Asbestfonds vergoedt lang niet iedereen: ‘Aantal kankers door asbest wordt zwaar onderschat’

© Getty
Lotte Lambrecht Journalist en factchecker
Brecht Castel Journalist en factchecker

Te weinig slachtoffers vinden hun weg naar het Asbestfonds. Bovendien, menen experts, blijft een groot aantal longkankers veroorzaakt door asbest onder de radar.

De afgelopen 15 jaar werden er in Belgische ziekenhuizen 3000 longvlieskankers, 130.000 longkankers, 8539 strottenhoofdkankers en 11.245 eierstokkankers ontdekt. Een onbekend deel van die ziektes wordt veroorzaakt door asbest, een mineraal dat in de tweede helft van de vorige eeuw in verschillende toepassingen werd gebruikt. Veelal waren het arbeiders die langdurig aan asbest zijn blootgesteld die ziek werden van het goedje. Om die menselijke schade op te vangen werd in 2007 het Asbestfonds (AFA) opgericht. Het AFA vergoedt niet alleen werknemers, maar ook zelfstandigen, omgevingsslachtoffers en nabestaanden van asbestslachtoffers.

Vorige week bracht Knack naar buiten dat asbest twee tot drie keer schadelijker is dan lange tijd werd aangenomen. Dat werpt ook een nieuwe blik op de officiële kankercijfers en de erkenning van die kankerpatiënten als asbestslachtoffers.

Geen erkenning

In het geval van longkanker veroorzaakt door asbest zijn de cijfers hallucinant. Het aantal longkankers in België steeg van 7000 in 2004 naar bijna 9000 in 2020. Daarvan zou ongeveer 10 procent veroorzaakt kunnen zijn door asbest, zegt emeritus professor en toxicoloog Benoit Nemery (KU Leuven). Sommige internationale cijfers schatten dat aantal nog hoger in. Volgens internationaal onderzoek van de gerenommeerde dokter Jukka Takala, voormalig directeur van het International Committee on Occupational Health, zou een vierde van de Belgische longkankers in 2020, zo’n 2000 longkankers, veroorzaakt zijn door asbestblootstelling op het werk.

Als omgevingsslachtoffer is het vaak erg moeilijk om aan te tonen waar je de ziekte hebt opgelopen.

Cijfers van het federaal agentschap voor beroepsrisico’s Fedris en het Asbestfonds tonen aan dat het aantal erkenningen van longkanker veroorzaakt door asbest niet overeenkomt met zelfs de meest conservatief geschatte percentages. Een grote groep asbestslachtoffers krijgt zo geen kans op erkenning. Zo zouden er in 2020 887 longkankers zijn veroorzaakt door asbest. Fedris en het AFA erkenden maar 153 gevallen.

Meerdere oorzaken

Op financieel vlak kan erkenning door het AFA een groot verschil maken. Een vergoeding voor mesothelioom (voornamelijk longvlieskanker) houdt een eenmalige vergoeding van 11.000 euro en een forfaitair maandelijks bedrag van 2000 euro in. Bij longkanker geldt er een forfaitair bedrag, gebaseerd op het percentage fysieke geschiktheid. Ook nabestaanden van asbestslachtoffers kunnen via het Asbestfonds een vergoeding ontvangen.

Hoe komt het dat het aantal erkenningen voor asbestgerelateerde longkankers zo laag ligt? Deel van de moeilijkheid is dat de ziekte vaak meerdere oorzaken kent, zegt Nemery. ‘Bij mesothelioom is de band met asbest erg duidelijk, bij longkanker is dat een pak minder.’ Doorgaans wordt roken beschouwd als de belangrijkste oorzaak van longkanker. Rokers lopen tot tien keer meer kans op longkanker. Als je daarbij ook aan asbest wordt blootgesteld, vermenigvuldigt je risico dertig tot vijftig keer. Nemery: ‘Wat het nog moeilijker maakt, is dat er wat asbest betreft geen veilige ondergrens bekend is.’

Deel van de verantwoordelijkheid om te achterhalen of een kanker veroorzaakt is door asbest ligt bij de artsen, zegt Nemery. ‘Veel dokters zijn doorgaans, en terecht, gericht op het genezingsproces, waardoor ze niet altijd op zoek gaan naar de mogelijke oorzaak van een kanker.’ De arts dient grondig navraag te doen naar de beroepsachtergrond van de patiënt en kan ook asbestlichaampjes opzoeken in het longweefsel of longspoelvocht. ‘Maar dat laatste is geen standaardprocedure, is duur en wordt niet terugbetaald door het Riziv. Er zijn ook geen Belgische labs meer die zulke analyses uitvoeren.’ Koen Deschepper, longarts bij het Vitaz-ziekenhuis in Sint-Niklaas, klinkt even stellig: ‘Het aantal longkankers veroorzaakt door asbest wordt ongetwijfeld zwaar onderschat.’

Strenge criteria

Als asbest meer kanker veroorzaakt dan eerst gedacht, liggen de erkenningscriteria van het Asbestfonds dan niet te hoog? ‘Ik vind van wel’, zegt Nemery. Om te bepalen of een bepaalde kanker door asbest veroorzaakt is, hanteert men het concept ‘asbestvezeljaren’, een maat voor blootstellingsconcentratie, uitgedrukt in vezels per kubieke centimeter lucht vermenigvuldigd met de blootstellingsduur. In het geval van longkanker dien je 25 asbestvezeljaren aan te tonen vooraleer je erkend kunt worden als slachtoffer. Bij sommige beroepen gaat men er automatisch van uit dat die zijn bereikt, maar in de meeste gevallen is het haast onmogelijk om dat aantal te bereiken.

‘Op dit moment streeft men er blijkbaar naar om zo min mogelijk ziekten onterecht als beroepsziekte te vergoeden, wat er automatisch toe leidt dat sommige rechthebbenden geen erkenning krijgen’, stelt Nemery. Dat geldt zowel voor beroeps- als voor omgevingsslachtoffers. Specialiste aansprakelijkheidsrecht Evelien de Kezel (Universiteit Antwerpen) verduidelijkt: ‘Gezien het asbestverbod nemen de beroepsslachtoffers gestaag af. Mensen die in contact zijn gekomen met een niet-professionele blootstelling nemen toe. Voor die groep zijn de huidige normen te streng. Als omgevingsslachtoffer is het vaak erg moeilijk om aan te tonen waar je de ziekte hebt opgelopen.’

Lode Godderis, directeur van de dienst voor preventie en bescherming op het werk IDEWE en professor arbeidsgeneeskunde, sluit zich aan bij de mening van Nemery en De Kezel: ‘Het Asbestfonds handelt vanuit een verzekeringsgeneeskundig perspectief. Men probeert de relatie tussen de blootstelling en de aandoening zo wetenschappelijk mogelijk te benaderen. Men maakt er een nul of één van, terwijl er een grijze zone is. Daardoor heb je sowieso kans op vals positieve of vals negatieve uitspraken.’

In 2019 en 2022 werden naast longkanker ook strottenhoofd- en eierstokkanker aan de lijst van vergoedbare ziektes toegevoegd. De Kezel denkt niet dat veel mensen van de uitbreiding gebruik zullen kunnen maken: ‘De wetgever heeft bepaald dat de persoon in kwestie bewijs moet leveren van blootstellingsnormen die gelden in de professionele sfeer.’ De vereisten zijn wettelijk vastgelegd. De Kezel: ‘Het is een keuze van de wetgever, dus van de Belgische regeringen, om zulke strenge criteria toe te passen. Enkel mensen die overeenkomstig wetenschappelijke parameters honderd procent zeker slachtoffer zijn van asbest krijgen een vergoeding. Zo’n keuze mag, maar wees dan eerlijk daarover.’ Op de website van het AFA staat dat het fonds ‘alle asbestslachtoffers die eraan zijn blootgesteld in België vergoedt en begeleidt’. ‘Dat klopt dus niet’, aldus De Kezel.

Bereik Asbestfonds

Daarnaast is het de vraag of Fedris en het Asbestfonds wel alle asbestslachtoffers die recht hebben op een vergoeding bereiken. Sinds het opstarten van het Asbestfonds werden er van 2007 tot en met 2020 2772 aanvragen voor vergoeding voor mesothelioom aangevraagd. Dat is zo’n 70 procent van het totale aantal mesotheliomen in België (3828 sinds 2007). Godderis zet vraagtekens bij de bekendheid van het Asbestfonds. Dat probleem wordt ook erkend door het AFA zelf. Woordvoerder Alexander Van de Sande: ‘We zijn er ons van bewust dat sommige mesothelioomslachtoffers de weg naar het Asbestfonds niet vinden. De redenen daarvoor zijn divers. Enerzijds is dat omdat veel mensen, geconfronteerd met een levensbedreigende ziekte, het proces ontzien, maar er zijn ook zeker slachtoffers die het Asbestfonds niet kennen.’

ASBESTBEDRIJVEN GAAN VRIJUIT

Wie als asbestslachtoffer wordt erkend door het Asbestfonds, kan het asbestbedrijf of de werkgever die de schade veroorzaakte niet langer aanklagen. Het Asbestfonds koopt zo dus de verantwoordelijkheid van de vervuilers af.

De regering-Verhofstadt II, die het Asbestfonds eind 2006 oprichtte, legde bij wet vast dat het dezelfde werking zou hebben als het Fonds der Beroepsziekten, het huidige Fedris, waar het AFA deel van uitmaakt. Dat houdt in dat mensen die een vergoeding van het AFA ontvangen geen aansprakelijkheidsprocedure kunnen aangaan tegen het bedrijf dat of de werkgever die hen de schade heeft toegebracht.

‘Nochtans is de mogelijkheid van een burgerlijke aansprakelijkheidsprocedure voor veel slachtoffers belangrijk’, zegt specialiste in aansprakelijkheidsrecht Evelien de Kezel (Universiteit Antwerpen). ‘Mensen hebben schade geleden en willen dat degene die daarvoor schuld draagt verantwoordelijk wordt gehouden.’ Ze willen erkenning. Daarom zie je dat sommigen toch naar de rechtbank stappen met een aansprakelijkheidsvordering, ook al kost die procedure erg veel geld en tijd. De uitkomst ervan is ook onzeker. Mede daardoor kiest de overgrote meerderheid voor een vergoeding van het Asbestfonds, wat volgens mij de eigenlijke bedoeling van de wetgever was.’

De regeling is een doorn in het oog van veel politici. De afgelopen jaren werden voorstellen ingediend om de wet aan te passen, onder meer door Louis Ide (N-VA), Marleen Temmerman (Vooruit) en Valerie Van Peel (N-VA). Nooit raakten ze goedgekeurd. Bij haar laatste poging tot wetsverandering in mei, botste Van Peel opnieuw op een ‘njet’ van de meerderheidspartijen. Daarop gaf ze haar politiek ontslag. In een reactie aan Knack laat ze weten dat ze het dossier nog niet opgeeft. ‘Voor mijn vertrek vraag ik nog één laatste keer aan de meerderheidspartijen om het juiste te doen. Ik hoop dat deze generatie politici eindelijk de moed toont om recht te zetten wat de regering-Verhofstadt de slachtoffers ontnam: een financiële én morele vergoeding voor het leed dat hen is aangedaan,’ klinkt het verbeten.

Partner Content