‘Coronavirusbehandeling met bloedplasma niet zonder gevaar’
Een grootschalige studie naar een behandeling voor covid-19 met bloedplasma blijkt allesbehalve de verhoopte resultaten op te leveren. ‘Toediening in een late fase van de ziekte kan de ontsteking erger maken’, zegt prof. dr. Bart Lambrecht.
De Amerikaanse toezichthouder Food and Drug Administration (FDA) heeft de weg vrijgemaakt voor een behandeling voor covid-19 met het zogeheten ‘helend plasma’. Door toediening van het plasma met antilichamen zouden zieken sneller moeten kunnen herstellen en zou het virus minder schade toebrengen.
Volgens prof. dr. Bart Lambrecht, die in april al een eerste experiment uitvoerde met een Belgische patiënt in het UZ Gent is het te vroeg om de therapie grootschalig toe te passen.
Het FDA keurde het gebruik van bloedplasma versneld goed, maakte de Amerikaanse president Donald Trump zondag bekend. Volgens de Amerikaanse president gaat het om een ‘historische doorbraak’ in de strijd tegen het coronavirus, waardoor heel wat levens gered zullen kunnen worden.
Geen wondermiddel
‘Plasma is een aantrekkelijke keuze’, zegt Lambrecht, ‘maar het is zeker niet zonder gevaar en zeker geen wondermiddel, zoals iedereen nu zomaar zegt’.
In april startte het UZ Gent al een experiment met plasma, waarbij een van covid-19 genezen arts plasma doneerde aan een coronapatiënt met een slecht functionerend afweersysteem. Toch is op het vlak van behandeling ‘meer wetenschappelijk onderzoek nodig’, vindt Lambrecht.
Op dit moment lopen er in België twee studies naar het gebruik van plasma, waarvan één aan de KU Leuven, die de effecten van het bloedplasma in een vroeg stadium van de ziekte onderzoekt. Een andere studie in Luik brengt het effect in kaart op patiënten die intensieve zorgen nodig hebben.
‘Het is belangrijk dat we die studies eerst afwerken’, zegt Lambrecht. Hij verwijst ook naar een grote Rotterdamse studie die allesbehalve de verhoopte resultaten heeft getoond en naar een studie van de Amerikaanse MAYO-clinic, met meer dan 70.000 deelnemers, waarvan de wetenschappelijke resultaten nog niet zijn gepubliceerd.
‘Met plasma moet je erg voorzichtig zijn’
‘Het FDA heeft lang op de rem gestaan om dit op grote schaal te gaan gebruiken’, zegt Lambrecht, ‘omdat je met plasma erg voorzichtig moet zijn’.
Toediening in een late fase van de ziekte kan de ontsteking erger maken. ‘Dat is algemeen bekend en is in het verleden al aangetoond bij bijvoorbeeld de griep of gele koorts. Als je daar antilichamen toedient, wordt de ziekte erger.’
Een belangrijke rol is daarom weggelegd voor patiënten- en donorselectie. Je moet de juiste donoren vinden met de juiste hoeveelheid antistoffen, gecombineerd met de juiste patiënt die vroeg genoeg die antistoffen toegediend krijgt, legt Lambrecht uit.
Hij vermoed dat de resultaten van de studie van de MAYO-clinic duidelijk zullen maken wie baat heeft bij de behandeling en wie niet. Bloedplasma zou vooral preventief nuttig kunnen zijn, gelooft Lambrecht. ‘Het kan vooral helpen bij de preventie van de ziekte. Als je plasma kan toedienen aan mensen in de gezondheidszorg of in rusthuizen, zal je zeker infecties voorkomen.’