Prof. Dr. Philippe Vandekerckhove, gedelegeerd bestuurder van Rode Kruis-Vlaanderen, heeft begrip voor de emoties en gemengde gevoelens die het debat over bloeddonatie teweegbrengen en wil graag reageren. Rode Kruis-Vlaanderen benadrukt dat bloedwetgeving niet discriminerend is. ‘We mogen nooit vergeten wat het doel is van een bloedbank.’
Naar aanleiding van de Internationale Dag tegen Homo- en Transfobie verscheen een persbericht waarin MR vraagt dat de discriminatie van homoseksuele mannen die bloed geven wordt afgeschaft, dat de wetgeving gebaseerd wordt op risicogedrag en niet op geaardheid en dat ze gebaseerd wordt op de meest recente wetenschap. Meermaals worden het Rode Kruis en minister van Volksgezondheid ter verantwoording geroepen voor de bloedwetgeving. Vaak bevat de argumentatie van de oproepende partij ongegronde argumenten die leiden tot onbegrip voor een regelgeving die alles in het werk stelt om patiënten in nood te helpen.
De bestaande bloedwetgeving is niet discriminerend.
Hoe goedbedoeld de oproep van meneer Bouchez ook is, hij bevat drie objectief foute argumenten die – op een thema dat sowieso al erg gevoelig en emotioneel ligt – hierdoor een beter begrip van en respect voor de huidige wetgeving nodeloos bemoeilijken:
- Het betreft hier geen discriminatie: het Grondwettelijk Hof oordeelde in 2019 dat de onthoudingsperiode proportioneel is, ttz. dat de genomen maatregel in verhouding staat tot het risico voor de patiënten die een bloedtransfusie dienen te ondergaan.
- Het uitstelbeleid is niet gebaseerd op geaardheid maar op risicogedrag, en dat is reeds decennia het geval. Kandidaat-donoren vullen een vragenlijst in die peilt naar mogelijke risico’s die de gezondheid van de donor of de patiënt in gevaar zouden kunnen brengen. In deze vragenlijst staat te lezen ‘Hebt u ooit als man seksueel contact gehad met een andere man? Zo ja, wanneer voor het laatst?’. Er is dus geen enkele verwijzing naar geaardheid van de kandidaat-donor.
- De huidige maatregelen berusten wel degelijk op wetenschappelijk onderzoek en werden daarom in 2017 nog aangepast: sindsdien geldt een uitstel van 12 maanden na het laatste seksueel hoog risicocontact vermits een verhoogd risico op hiv bij bloeddonoren het duidelijkst aanwezig is bij mannelijke donoren die minder dan 1 jaar geleden seks hadden met een man. Ook andere internationale cijfers tonen aan dat dit beleid een hoge mate van veiligheid van bloedproducten voor de ontvanger garandeert.Op dit moment is er voor ons land geen nieuw onderzoek dat de veiligheid van een andere uitsteltermijn onderzocht: de gegevens sinds de wetswijziging zijn nog te beperkt om nieuwe conclusies te trekken. Moeten we daarom blind zijn voor buitenlands onderzoek? Uiteraard niet. Het FAIR-SABTO rapport van december 2020 bekeek de evolutie bij bloeddonoren in het Verenigd Koninkrijk sinds de versoepeling naar een uitstel van 3 maanden. Het aantal donoren met een hiv-infectie lijkt stabiel te blijven maar het aantal donoren met een syfilisinfectie is stijgend. Ook een Franse studie (ISBT 2020) toont aan dat syfilis 90 keer meer voorkomt bij mannelijke donoren die seksueel contact hadden met een andere man.Uit het epidemiologisch rapport van Sciensano (december 2020) blijkt dat de overdracht van hiv in 46% van de gevallen gebeurt na seksueel contact tussen mannen. Op basis van een berekening van de Hoge Gezondheidsraad (2016) betekent dit dat het risico om het hiv besmet te raken bij seksueel contact tussen mannen minimaal 90 keer hoger is dan wanneer een man seksueel contact heeft met een vrouw. Het is daarom belangrijk dat de minister van Volksgezondheid eventuele aanpassingen aan de wetgeving baseert op gedegen wetenschappelijk onderzoek.
Meer belangrijk nog dan de foute argumenten, is wat meestal niet vermeld wordt: het recht van elke patiënt op het veiligst mogelijke bloed. We zijn ons ervan bewust dat dit een gevoelige kwestie is maar we mogen nooit vergeten wat het doel is van een bloedbank: het voorzien van voldoende veilig bloed om patiënten te redden. Elk jaar krijgen in ons land duizenden mensen één of andere bloedtransfusie. Moeders na een moeilijke bevalling, kindjes met leukemie, patiënten met stollingsproblemen… Dat zijn evenveel mensen die zonder die transfusie niet zouden overleven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier