De droom van Oscar Pistorius

© Reuters

De deelname van Oscar Pistorius op het WK Atletiek in Daegu zorgt voor de nodige controverse. De prothesen van ‘Blade Runner’ zouden mogelijke technische voordelen opleveren ten opzichte van andere, valide sprinters. Wat zegt de wetenschap?

Oscar Pistorius werd geboren op 22 november 1986 de buurt van Johannesburg in Zuid-Afrika. Zonder kuitbenen. Beide benen werden geamputeerd vanaf de knie nog voor zijn eerste verjaardag. Het heeft hem nooit belet om zich enthousiast op verschillende sporten te storten, zoals rugby, waterpolo, tennis en worstelen. Na een ernstig knieletsel in 2004 maakte hij kennis met het lopen. Hij blies op de 100, 200 en 400 meter alle tegenstand in de gehandicaptencompetitie weg en zocht naar een nieuwe uitdaging: valide lopers.

Pistorius is de eerste paralympische atleet die mag deelnemen aan een WK voor atleten zonder handicap. Zondag kon hij zich plaatsen voor de halve finales van de 400 meter.Voor de Zuid-Afrikaan een droom die eindelijk werkelijkheid wordt. In 2008 werd hij nog uitgesloten voor de Olympische Spelen, een beslissing waartegen hij toen nog in beroep ging.

Valide concurrentie?

Leveren zijn kunststof prothesen oneerlijke voordelen op? De Internationale Atletiekfederatie beweerde in 2008 van wel. Volgens onderzoek van Gert-Peter Brüggemann, van het Instituut voor Biomechanica en Orthopedie van de Duitse Sportuniversiteit in Keulen, zou Pistorius 25% minder energie verbruiken. Zijn verende prothesen zouden ook nog 30% extra mechanisch voordeel geven. Kranten en media vertaalden dit al snel als ‘Pistorius loopt 30% sneller dan concurrenten’.

In september 2009 publiceerden Amerikaanse onderzoekers besluiten die heel anders klinken dan de Duitse. Voor het bereiken van hun maximale snelheid moeten lopers zo lang mogelijk contact met de grond houden om er de kracht van hun spieren op over te dragen. De zwaai van het been naar voren moet zo kort mogelijk zijn. Bij lage snelheid was er geen verschil tussen Pistorius en zijn valide concurrenten, maar dat veranderde naarmate de snelheid toenam.

Op topsnelheid duurde zijn zwaaifase 34% korter: een voordeel voor Pistorius. Het bodemcontact van zijn prothesen duurde bovendien een voordelige 14% langer. Probleem is zijn afzetkracht op de bodem, die 22% lager lag. Pistorius mist immers heel wat spieren om krachten op de bodem over te brengen. Dat nadeel heft de voordelen op, waardoor hij ongeveer dezelfde snelheid haalt als zijn valide concurrenten.

Nog een laatste argument: Pistorius verbruikt ongeveer 6% minder energie, omdat hij door de amputatie ook minder spieren heeft. De hypothese dat zijn lichte prothesen hem zouden beschermen tegen vermoeidheid kwam niet uit. In de korte sprintnummers leverden ze hem dus geen voordeel. (JE in Bodytalk nr.37)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content