‘Allemaal chronisch ziek’: zijn we softies geworden, of is er meer aan de hand?
Kunnen wij nog omgaan met de weerbarstige werkelijkheid en de tegenslagen van het leven? Of zijn we collectief verworden tot tere zieltjes die breken bij het minste zuchtje wind? ‘Je kunt ook op een gezonde manier je grenzen opzoeken.’
‘We worden blijkbaar met zijn allen chronisch ziek’, merkt politicus Jean-Marie Dedecker op in zijn wekelijkse column in Knack. ‘We kunnen steeds minder weerstand bieden als het even tegenzit, omdat we ondergedompeld worden in een cultureel bad van kwetsbaarheid, zachtheid, weekheid en slachtofferschap.’
‘Weekheid is een zwakte’, fulmineert Dedecker. ‘De terezieltjesbrigade groeit met de dag.’
Zijn we echt een stelletje luxepoezen die aan quiet quitting doen en geen seconde overwerk meer willen presteren en liever vakantie nemen?
‘Ik kan ze niet op één hand tellen, het aantal managers dat burn-out aanvankelijk larie en apekool vond en jaren later voor mij zit met de boodschap: “had ik maar naar jou geluisterd”, zegt Daisy Buttiens, psychosociaal preventieadviseur bij Mensura. ‘Iedereen denkt: mij overkomt dat niet, maar wie eronderdoor gaat, moet alsnog zijn visie bijstellen.’
Hoe komt het dat zo veel ‘hardwerkende Vlamingen’ maar niet snappen dat de ratrace je soms bij de keel kan grijpen?
‘Omdat zij heel vaak niet beseffen dat bij hen alle behoeftes wél netjes voldaan zijn en dat zij onbewust wél nog de nodige rustmomenten creëren, in tegenstelling tot anderen’, antwoordt Buttiens. ‘Ze komen thuis in een omgeving waar niets meer moet. Of ze vinden ontspanning in een leuke hobby. Dat wil niet zeggen dat zij sterker zijn, ze hebben gewoon een balans gevonden die anderen vaak missen.’
De metafoor van de eik en het riet
Rond veerkracht bestaan nogal wat misverstanden. Buttiens: ‘Veerkracht is voor veel mensen: snel weer kunnen overeind veren wanneer het moeilijk gaat. Maar zo werkt het niet. Veerkracht is zowel vallen als opstaan. De twee horen bij elkaar. Het is belangrijk om eerst te mogen toegeven dat het niet meer gaat om vervolgens te weten wat je nodig hebt om verder te gaan. Als je steeds maar weer overeind krabbelt nog voor je goed en wel gevallen bent, dan strompel je eigenlijk door het leven.’
Buttiens verwijst in haar boek Riet breekt niet, dat ze samen met collega Kirsten O schreef, naar de metafoor van de eik en het riet.
Beide staan voor de eigenschappen ‘sterk’ en ‘krachtig’, maar ze hebben een andere invulling. De eik staat stevig en robuust en blijft doorgaan, ook als het moeilijk wordt. Een organisatie gevuld met eiken is er een waar de lat hoog ligt, mensen hun grenzen verleggen en blijven doorgaan als het stormt. Niemand denkt erover om thuis te blijven met een griepje of op te geven als het moeilijk wordt. Daar is niks mis mee.
Maar soms is het ook beter om even te gaan liggen, zoals het riet. ‘Het riet is flexibel en kan meebuigen met de wind. Sterk als riet zijn, betekent dat je weet dat je kunt vallen. De positiviteit en het relativeringsvermogen komen dan vanzelf terug. Ik zie mensen die verschrikkelijke dingen meemaken en er sterker uitkomen, juist omdat ze de ruimte krijgen om te kunnen en te mogen gaan liggen.’
We leven niet meer in de maatschappij van 50 jaar geleden
Toch lijken opvallend veel mensen niet meer overeind te veren en blijven ze steeds langer liggen, ook al is de orkaan voorbij. Hebben we dan toch een zwakkere levensingesteldheid, zoals Jean-Marie Dedecker beweert?
Een niet onbelangrijk gegeven in de groeiende burn-outepidemie van vandaag is de snel evoluerende maatschappij waarin we leven, analyseert technostressexpert Florence Pérès, auteur van het boek Survivalgids voor tijden van verandering.
‘Verandering is de standaardmodus van het leven. Gedurende honderdduizenden jaren, tot grofweg begin afgelopen eeuw, gebeurde verandering heel langzaam. De laatste decennia is de snelheid ongezien, voornamelijk onder invloed van technologie, digitalisering en globalisering. Onze omgeving wijzigt sneller en sneller, en wij dus ook. Daar staat een begrenzing op. Te veel verandering die te snel gaat, overdondert en overprikkelt ons en geeft ons het gevoel dat we de controle kwijt zijn.’
Toch hoeft verandering niet per se negatief te zijn’, verduidelijkt Pérès. ‘We zijn er vanuit biologisch oogpunt op ingesteld. De natuur, en dus ook de mens, wil voortdurend evolueren, verkennen, uitbreiden, groeien, optimaliseren, moderniseren, verbeteren, zich voortplanten … Mocht verandering stoppen, dan zouden wij ophouden met evolueren en groeien.’
Adaptieve veerkracht is wat we echt nodig hebben
De kunst is volgens Pérès om adaptief veerkrachtig worden, want naast weerbaarheid is ook wendbaarheid onontbeerlijk. Het is het vermogen om effectief en snel in te spelen op veranderende omstandigheden en verandering te omarmen in plaats van ertegen te vechten.
‘In de evolutieleer geldt de wet van de sterkste, maar eigenlijk gaat het om wie zich het best aanpast aan wijzigende omstandigheden’, beaamt Buttiens. ‘50 jaar geleden waren rustmomenten standaard ingebouwd in de maatschappij, denk aan de zondagse eucharistieviering. Vandaag zijn die er niet meer. In de plaats daarvan is er de druk van de sociale media, het werk en de volgepropte agenda’s. Kinderen komen thuis van school en worden geconfronteerd met gestresseerde ouders. Als compensatie worden kinderen daarom gepamperd en slaat de slinger door. We geven kinderen te weinig ruimte om te vallen en zoeken de oplossing in een pilletje. Dat is de hardnekkige visie van de eik: kinderen moeten sterk zijn.’
Ook de wildgroei aan zogenaamde Chief Happiness Officers in professionele organisaties is een uitwas van die ‘eik-visie’. ‘Als bedrijven merken dat het met bepaalde werknemers wat minder gaat, wordt ingezet op positiviteit. Maar dat werkt vaak contraproductief. Waarom eens geen afgebakende “emotionele diarree’-sessies organiseren? Zo kunnen collega’s heel bewust hun grieven ventileren om er daarna op een constructieve manier mee aan de slag te gaan.’
We moeten allemaal wat meer kreeft zijn
Door de groeiende onzekerheid van het leven vragen velen zich af wat hun plek nog is te midden van al die chaos. Waarom zou je jezelf uit de naad werken als de wereld zich toch maar boven je hoofd afspeelt? Quiet quitting, heet dat fenomeen: net genoeg doen op je werk om niet ontslagen te worden. Toch is dat niet de beste manier om in het leven te staan, vinden Pérès en Buttiens.
Beiden halen een andere metafoor uit de natuur aan: we moeten allemaal wat meer kreeft zijn. Een kreeft is een kwetsbaar wezen in een stevige schelp. Maar wanneer de kreeft groeit, groeit zijn schelp niet mee, wat voor pijn en ongemakken zorgt. Tot hij zijn schelp afgooit en een nieuwe produceert. De kreeft heeft de pijn van de te kleine schelp nodig om te groeien.
Als kreeften een pilletje zouden krijgen tegen de pijn, zouden ze hun schelp nooit hoeven af te werpen.
‘Stress die we in het leven voelen, moeten we niet zien als schadelijk,’ legt Pérès uit, ‘maar als nuttig materiaal voor onze evolutie. Mentaal lijden – zoals ontevredenheid, verdriet, frustratie en wanhoop – is een aanwijzing dat een bepaald evenwicht is verstoord. Het zal je stimuleren om iets te ondernemen door je aan te passen, of door van situatie te veranderen.’
Ook het succes van een maatschappij is gebouwd op mensen die op een gezonde manier hun grenzen verleggen om uit hun comfortzone te komen. ‘Al moet je je grenzen niet verleggen door jezelf uit te putten of te verloochenen’, waarschuwt Pérès. ‘Een van de belangrijke oorzaken van burn-out is gelinkt aan je grenzen te vaak en te langdurig te overschrijden: je doet te veel, je kunt niet ‘nee’ zeggen, je hebt een grote prestatiedrang, je neemt geen rustmomenten meer, je wilt dat alles perfect is, je put je lichamelijk, mentaal en emotioneel uit. Dat is dus duidelijk niet wat we hier aanmoedigen, integendeel.’
Stress is een groepsproces
Tot slot is onze omgeving van essentieel belang voor ons mentale welzijn. Buttiens: ‘Je kunt stress nog zo veel aanpakken met yoga, mindfulness, meditatie, sport, ademwerk als je wilt, als jouw omgeving je keer op keer met de neus op de feiten drukt dat jij niet meekunt, zul je het ook niet redden. Daarom is het zo belangrijk dat professionele organisaties en teams stressbeheersing op groepsniveau aanpakken. Daarnaast is het voor jezelf zinvol om na te gaan of de omgeving waarin je vertoeft nog wel de juiste voor jou is en of je misschien niet tijdelijk op zoek moet gaan naar omgevingen waar je wel tor rust komt.’
Misschien wel het grootste pijnpunt is de teloorgang van de verbindende factor in de samenleving. ‘Ook dat is een van de valkuilen van de drang naar positiviteit’, meent Buttiens. ‘Via sociale media worden contacten steeds oppervlakkiger. Pas als we elkaar echt ontmoeten en oprecht eerlijk over onze gevoelens zijn, kunnen we authentiek verbinden. Zelfs al is dat in de vorm van een simpele knuffel van iemand bij wie je je veilig voelt en die jou zonder te oordelen zegt: “Het is goed zo”.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier