procent teruggebracht. De regering wilde 100 kilometer afleggen, maar tankte voor 80 kilometer. De patiënt heeft de brandstof voor de laatste 20 kilometer moeten betalen.’
Toch bleek onlangs uit een onderzoek dat België de op vier na beste gezondheidszorg van Europa heeft.
Paul Callewaert: Wie heeft die studie gedaan? Health Consumer Powerhouse, een privéfirma die gezondheidszorg vanuit een consumentenstandpunt benadert. De onderzoekers meten vooral de praktische toegankelijkheid: hoe snel je bij een arts terechtkunt, bijvoorbeeld, of hoelang je op een CT-scan moet wachten. Op dat vlak scoren we goed. Maar de financiële toegankelijkheid daalt ondertussen. Vandaag betalen patiënten meer dan bij het begin van deze regeerperiode. Liefst één op de vijf Belgen stelt medische zorgen om financiële redenen uit.
Hoe komt het dat de gezondheidszorg duurder is geworden?
Callewaert: Om te beginnen worden er vandaag nog meer ereloonsupplementen aangerekend dan een paar jaar geleden. In de ziekenhuissector zijn ze zelfs tweeënhalve keer sneller gestegen dan de terugbetalingen. Daar is amper iets tegen ondernomen. Laurette Onkelinx (PS), de voorganger van Maggie De Block, heeft de ereloonsupplementen in tweepersoonskamers afgeschaft, en nu is dat ook voor dagopnames gebeurd. Meer niet. Ondertussen zijn steeds meer artsen gedeconventioneerd, waardoor ze zich niet aan de officiële tarieven hoeven te houden. Liefst 40 procent van de tandartsen, 49 procent van de gynaecologen en 60 procent van de oogartsen kan daardoor hoge ereloonsupplementen aanrekenen. Hoe langer dat doorgaat, hoe meer honoraria er buiten de verplichte ziekteverzekering vallen.
Vandaag betalen patiënten meer dan bij het begin van deze regeerperiode. Liefst één op de vijf Belgen stelt medische zorgen om financiële redenen uit.
Al dan niet naar een geconventioneerde arts gaan, daar kies je als patiënt toch zelf voor?
Callewaert: In theorie wel. In de praktijk zijn er nu al regio’s waar je geen geconventioneerde tandarts of oogarts meer vindt. Artsen die zich aan de officiële tarieven houden, hebben ook vaak lange wachtlijsten. Sommigen zijn geconventioneerd in het ziekenhuis waar ze werken, maar niet in hun privépraktijk. Als je voor een afspraak naar het ziekenhuis belt, krijg je te horen dat je een paar maanden geduld zult moeten hebben. Tenzij je naar de privépraktijk van de arts gaat, waar je dus wel ereloonsupplementen moet betalen. Dat is toch niet ernstig? Als we al die artsen willen overtuigen om zich aan de officiële tarieven te houden, moeten we ervoor zorgen dat die hoog genoeg zijn. Ook daarvoor is er dringend meer geld nodig.
Voor sommige behandelingen kunnen álle artsen zo veel aanrekenen als ze willen.
Callewaert:Dat klopt. Het gaat dan meestal om behandelingen met nieuwe medische technologieën die nog niet worden terugbetaald, omdat er geen budget voor is. Zoals een moleculaire test om de kans op uitzaaiing bij borstkanker te bepalen, of 3D-modellen gemaakt ter voorbereiding van een kaak- of aangezichtsreconstructie. Veel artsen passen zulke technieken al toe en vragen daar veel geld voor. Tegen de tijd dat we over de terugbetaling willen onderhandelen, zijn er dan al min of meer vaste prijzen waar we niet meer omheen kunnen. Waarom zou je zo’n nieuwe techniek niet van meet af aan terugbetalen zoals de oude techniek, en daarna de extra kosten onderzoeken?
Meer en meer specialisten vullen hun gewone artsentaken ook met lucratieve bijverdiensten aan. Zo zijn er dermatologen die een botoxhandeltje opzetten en oogartsen die ook esthetische oogcorrecties uitvoeren.
Daar heeft toch niemand last van?
Callewaert: Wel als die artsen daardoor minder gewone patiënten ontvangen. Dan dreigen de wachtlijsten nóg langer te worden. Bovendien hebben ze dan geen reden meer om zich te conventioneren en kunnen ze voor alle behandelingen hoge vergoedingen aanrekenen. In veel gevallen wordt het consult voor zo’n esthetische behandeling ook deels doorgerekend aan de ziekteverzekering. Met andere woorden: we betalen er allemaal voor.
Op één vlak zijn patiënten er wel op vooruitgegaan: voor hun geneesmiddelen betalen ze minder.
Callewaert: Er zijn inderdaad geneesmiddelen goedkoper gemaakt, zoals sommige bloeddrukmiddelen en cholesterolverlagers, waardoor ook het remgeld lager werd. Maar dat geldt niet voor nieuwe medicijnen: de prijzen daarvan zijn duizelingwekkend gestegen.
Paul Callewaert
– 28 juni 1963 geboren in Lier
– Studie politieke en sociale wetenschappen (UA)
– 1994-2000adjunct-directeur informatica van het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (NVSM)
– 2000-2004algemeen secretaris van De Voorzorg Mechelen-Turnhout
– 2004-2011algemeen secretaris van De Voorzorg Antwerpen
– Sinds eind 2011 algemeen secretaris van het NVSM
Een paar jaar geleden heeft minister De Block toch een toekomstpact afgesloten met de farmasector, waardoor de geneesmiddelenfactuur zou moeten dalen?
Callewaert: Op zich zit dat pact goed in elkaar, maar in de praktijk wordt het niet gerespecteerd: jaar na jaar wordt het afgesproken budget overschreden. Aangezien er een vast bedrag is voor gezondheidszorg, moet dat geld ergens anders in de sector worden gehaald.
Komt dat ook door de geheime prijsafspraken voor nieuwe geneesmiddelen die de minister met farmabedrijven kan maken?
Callewaert: Inderdaad. Die procedure, die eigenlijk als uitzondering bedoeld was, is tijdens deze regeerperiode uitgegroeid tot een parallel, ondoorzichtig terugbetalingssysteem. Het gevolg is dat de overheid veel te veel geld uitgeeft aan sommige innovatieve medicijnen. Farmabedrijven hebben er alle belang bij om te vermijden dat er een akkoord wordt bereikt binnen de commissie die over de terugbetaling van geneesmiddelen beslist. Dan kunnen ze de prijs opdrijven tijdens die geheime onderhandelingen met de minister.
We hebben een beleid nodig voor alle nieuwe geneesmiddelen die op de markt komen. Als de overheid wil dat er behandelingen voor zeldzame ziekten en vergeten patiënten in de handel komen, zal ze er zelf voor moeten zorgen dat er in onderzoek en de ontwikkeling wordt geïnvesteerd. De markt zal dat niet doen.
Eind vorige maand pleitten twaalf topmensen uit de gezondheidszorg voor een new deal. Waarom stond uw naam daar niet bij?
Callewaert: Om te beginnen voelde ik me niet geroepen om in een exclusief mannenclubje te gaan zitten terwijl de gezondheidszorg net een heel vrouwelijke sector is. Bovendien zijn we in de schoot van het Riziv al een toekomstvisie aan het uitwerken. Ook inhoudelijk sta ik niet helemaal achter de voorstellen van die topmensen: ze leggen te veel nadruk op de individuele verantwoordelijkheid van de patiënt. Het is duidelijk dat binnen hun groep één bepaalde visie dominant was.
Die van gezondheidseconoom Lieven Annemans?
Callewaert: Professor Annemans benadrukt altijd dat we veel geld kunnen besparen door de overconsumptie in te dijken. Dat deed hij ook al in de aanloop naar de vorige verkiezingen. In zijn laatste boek schreef hij dat er 20 procent te besparen viel. Dat is ook grotendeels gebeurd. Maar nu is er volgens hem nóg een besparing van 20 procent mogelijk. Waar wil hij dat geld halen? Natuurlijk moeten we zo veel mogelijk besparen door nog efficiënter te werken, maar overconsumptie zal nooit helemaal verdwijnen. Daartoe zouden we naast elke arts een controleur moeten zetten, en dat is onbetaalbaar.
De regering hoopt ook te kunnen besparen door langdurig zieken weer aan het werk te krijgen.
Callewaert: Op zich is dat een nobele intentie: zieke mensen die nog een aantal taken kunnen uitvoeren, moeten daartoe de kans krijgen. Maar de manier waarop dat nu gebeurt, is niet altijd patiëntvriendelijk. Wat me vooral stoort, is dat deze regering die mensen niet zozeer wil helpen. Nee, ze wil geld besparen. Voor haar is elke zieke of invalide een vervelend procentpunt in de statistieken.
Ondertussen zijn steeds meer artsen gedeconventioneerd, waardoor ze zich niet aan de officiële tarieven hoeven te houden.
Veel langdurig zieken die in zo’n re-integratietraject zijn gestapt, konden uiteindelijk niet opnieuw aan de slag gaan. Het is de bedoeling dat hun werkgever binnen zijn bedrijf aangepast werk voor hen zoekt. Is dat er niet, dan kan de werknemer zonder opzegvergoeding ontslagen worden. In 68 procent van de gevallen is dat ook gebeurd. De regering heeft een goedkope ontslagmachine gecreëerd.
Wat psychologische hulp betreft, is er wel een stap vooruit gezet: binnenkort kun je vier of acht sessies bij een psycholoog terugbetaald krijgen.
Callewaert: Het is wel jammer dat die terugbetaling uitsluitend voor specifieke aandoeningen geldt en dat alleen mensen tussen 18 en 64 jaar in aanmerking komen – alsof kinderen en ouderen geen behoefte kunnen hebben aan psychologische hulp. Maar het grootste euvel is dat de 22,8 miljoen euro die ervoor is uitgetrokken niet volstaat. Een deel van de mensen die aan de criteria voldoen, zal de therapie niet terugbetaald krijgen. Is het budget in september of oktober op, dan zullen ze de volgende sessies uit eigen zak moeten betalen. Ik ben bang dat daarmee de toon is gezet voor de rest van het beleid: je hebt ergens recht op, maar krijgt het alléén als er nog budget is.
Minister De Block maakte zich aan het begin van de regeerperiode sterk dat ze de ziekenhuisfinanciering zou aanpassen. Is ze daarin geslaagd?
Callewaert: Dat was haar vlaggenschip, maar uiteindelijk is er niets veranderd. De minister heeft alleen een forfait ingevoerd voor sommige routine-ingrepen, zoals een appendixoperatie of de plaatsing van een knieprothese. In 2014 hadden drie tot vier op de tien ziekenhuizen financiële problemen, vandaag zitten al vier tot vijf op de tien in slechte papieren. Om het hoofd boven water te kunnen houden, rekenen ze de patiënten hogere supplementen aan.
Ziet u dan werkelijk geen lichtpunten?
Callewaert: Amper. We zouden de prioriteiten die we in de aanloop naar de verkiezingen van 2014 naar voren schoven gewoon kunnen recycleren. In geen enkel dossier heeft Maggie De Block de kern van de zaak aangepakt. Ze heeft alleen stenen verlegd waarover haar opvolger straks onvermijdelijk zal struikelen. De kwaliteit, de toegankelijkheid en de beschikbaarheid van de gezondheidszorg zijn de voorbije jaren achteruitgegaan.
Welk profiel moet de volgende minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid volgens u hebben?
Callewaert: Het moet in elk geval iemand zijn die zelf managementcapaciteiten heeft of een goede manager in dienst neemt, zich beter omringt dan vandaag het geval is, en genoeg invloed heeft om van meet af aan de nodige budgetten binnen te halen. Zo heeft Frank Vandenbroucke (SP.A) het destijds gedaan: hij wilde alleen minister van Sociale Zaken worden als hij genoeg middelen kreeg. Misschien is het net doordat Maggie De Block zo’n zware portefeuille had dat de anderen haar dat geld niet meer gegund hebben.
MAGGIE DE BLOCK REAGEERT OP DE KRITIEK VAN CALLEWAERT
1. ‘Het overleg met de sector werd de voorbije jaren uitgehold.’
Maggie De Block: Over de ziekenhuisfinanciering zijn alle stakeholders geconsulteerd, inclusief het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten. Maar er is ook het regeerakkoord. Een aantal uitgangspunten lagen dus wel vast, en ons plan was de vrucht van vele inzichten. Je kunt niet alle eisen van één actor opnemen. Bovendien heeft een werkgroep van artsen en vertegenwoordigers van de ziekenhuizen en de ziekenfondsen de pen mogen vasthouden bij het uittekenen van bepaalde punten van de hervorming.
2. ‘De ziekenhuisfinanciering is niet veranderd.’
De Block: De hervorming is nog maar net begonnen. In Denemarken, dat met dezelfde problemen kampte, heeft de ziekenhuisvorming twintig jaar geduurd. Vandaag willen al onze ziekenhuizen alle zorgopdrachten aanbieden: dat is het echte probleem. Een eerste stap is de invoering van een forfaitaire vergoeding voor ingrepen die overal ongeveer hetzelfde zijn. Dan heeft niemand nog belang bij zo veel mogelijk behandelingen.
3. ‘22,8 miljoen euro voor de terugbetaling van sessies bij een psycholoog volstaat niet.’
De Block: Dit is een proefproject van vier jaar én een historische doorbraak. Ook onder de socialisten is hiervoor op Volksgezondheid nooit geld vrijgemaakt. Het budget volstaat inderdaad niet om alle sessies voor iedereen terug te betalen. Daarom starten we met de mensen voor wie we echt een verschil kunnen maken.
4. ‘De overheid geeft door het systeem van geheime prijsafspraken met de farmabedrijven veel te veel geld uit aan sommige innovatieve medicijnen.’
De Block: Die procedure heeft innovatieve geneesmiddelen tegen onder meer kanker, hepatitis C en hiv/aids toegankelijk gemaakt voor Belgische patiënten. Vaak betalen we zelfs nog minder dan wat de firma’s vragen.
5. ‘Steeds meer artsen zijn gedeconventioneerd. Hoge ereloonsupplementen zijn het gevolg.’
De Block: Er zijn níét meer gedeconventioneerde artsen, hun aantal blijft vrijwel gelijk. En er zijn belangrijke stappen gezet, zoals maxima bij borstreconstructies met eigen weefsel. De Medicomut, het orgaan waarin de ziekenfondsen met de artsen overleggen en akkoorden sluiten en waarin ook Paul Callewaert zit, heeft zich geëngageerd om structurele oplossingen te vinden. Die werkgroep laat ik haar werk doen.’
EEN MINISTER MET GROTE DROMEN EN LEGE ZAKKEN h2>
p>
‘Dit is een droom die uitkomt’, zei Maggie De Block tegen koning Filip toen ze op 11 oktober 2014 de eed aflegde als minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. Ziekenfondsen, artsen, kinesisten, ziekenhuisdirecties, psychologen: in de begindagen van de regering-Michel geloofden ze allemaal dat De Block de geschikte vrouw was om de logge gezondheidszorgtanker van koers te doen veranderen. Vooral omdat ze de eerste arts op het departement Sociale Zaken en Volksgezondheid was sinds 1946. Bovendien had ze als staatssecretaris voor Asiel en Migratie laten zien hoe daadkrachtig ze kon zijn. p>
p>
Na een paar maanden sloeg de twijfel al toe. Ook bij De Block zelf. ‘Ik heb mijn droomdepartement, maar niet mijn droombudget’, zei ze. In de sector maakte men zich zorgen over de lage groeinorm van 1,5 procent voor het gezondheidszorgbudget, maar de minister beloofde dat ze geen nieuwe besparingen meer zou toelaten: ‘Mijn zakken zijn dichtgenaaid.’ p>
p>
Gaandeweg werd de tegenwind sterker. In een sector waar overleg tussen alle spelers traditioneel ontzettend belangrijk is, luisterde De Block steeds minder naar de mensen op het terrein. In het najaar van 2015 al werd daar zowel binnen de artsensyndicaten als de ziekenfondsen en de ziekenhuiskoepels openlijk over gemord. De overleggroep die zich moest buigen over de hervorming van de ziekenhuisfinanciering, bijvoorbeeld, mocht alleen nog de plannen van de minister bespreken. ‘Het overleg met de sector werd de voorbije jaren helemaal uitgehold’, zegt Paul Callewaert van het socialistische ziekenfonds. Studies van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg schuift De Block dan weer geregeld terzijde. Omdat ze beseft hoe vertragend het gepalaver tussen al die spelers kan werken, maar ook omdat ze vaak terugvalt op haar eigen ervaringen als arts. p>
p>
Het gevolg is dat haast alle spelers hopen dat Maggie De Block straks van hun toneel verdwijnt. Sommigen dromen hardop van een nieuwe minister die de sector niet goed kent en alle kennis zal halen bij de ziekenfondsen, artsensyndicaten en ziekenhuiskoepels. p>
Dit is het coververhaal van Knack van woensdag 13 maart 2019. p>
Beluister Knack
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier