Alzheimer, beter af met meer beweging
Meer bewegen is gezond, zelfs voor bejaarden met de ziekte van Alzheimer. Ze functioneren beter, takelen minder snel af en zorgen voor minder financiële kosten voor de ziekteverzekering. Bovendien levert deze aanpak nauwelijks nadelen op. Waarom dus nog langer wachten?
Alzheimer is een te duchten aandoening. Zowel voor wie zelf getroffen wordt door het geleidelijke verlies van verstandelijke vermogens en zelfredzaamheid en daardoor dreigt weg te kwijnen in schaamte, onzekerheid en ontreddering.
De familie en omgeving ondergaan eveneens een zwaar lot. Vooral de dagelijkse zorg kan al snel zwaar gaan doorwegen, zeker wanneer hun familielid fysiek ook snel aftakelt.
Voor die lichamelijke aftakeling hebben we echter nauwelijks belangstelling, en dat is niet erg slim, zo leert een recent onderzoek in Finland. Want beweging is gezond en nuttig voor alle leeftijden, ook voor mensen met de ziekte van Alzheimer.
Meer bewegen levert op
De Finse onderzoekers ging aan de slag met 210 bejaarden met Alzheimer die nog thuis leefden en hun gezinsleden. Een jaar lang hielden ze een programma aan om hun bejaarde huisgenoot meer te doen bewegen.
De resultaten vielen erg positief uit. De bejaarden konden langer en beter deelnemen aan het gewone dagelijkse leven en takelden minder snel af. Door hun betere fysieke conditie vielen bijvoorbeeld minder wat tot aanzienlijk minder kosten leidde voor verzorging en opvang.
Grotere winst dan geneesmiddelen?
Een commentaarstuk bij deze publicatie wijst op het belang van dit soort van onderzoek. In de strijd tegen de ziekte van Alzheimer gaat nagenoeg alle aandacht uit naar geneesmiddelen die het aftakelingsproces moeten voorkomen of afremmen.
Maar tientallen jaren van onderzoek hebben ons nauwelijks relevante geneesmiddelen opgeleverd. Van een doorbraak in de preventie is nog altijd geen sprake en in het afremmen van de aandoening hebben we hooguit enkele procenten winst geboekt.
Voor het nut van extra beweging bij mensen met Alzheimer bestaat er nog minder aandacht. Het aantal onderzoeken over dit onderwerp zijn op één hand te tellen. Terwijl wat extra beweging nochtans meer lijkt op te brengen in de zorg voor mensen met Alzheimer dan de bestaande geneesmiddelen.
Het maakt voor de familie immers een gigantisch verschil of ze een bedlegerige patiënt verzorgen die volledig afhankelijk is van externe hulp, dan wel een bejaarde die nog zelfstandig kan stappen, die elementaire lichaamsfuncties zoals stoelgang maken en plassen nog beheerst, die nog zelf kan eten, enzovoort.
Kortom, we mogen onze dementerende bejaarden niet in een hoekje laten wegkwijnen. We moeten ze in beweging houden, zodat op zijn minst hun lichaam nog wat vlotter blijft draaien. En als gevolg daarvan misschien ook nog hun geest. We kunnen er met zijn allen alleen maar wel bij varen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier