Alsof je 5 mondmaskers draagt: patiënten en artsen vragen aandacht voor longaandoening COPD
Op de Werelddag van de chronisch obstructieve longziekte (COPD) vragen patiënten en artsen woensdag aandacht voor de identificatie, diagnose en behandeling van de ziekte.
De longaandoening, beter bekend als ‘rokerslong’, treft bijna 800.000 Belgen en is verantwoordelijk voor 3.500 overlijdens per jaar in ons land. En toch is ze weinig gekend. ‘Waarom moeten wij als patiënten dag in, dag uit opkomen om te bewijzen dat we problemen hebben?’, vraagt Vic Nevelsteen, voorzitter van de patiëntenvereniging en zelf COPD-patiënt, zich af.
Onder het motto ‘No Walk In The Park’ laten de patiëntenvereniging COPD vzw en de wetenschappelijke vereniging Belgian Respiratory Society (BeRS) parlementsleden woensdagmiddag met vijf mondmaskers over elkaar een wandeling maken in het Brusselse Warandepark. Dat moet bij de beleidsmakers de kortademigheid benaderen, waarmee de patiënten de wandeling maken. Frieda Gijbels (N-VA), Gitta Vanpeborgh (Vooruit), Cathérine Fonck (cdH), Nathalie Muylle (CD&V) en Barbara Creemers (Groen) kwamen zelf naar het Warandepark of stuurden hun afgevaardigden.
Rokerslong
COPD is in de volksmond gekend als ‘rokerslong’. Naast genetische voorbestemdheid, is de ziekte dan ook het gevolg van langdurige blootstelling aan tabaksrook, giftige stoffen en verontreinigde lucht. De luchtwegen ontsteken en vernauwen. Het longweefsel wordt afgebroken. Patiënten worden kortademig, hoesten en maken slijmen aan. COPD is een sluimerende aandoening, die gaandeweg een grotere plaats in het leven van de patiënten inneemt. Bovendien kampen de patiënten vaak met andere gezondheidsproblemen, zoals longkanker en cardiovasculaire aandoeningen. Tot op heden is er geen remedie voor COPD.
‘Wat we willen voor deze patiënten is meer erkenning’, zegt professor dokter Wim Janssens, longspecialist verbonden aan KU Leuven. ‘Maar we hebben ook een aantal eisen: meer aandacht voor rookstop, zowel preventie als begeleiding. Daarnaast moet er ingezet worden op een diagnostische test: de spirometrie’, legt professor Janssens uit. ‘Dat is de basis: als je de diagnose kent, kan je vroegtijdig interveniëren en kan je op die manier een betere levenskwaliteit realiseren.’
De spirometer meet hoeveel lucht patiënten kunnen verplaatsen. Volgens professor Janssens is het een ‘cruciaal element’ in de diagnose van COPD. Twee aanwezige parlementsleden voerden woensdag de test uit en beschikten volgens de spirometer over 90 tot 100 procent van de normale longcapaciteit. Een aanwezige COPD-patiënt beschikte slechts over 34 procent: in het dagelijks leven heeft de man moeite met traplopen en moet hij na vier treden even uitrusten.
Preventie
Na de diagnose, moet geïntegreerde zorg met de hulp van huisartsen en apothekers, goed geneesmiddelengebruik en multidisciplinaire zorg met respiratoire revalidatie volgen. ‘Mensen kunnen uit hun sociaal isolement gehaald worden door een combinatie van die therapieën’, zegt professor Janssens.
Kamerlid Vanpeborgh diende intussen een resolutie in, zegt ze woensdag. ‘We hebben in de resolutie geschreven dat er veel meer moet ingezet worden op preventie: roken is nog steeds de voornaamste oorzaak’, legt Vanpeborgh uit. ‘Ten tweede willen we de huisartsen en apothekers een rol laten spelen met de spirometrietest en het goed geneesmiddelengebruik. Er moeten meer multidisciplinaire pulmonaire (met betrekking tot de longen, nvdr.) revalidatiecentra komen en ze moeten meer verspreid zijn. En als het nog kan, moet er een zorgtraject komen.’