Automatische defibrillatoren geven vals gevoel van veiligheid
De impact van AED’s blijkt zeer beperkt, zo concludeert het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg. De 10.000 toestellen redden samen slecht 6 à 28 levens van de naar schatting 9.000 mensen die jaarlijks getroffen worden door een plotse hartstilstand in België.
Een hartstilstand is meestal het gevolg van een gevaarlijke hartritmestoornis waarbij de hartkamers sterk gaan trillen zonder nog bloed rond te pompen in het lichaam (ventrikelfibrillatie). De oorzaak is meestal een hartinfarct, maar kan ook een onderliggende hartaandoening of hartfalen zijn. Om slachtoffers van een hartstilstand te redden, moet je als omstaander zeer snel zijn. Ten eerste moet je een hartstilstand herkennen: het slachtoffer reageert niet, heeft een stokkende, abnormale ademhaling en je voelt geen pols meer. Om het leven te proberen redden heb je ongeveer 6 minuten. Alarmeer onmiddellijk de hulpdiensten (bel 112) en begin in afwachting van hun komst te reanimeren. Borstcompressies (pompen) volstaan (op het ritme van Bee Gees’ ‘Staying alive’) en zijn even goed als borstcompressies afwisselend met mond-op-mondbeademing: 30 keer pompen, vervolgens 2 keer beademen, en opnieuw. Hangt er een AED in de buurt, dan kan je dat toestel aanleggen. Het geeft gesproken instructies en zal enkel een elektrische schok genereren als dat nodig is. Je kan in principe niets fout doen
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Beperkt nut
In België hangen tussen 8000 en 10.000 AED’s, waarvan 70 procent privé-eigendom zijn (sportclubs, bedrijven,…). Helaas haalt slechts 8 procent van de personen die een hartstilstand doen voordeel uit zo’n toestel. Dat komt vooral omdat slechts 30 procent van de hartstilstanden zich in een openbare ruimte voordoen en slechts de helft daarvan in aanwezigheid van getuigen. Bovendien is een hartstilstand niet altijd het gevolg van een hartprobleem. Een hartstilstand ten gevolge van een ongeval of een overdosis bijvoorbeeld, kan je niet verhelpen met een elektrische schok. Is het wel een hartprobleem, en dien je tijdig een schok toe, dan overleeft lang niet iedereen. Uit grote buitenlandse studies blijkt dat minder dan 30 procent van deze mensen in goede conditie overleeft. Dit heeft onder meer te maken met de tijdspanne tussen de hartstilstand en de schok, en met de kwaliteit van de reanimatie in afwachting van de schok.
Slechts 30 procent van de hartstilstanden doen zich voor in een openbare ruimte en daarvan slechts de helft in aanwezigheid van getuigen.
Waar hangen ze?
Als er getuigen zijn, de hartstilstand te wijten is aan een hartprobleem, en een AED aanwezig is, dan blijken omstaanders helaas vaak te aarzelen om het toestel te gebruiken. Ze durven niet goed. Belgische cijfers hierover zijn niet voorhanden, maar een Britse studie vond dat van bijna 17.000 hartstilstanden met omstaanders slechts 2,4 procent van hen een schok toediende. Je moet het toestel ook weten te vinden natuurlijk. Veel AED’s hangen in gebouwen die niet dag en nacht open zijn. Een app op je smartphone om de toestellen in je buurt te lokaliseren, is alvast handig. Interessant zou zijn om de juiste lokalisaties van deze toestellen bij te houden in een register en dit ter beschikking te stellen van de hulpdiensten (112), brandweer en politie. Ook het opzetten van een landelijk netwerk van oproepbare vrijwilligers die de toestellen weten staan, zoals in Nederland, zou bijkomende levens kunnen redden.
De focus herleggen
AED’s zijn niet zinloos, maar ze vormen slechts één schakel in de overlevingsketen bij een hartstilstand. Om meer mensen te doen overleven, zouden meer omstaanders een EHBO-cursus moeten volgen. In Nederland legt men al vele jaren de focus op opleidingen dringende hulpverlening en redt men tot tienmaal meer levens. Het Rode Kruis organiseert overal in Vlaanderen eerstehulp-opleidingen. In 2016 volgden 58.829 mensen zo’n cursus en leerden 21.465 mensen reanimeren en defibrilleren. Dringende eerste hulpverlening wordt ook best een verplicht vak op school, dat vindt Vlaams onderwijsminister Hilde Crevits. Dit voorjaar startte in Vlaanderen al een proefproject in 10 scholen (Actieplan ‘Hoog tijd voor GeZONtijd’). De minister wil dit nu verder uitrollen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier