Bang van het groene reanimatiekastje: hoe nuttig zijn AED’s voor het grote publiek?
We zien ze steeds meer aan de muren verschijnen: de groene kastjes met een Automatische Externe Defibrillator of AED. Ze zijn van levensbelang om iemand met een hartstilstand in de openbare ruimte te reanimeren. Maar worden ze in de praktijk voldoende efficiënt gebruikt of hangen ze er maar wat nutteloos bij?
Buiten een ziekenhuis zijn er in België dagelijks ongeveer 30 mensen die een hartstilstand hebben, van wie slecht drie het overleven. Dat is te weinig. Hartstilstand is daarmee een van de belangrijkste doodsoorzaken in ons land. In andere landen ligt de overlevingskans een pak hoger, bijvoorbeeld 30 procent bij onze noorderburen. Hoe komt dat?
Als het hart langer dan 6 minuten stilstaat, is de kans op overleving bijzonder klein. Hoewel alle hulpdiensten in België uitgerust zijn met een automatische defibrillator – een toestel met zelfklevende elektroden dat, indien nodig, automatisch een elektrische schok toedient – zijn ze gemiddeld pas na 12 minuten ter plaatse, vaak te laat dus om de AED nog doeltreffend te kunnen gebruiken.
Gebrek aan overkoepelende AED-strategie
Op steeds meer openbare plaatsen hangen AED’s, maar volgens het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) is de impact daarvan op het sterftecijfer door hartstilstand beperkt. Uit een berekening in 2017 blijkt dat de AED’s in de huidige situatie maar 6 tot 28 levens per jaar redden.
Dat is te wijten aan het feit dat het in ons land ontbreekt aan een overkoepelde strategie. Het beleid beperkt zich tot het plaatsen van vaste AED’s, zonder echte coördinatie. Door lukraak wat groene kastjes met een defibrillator aan de muur te hangen, redden we het niet.
Zo weet het grote publiek nog onvoldoende wat het in dergelijke situaties moet doen. Een Engelse studie over bijna 17.000 hartstilstanden in het bijzijn van omstanders toont aan dat slechts 2,4 procent van hen daadwerkelijk een schok toediende. Een soortgelijke Deense studie spreekt over 2,2 procent.
AED’s zijn gebruiksvriendelijk genoeg om er zonder ervaring mee aan de slag te gaan.
Rik Vanhoof
Algemeen Directeur
Toch hoef je als burger niet bang te zijn van het groene kastje. ‘Het belang van een defibrillator wordt heel vaak onderschat’, zegt Rik Vanhoof, algemeen directeur van de Belgische Cardiologische Liga. ‘Het is volledig des mensen om in paniek te schieten en te verstijven wanneer een omstander of geliefde een hartstilstand krijgt. Maar de AED’s zijn gebruiksvriendelijk genoeg om er zonder ervaring mee aan de slag te gaan. We moeten er ons allemaal van bewust zijn dat we in zulke gevallen kunnen en moeten handelen tot de hulpdiensten er zijn. We hebben al te vaak in de media nieuwsberichten vernomen van jonge sporters die op het veld neervallen door cardiale aandoeningen. Dan is zo’n AED in de buurt onmisbaar.’
De AED’s zijn ook niet optimaal verspreid. 70 procent bevindt zich op privédomein, van bedrijven en sportclubs bijvoorbeeld, waardoor ze niet 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar zijn. ‘Het is belangrijk dat de toestellen op een toegankelijke plek hangen, waar iedereen er gebruik van kan maken’, benadrukt Vanhoof. ‘Organisaties bevestigen de kastjes dus beter aan de buitenkant van de bedrijfsmuur dan aan de binnenkant waar alleen werknemers er toegang toe hebben.’
Hoe maken we van België een ‘6 minutenzone’?
De oplossing ligt nochtans binnen handbereik. Om van België een hartveilige regio te maken moet het land een zogenaamde ‘ 6 minutenzone’ worden, zodat een persoon binnen de 6 minuten behandeld wordt. Als we daarin slagen, zouden we naar schatting in België jaarlijks meer dan 3300 levens redden, of 9 per dag, aldus Heartsafe Belgium, een organisatie die ijvert voor een hartveilig België.
Voor een goed werkende 6 minutenzone zijn verschillende pijlers nodig: een performant oproepsysteem, veel getrainde burgerhulpverleners en voldoende toegankelijke AED’s. Een gelijksoortig systeem bestaat al in Nederland en werkt daar prima.
‘Het uitbouwen van een performant burgerhulpsysteem is zeker haalbaar, maar het vergt een inspanning van iedereen in de samenleving’, zegt Vanhoof. ‘De bedoeling is dat getrainde vrijwilligers die zich op voorhand opgegeven hebben en in de nabijheid zijn, via de hulpdiensten worden gecontacteerd en alvast beginnen met de de reanimatie tot de ziekenwagen arriveert.’
‘Maar bovenal moet de overheid al die elementen aan elkaar koppelen in een overzichtelijk, efficiënt en performant oproepingsysteem dat die vrijwilligers snel kan verwittigen en hen toont waar er een AED beschikbaar is. De Cardiologische Liga werkt aan een app in drie talen, die alle AED’s in België in kaart brengt.’
Reanimeren, hoe doe je dat?
- Plaats het slachtoffer in een veilige omgeving.
- Controleer of hij of zij effectief een hartstilstand heeft, bewusteloos is en niet ademt.
- Bel onmiddellijk de hulpdiensten (112).
- Begin met een hartmassage : 30 sterke drukken in het midden van de borst, door het borstbeen 5 tot 6 cm in te drukken, met een snelheid van 100 tot 120 druk/minuut, op het ritme van Stayin’ Alive, het lied van de Bee Gees.
- Indien er een AED in de buurt is: laat iemand de AED halen. De elektrische schok zal het hart opnieuw laten starten.
- Stop niet met reanimeren tot de ambulance er is. Wissel desnoods af met omstanders.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier