Mathias De Munck
‘Absurde regels dwingen vroedvrouwen te kiezen tussen passie en bestaanszekerheid’
‘Het huidig beleid duwt vroedvrouwen naar de uitgang’, stelt algemeen coördinator Mathias De Munck van de Vlaamse Beroepsorganisatie van Vroedvrouwen over het nieuwe regeerakkoord.
Tegen 2040 heeft België 124.000 extra zorgmedewerkers nodig. Het is nog maar net 2025 en de realiteit is dat we al zorgverleners verliezen. Minstens 19 vroedvrouwen die werken in Antwerpse ziekenhuizen dreigen hun job kwijt te raken. Over heel Vlaanderen zullen er ongetwijfeld nog volgen. Niet omdat ze hun job niet goed doen, of iets mispeuterd hebben. Neen, eigenlijk dreigen ze aan de deur gezet te worden omdat ze hun job té graag doen.
Hoe is het zover kunnen komen? Deze situatie is een gevolg van een scheefgetrokken beleid dat jarenlang genegeerd werd. Net zoals artsen, kinesisten en tandartsen kunnen vroedvrouwen kiezen om zich te conventioneren of te deconventioneren. Wie geconventioneerd werkt, houdt zich aan de RIZIV-tarieven; wie gedeconventioneerd is, mag vrij tarieven bepalen.
Voor artsen geldt bovendien een belangrijke flexibiliteit: zij kunnen in het ziekenhuis geconventioneerd werken en daarbuiten gedeconventioneerd in hun privépraktijk. Maar vroedvrouwen, kinesisten, logopedisten ? Zij moeten kiezen: geconventioneerd werken, of niet werken. En dat is precies waar het fout loopt.
De 19 vroedvrouwen in kwestie hebben ervoor gekozen zich te deconventioneren. Kan je hen ongelijk geven? In het ziekenhuis werken ze in loondienst, maar in hun zelfstandige praktijk is een geconventioneerd loon amper leefbaar. De helft van de geconventioneerde zelfstandige vroedvrouwen gaf in september 2024 aan minder dan 30.000 euro bruto per jaar te verdienen. Voor een bedrag waar een loodgieter zijn bed niet voor uitkomt, verwachten we dat vroedvrouwen 24/7 klaarstaan voor onze moeders en baby’s.
Ziekenhuizen willen geen gedeconventioneerde vroedvrouwen. Ze hebben een afspraak met het RIZIV om de officiële tarieven te respecteren, wat logisch is. Maar nergens staat dat vroedvrouwen zelf geconventioneerd moeten zijn, zolang ze binnen het ziekenhuis de tarieven volgen . Toch worden ze aan de deur gezet. Waarom?
Het probleem zit in een absurde regel die de overheid hanteert. Bij een gedeconventioneerde arts krijgt de patiënt evenveel terugbetaald als bij een geconventioneerde arts. Maar bij vroedvrouwen (en sommige andere zorgverstrekkers) is dat niet zo: de patiënt krijgt slechts 75% van het RIZIV-tarief terug bij een gedeconventioneerde zorgverlener. De Raad van State oordeelde al dat deze regeling discriminerend is, maar de regering trekt zich daar weinig van aan.
Tot nu. Want in het federale regeerakkoord staat zwart op wit:
“Deze regering schrapt de 25%-regel bij kinesisten en andere beroepen, zodat de patiënt niet twee keer financieel gestraft wordt voor de conventiestatus van de zorgverlener.”
Dat betekent dat vroedvrouwen – zoals beloofd – binnenkort ook onder deze regel vallen. Voor onze 19 vroedvrouwen zou dat betekenen dat ze hun job houden, ziekenhuizen hun afspraken met het RIZIV kunnen respecteren en de patiënt dezelfde terugbetaling geniet.
Dit soort wankele constructies zijn een gevolg van een falende nomenclatuur. Bij adequate vergoedingen is een deconventionering niet nodig. De toegankelijkheid van de zorg is ook voor vroedvrouwen van primordiaal belang. Maar om hun beroep uberhaupt te kúnnen uitoefenen, moeten ze ervan kunnen leven. Ook deze 19 vroedvrouwen die zich nu onder druk gezet voelen. Dat zij afgestraft zouden worden, is de wereld op z’n kop. Hoog tijd dus dat deze onzinnige regel geschrapt wordt. Want élke zorgverlener telt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier