Mathias De Munck

‘Besparen in de zorg? Vroedvrouwen zijn de sleutel tot een sterke en betaalbare geboortezorg’

Mathias De Munck Coördinator bij de Vlaamse Beroepsorganisatie van Vroedvrouwen.

We kunnen de factuur op onze geboortezorg verlagen en tegelijk de kwaliteit verhogen stelt Mathias De Munck, coördinator bij de Vlaamse Beroepsorganisatie van Vroedvrouwen.

Een bevalling kost in ons land tussen de 5.000 en 10.000 euro. Gelukkig hoef je deze som niet helemaal zelf op te hoesten, want welke kersverse ouder heeft zo’n bedrag op overschot? Nee, die rekening schuiven we in België voor het grootste deel door naar het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) en dus naar de belastingbetaler. En dat zal uiteraard nog even zo blijven, al doet het gerucht de ronde dat er bespaard zal moeten worden op gezondheidszorg, en dus ook op geboortezorg.

Het codewoord hierbij is niet kostenefficiëntie, maar kosteneffectiviteit. Met andere woorden: hoe krijgen we het beste waar voor ons geld? De focus is niet om de kosten te minimaliseren, maar om de uitkomsten te maximaliseren. Geen eenvoudige oefening, maar er zit bekwaam volk aan de onderhandelingstafel en zij zullen ongetwijfeld eens over het muurtje kijken.

In Australië bijvoorbeeld hebben ze becijferd dat een omslag van artsgeleide geboortezorg naar vroedvrouwgeleide geboortezorg een slordige 625 miljoen Australische dollar (380 miljoen euro) zou kunnen opbrengen, of zo’n 1283 euro per geboorte.

Wat betekent dat: ‘vroedvrouwgeleide geboortezorg’? Niet een arts, maar een vroedvrouw is de primaire zorgverlener gedurende de volledige zwangerschap, bevalling en postnatale periode wanneer een zwangerschap als laagrisico wordt gezien. Die risico-inschatting is belangrijk want de vroedvrouw mag dan wel specialist zijn in de fysiologie van zwangerschap en bevalling, bij hoogrisicozwangerschappen of wanneer er complicaties optreden heb je een medisch specialist nodig, het domein van de gynaecoloog.

In Nederland is deze rolverdeling al langer gangbaar. Bij onze noorderburen beval je onder begeleiding van een team van vroedvrouwen en heb je slechts 39 procent kans dat je gynaecoloog erbij is. In België loopt die kans op tot bijna 99 procent. Dat verschil in percentages tussen twee buurlanden kan alleen maar te verklaren vallen door een verschil in medische cultuur.

Kan dat in België dan niet, zo’n vroedvrouwgeleide zorg en dus ook bevalling? In 2022 werd 1,25 procent van de bevallingen in ons land enkel begeleid door vroedvrouwen. Het merendeel daarvan waren thuisbevallingen of bevallingen in een geboortehuis. Ongeveer 30 procent van de vroedvrouwgeleide bevallingen vond plaats in het ziekenhuis. In Vlaanderen en Brussel heb je wat men noemt ‘open ziekenhuizen’ die hun medische infrastructuur ter beschikking stellen aan vroedvrouwen die actief zijn in de eerste lijn. In het Brusselse Erasmusziekenhuis is er met de Cocon zelfs een hele afdeling waar je onder begeleiding van een vroedvrouw kan bevallen.

Klinkt mooi, maar waarom onnodig risico’s nemen als je er ook een arts bij kan hebben? Wel, een vroedvrouwgeleide bevalling is niet onveiliger. Dat tonen internationale studies aan, net als het Jaarrapport Vroedvrouwgeleide Zorg met cijfers over arbeid en bevalling in Vlaanderen en Brussel. Sterker nog, de uitkomsten voor de moeder zijn vaak beter. Zo heb je slechts 1 procent kans op een episiotomie, de beruchte ‘knip’ tegenover 32 procent in de traditionele Vlaamse verloskamer zonder dat je een verhoogd risico hebt op een perineumtrauma. Ook de kans op een traumatische bevallingservaring daalt spectaculair, een probleem dat recent sterk naar de oppervlakte kwam en de Senaat meenam in haar onlangs gepubliceerde informatierapport over obstetrisch geweld. Ook in dat rapport werd aanbevolen om in België de centrale rol van vroedvrouwen te versterken.

Het draait niet enkel om cijfers

Toch plaatst de sector heel wat vraagtekens bij het vroedvrouwgeleide model en wijst men erop dat er weldegelijk risico’s zijn – al vertellen de cijfers een ander verhaal. Zolang ziekenhuisartsen per prestatie worden vergoed en het verdienmodel van onze ziekenhuizen gebaseerd is op afdrachten van die prestaties, kunnen we verwachten dat die kritiek aanblijft. Hoe zou je zelf zijn als in je de toekomst misschien minder kan aanrekenen, ook al is de maatschappelijke kost lager? Het is net die rekening die doorgeschoven wordt naar de belastingbetaler. In 2019 werd al becijferd dat bevallen in de vroedvrouwgeleide afdeling de Cocon ongeveer 450 euro per bevalling goedkoper uitvalt. De totaalkost voor een vroedvrouwgeleide thuisbevalling ligt zelfs vaak lager dan 1500 euro.

Een uitgebreide kostenstudie voor heel België dringt zich op. Daarbij mogen we niet vergeten dat heel wat zelfstandige vroedvrouwen vandaag moeite hebben om het hoofd boven water te houden. In de afgelopen weken hebben twee toonaangevende vroedvrouwenpraktijken zelfs de deuren moeten sluiten omdat de tarieven binnen de RIZIV-conventie gewoonweg niet meer werkbaar zijn.

Nochtans is de vroedvrouw de sleutel tot een sterke en betaalbare geboortezorg. En dat zien die knappe koppen die druk bezig zijn met het vormen van onze nieuwe regering vast ook. Zij zijn zeker ook niet vergeten dat de vroedvrouw hen al eens eerder uit de nood hielp: in 2019 werd het kraamverblijf flink ingekort, veelal terecht. Sindsdien vangt de vroedvrouw mama en baby na de bevalling thuis op. Dat scheelt niet enkel in ziekenhuisbedden, maar ook op de begroting.

Maar het draait niet enkel om cijfers. Het welbevinden van de mama en het jonge gezin is niet in budgettaire termen te vatten. We weten wel zeker dat hier een ongelofelijk maatschappelijk rendement op zit. En als dat onze beleidsmakers niet overtuigt, kunnen ze er gerust de cijfers bijnemen aan de onderhandelingstafel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content