Crush the curve: waarom we het virus beter helemaal verpletteren
Nu blijkt dat het afvlakken van de curve het coronavirus niet heeft bedwongen, pleiten experts ervoor om de maatregelen langer aan te houden en het virus te verpletteren. ‘Het is de enige manier waarop we terug kunnen keren naar een zekere vorm van normaliteit.’
Sinds de coronamaatregelen vorige week opnieuw verstrengd werden, is het duidelijk dat een nieuwe strategie zich aandient. Bij de eerste golf koos België, net als zowat alle andere Europese landen, voor de inperkingsstrategie. Het virus had zich toen al verschillende weken ongezien kunnen verspreiden. Het was, met andere woorden, te laat om het nog buiten te houden. Door een lockdown af te kondigen werd de verspreiding ingeperkt. Op die manier vlakte de virologische curve af, zodat het zorgsysteem niet overspoeld zou raken door een plotse toevloed van patiënten. Zodra de curve afgevlakt was, konden overheden de lockdownmaatregelen opnieuw lossen, zodat het ‘normale leven’ enigszins hervat kon worden.
Het is alsof je een brand voor 95 procent hebt geblust, en dan een blaasbalg op het nasmeulende vuur zet om het opnieuw aan te wakkeren.
Geert Molenberghs, biostatisticus
Maar naast afvlakken (‘ flatten the curve’) bestaat er een tweede strategie: crush the curve, de curve verpletteren. Het is de methode die de Chinese provincie Hubei begin dit jaar toepaste, toen bleek dat het virus zich al meer dan een maand over de miljoenenstad Wuhan had verspreid. Elf weken lang ging de provincie hermetisch op slot. Inwoners werden gesommeerd om in hun woning te blijven en het openbare leven werd lamgelegd. Toen de provincie op 8 april opnieuw openging, was het virus er volledig uitgeraasd. Er zijn voor zover bekend sindsdien geen nieuwe uitbraken meer geregistreerd.
Primitief en te ingrijpend
In het gros van de westerse landen stootte die Chinese aanpak op onbegrip. Primitief en veel te ingrijpend, zo was het nagenoeg unanieme oordeel. Volgens beleidsmakers volstond het om de curve af te vlakken. In België daalde het aantal vastgestelde besmettingen per dag nooit onder de 85. Daarmee voldeed het aan de consignes van het European Centre for Disease Control, dat Europese landen aanraadt om niet te versoepelen zolang er meer dan twintig nieuwe gevallen per 100.000 inwoners zijn. Virologen uitten toen al de waarschuwing dat de versoepelingen te vroeg zouden komen. Marc Van Ranst liet optekenen dat hij het aantal dagbesmettingen liever onder de vijftig had zien dalen voor er versoepeld werd.
Toch kozen enkele landen voor een driestere strategie. Nieuw-Zeeland, Finland, Schotland en Cuba besloten de curve te vermorzelen. Nieuw-Zeeland werd op 8 juni na een uiterst strenge lockdown het eerste land ter wereld dat zich officieel covidvrij kon noemen, en ondanks enkele nieuwe gevallen van terugkerende reizigers blijft het land voorlopig gespaard van nieuwe maatregelen. Het succes van die landen bestond erin dat ze de maatregelen aanhielden tot de infectie bijna volledig verdwenen was. Devi Sridhar, de gezondheidssysteemexpert die de Schotse regering adviseert in haar covidbeleid, wil de lockdownmaatregelen in Schotland aanhouden tot er minder dan tien gevallen per dag worden opgetekend.
Bij experts groeit de consensus dat we bij de huidige tweede golf verder moeten gaan dan bij de oorspronkelijke uitbraak. ‘We hebben te vroeg versoepeld’, bevestigt Pierre Van Damme, epidemioloog aan de Universiteit Antwerpen. ‘We zijn finaal nooit lager gegaan dan 85 dagelijkse besmettingen, en dat is gewoon te veel. Vooral als je bedenkt dat het werkelijke aantal waarschijnlijk drie keer zo hoog lag, omdat veel besmette mensen nauwelijks of geen symptomen hebben. De infectie is nooit uit de samenleving verdwenen, en dat breekt ons nu zuur op.’
Ook biostatisticus Geert Molenberghs (Universiteit Hasselt) pleit ervoor om de maatregelen deze keer langer aan te houden en ook ‘de staart van de curve te verpletteren’. ‘We mogen ons niet tevreden stellen met de curve te laten plafonneren’, aldus Molenberghs. ‘Door die aanpak zitten we binnen de kortste keren opnieuw met uitbraken zodra we de maatregelen versoepelen. Het is alsof je een brand voor 95 procent hebt geblust, en daarna een blaasbalg op het nasmeulende vuur zet om het opnieuw aan te wakkeren.’
We moeten vermijden dat we in een jojosysteem terechtkomen, waarbij we voortdurend versoepelen en verstrengen.
Pierre Van Damme, epidemioloog aan de Universiteit Antwerpen
Het nadeel van de crush the curve-aanpak? Het duurt langer vooraleer we de beperkingen kunnen lossen. Ook de economie en de bedrijfswereld zullen langer hinder ondervinden en dus meer schade lijden. Aan de andere kant biedt die aanpak waarschijnlijk de enige manier om, in afwachting van een vaccin, met het virus om te gaan, vindt Van Damme. ‘We moeten vermijden dat we in een jojosysteem terechtkomen, waarbij we voortdurend versoepelen en verstrengen. Dat ondergraaft het draagvlak voor de maatregelen.’
Via de achterdeur
Maar tussen afvlakken en verpletteren staan praktische bezwaren. Zo heeft de verpletteringsstrategie alleen zin als het virus niet opnieuw via de achterdeur binnen kan. ‘Zolang de grenzen open zijn, heeft het geen enkel nut om de curve te verpletteren als onze buurlanden die strategie niet volgen. Want dan riskeer je dat het virus weer wordt binnengebracht en voor een opflakkering zorgt’, zegt Molenberghs. ‘De grenzen zijn na de eerste golf te snel geopend.’
Tijdens de eerste golf bleek het onhaalbaar om de bestrijdingsplannen van de EU-lidstaten op elkaar af te stemmen. Ook het Europese akkoord dat twee weken geleden werd gesloten voorziet nauwelijks in beleidscoördinatie. Toch ziet Molenberghs positieve signalen. ‘Ongeveer alle Europese landen kennen nu nieuwe uitbraken. Het besef groeit dat we op deze manier niet verder kunnen. Ik kan me dus perfect voorstellen dat we nu met onze buurlanden afspraken kunnen maken.’
Een tweede uitdaging is de traceringscapaciteit. De verpulveringsstrategie werkt alleen als besmettingshaarden voldoende snel in kaart worden gebracht. ‘Zelfs als we de curve verpletteren, zullen er nog altijd opflakkeringen zijn’, waarschuwt Molenberghs. ‘Het is dus belangrijk dat je besmettingshaarden snel kunt lokaliseren, zodat je ze kunt indammen. Het is de enige manier waarop we terug kunnen keren naar een zekere vorm van normaliteit.’ Net die contactopsporing verloopt in ons land nog altijd uiterst stroef. Door de gebrekkige samenwerking tussen het lokale en het regionale niveau duurt het vaak te lang eer besmettingshaarden worden opgespoord. Daardoor is het, zoals in Antwerpen al bleek, bijna onmogelijk om nieuwe verspreidingen in de kiem te smoren.
Rest nog de vraag hoever we dan exact moeten gaan. Pierre Van Damme pleit ervoor om door te gaan tot er minder dan 30 besmettingen per dag worden vastgesteld. ‘Dat is een beheersbaar aantal, waarbij je met een klein opsporingsteam eventuele opflakkeringen voldoende snel in kaart kunt brengen.’ Idealiter wordt dat richtgetal een deel van een kliksysteem. ‘Je zou met kleurencodes kunnen werken, waarbij je op basis van het aantal dagbesmettingen de situatie aanpast. Als het besmettingscijfer snel stijgt, worden de maatregelen automatisch strenger. Op die manier weten mensen beter wat ze kunnen verwachten. Dat is een belangrijke manier om de bevolking te overtuigen om de regels te blijven volgen.’
Boudewijn Catry, diensthoofd en woordvoerder bij Sciensano, wil nog verder gaan, en pleit ervoor om de epidemie volledig te laten stilvallen. ‘In een stad als Antwerpen is de epidemie nooit gestopt’, zegt Catry. ‘Antwerpen heeft al meer dan 150 dagen op rij elke dag minstens één besmetting. Eigenlijk zouden er meerdere dagen of weken geen besmettingen meer mogen zijn voor we de maatregelen versoepelen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier