Acht op de tien werknemers bereid om bij afwezigheid ‘iets voor het werk te doen’
Meer dan acht op de tien werknemers zijn bereid om met de werkgever te bekijken of ze nog inzetbaar zijn tijdens hun aanwezigheid, bijvoorbeeld door ziekte.
Dat blijkt uit het ‘verzuimonderzoek’ van preventiediensten Mensura en Certimed. Tegelijk waarschuwen ze voor de risico’s van presenteïsme, of het ziek gaan werken.
De Belgische werknemers en werkgevers vinden ziekteverzuim uiteraard vervelend. De preventiediensten benadrukken daarom dat het belangrijk is dat werkgevers op een andere, ‘warm-zakelijke’, manier met werknemers moeten omgaan wanneer deze door ziekte of ongeval afwezig zijn. ‘Het blijft in veel gevallen beperkt tot de melding van de afwezigheid en het obligate ziektebriefje. We zouden echter veel meer moeten denken in termen van mogelijkheden’, aldus verzuimexpert Bart Teuwen.
Uit het onderzoek blijkt alvast dat werknemers ervoor open staan om tijdens een periode van afwezigheid op de ene of andere manier aan de slag te blijven. Zo geeft 83 procent van de werknemers aan dat ze bereid zouden zijn om, als de omstandigheden dat toelaten, nog iets voor het werk te doen terwijl ze door ziekte of een ongeval thuis moeten blijven.
Risico’s
Tegelijk waarschuwen Mensura en Certimed ook voor de risico’s van presenteïsme, want 67 procent van de actieve bevolking geeft aan dat ze ziek aan de slag zouden gaan. Zeven op de tien bleven effectief ook al eens aan het werk ondanks dat ze ziek waren of zich niet in staat voelden om te gaan werken. Vooral jongere werknemers (18-34 jaar) gaan werken ondanks ziekte (73 procent). Ook vrouwen (72 procent) gaan vaker ziek werken dan mannen (62 procent). Mensen blijven vooral werken om zich nuttig te voelen, maar ook omdat ze een goede indruk willen maken of de reactie van collega’s of leidinggevenden vrezen.
De preventiediensten benadrukken dat werknemers geen druk mogen voelen om ziek aan het werk te gaan. De coronacrisis heeft in dat opzicht heil gebracht. ‘Door een vorm van telewerk toe te laten, ondersteun je als werkgever een zieke medewerker die aangeeft zich nuttig te willen maken’, besluit Teuwen.