10 redenen waarom mensen in homeopathie blijven geloven
De theorie waarop homeopathie gebaseerd is, druist in tegen alle wetenschappelijke kennis van geneeskunde en chemie samen. Wetenschapper en auteur Filip Van Beurden onderzocht waarom zo veel mensen er tóch in blijven geloven.
Gesprekken over homeopathie monden al gauw uit in felle discussies tussen voor- en tegenstanders. Het intrigerende daarbij is hoe weinig mensen, in beide kampen, iets af weten van de basisprincipes van de behandelwijze. ‘Onwetendheid is de belangrijkste reden waarom mensen in homeopathie geloven’, zegt Filip Van Beurden. ‘De meerderheid denkt dat het iets te maken heeft met kruidengeneeskunde of met een of andere sympathieke vorm van geneeskunde met onschadelijke producten uit de natuur.’
De homeopathische industrie draait een omzet van bijna 1,5 miljard euro per jaar.
Het zijn vaststellingen die Van Beurden, een ingenieur met een grote passie voor wetenschapsgeschiedenis, deed op basis van een steekproef bij ruim 400 willekeurig gekozen Vlamingen. ‘Ik ben al lang gefascineerd door het onwrikbare geloof van sommigen in een vorm van kwakzalverij waarvan de werking nooit is aangetoond’, zegt hij. Met 200 jaar homeopathie: een onverdund kritische bespreking wil hij die lacune opvullen. Het boek, dat deze week verschijnt, verschaft inzicht in de herkomst, theorieën en ideeën, en toont aan waarom homeopathie kan standhouden.
Experimenterende einzelgänger
Homeopathie ontstond in de achttiende eeuw, in het brein van de Duitse arts Samuel Hahnemann (1755-1843). ‘In die tijd stond de geneeskunde nog zo goed als nergens’, vertelt Filip Van Beurden. ‘Artsen experimenteerden met bloedzuigers, aderlatingen en darmspoelingen, therapieën waar mensen vaker net zieker van werden. Virussen en bacteriën waren nog grote onbekenden. Men geloofde dat ziekten ontstonden door onevenwicht in de vier lichaamssappen: bloed, gele gal, zwarte gal en slijm. Een aderlating was dan bijvoorbeeld een manier om bloed af te tappen en het evenwicht te herstellen, wat helaas menig leven kostte.’ Hahnemann keerde zich af van zulke praktijken en legde zich alleen toe op het vertalen van medische werken. Die boeken brachten hem op ideeën. Hij ging experimenteren met planten en andere producten, bij zichzelf en bij gezonde en zieke mensen in zijn omgeving.
‘Het bekendste experiment is Hahnemanns proef met kinabast, een middel dat kinine bevat en toen tegen malaria gebruikt werd. Door het regelmatig in te nemen, ontwikkelde hij symptomen die hem aan malaria deden denken, een ziekte die hij als jongeling had doorgemaakt.’ Dat experiment leidde hem tot de foute conclusie dat een stof die bij een gezonde mens bepaalde ziekteverschijnselen oproept diezelfde verschijnselen bij een zieke mens kan genezen. Het ‘gelijksoortigheidsprincipe’ of de similia-regel van de homeopathie was geboren. ‘Zo wordt ook vandaag iemand met slaapproblemen homeopathisch geholpen met een cafeïnepreparaat of iemand met prikkende ogen door hooikoorts met ui.’
De praktijken van Hahnemann waren natuurlijk niet zonder risico: stoffen als kwikzilver en arseen hebben gevaarlijke, zelfs dodelijke neveneffecten, omdat ze zo giftig zijn. Daarom ging de Duitse arts over tot extreme verdunningen, zodat de schadelijkheid verdween. ‘En hier tart hij de wetenschap pas echt’, zegt Van Beurden. ‘Volgens hem worden stoffen zelfs krachtiger naarmate je ze meer verdunt. Daarvoor beroept hij zich op een door hemzelf uitgevonden principe, namelijk het potentiëren. Dat houdt in dat je tussen elke verdunningsstap het middel krachtig moet schudden.’ De verdunningen zijn dikwijls zo extreem dat er scheikundig geen actieve stof meer in de oplossing aanwezig is. ‘Homeopathische verdunningen worden aangeduid als decimale (D) en centesimale (C) verdunningen. Een verdunning van C6 komt bijvoorbeeld overeen met 1 druppel opgelost in 20 Olympische zwembaden’, legt Van Beurden uit. ‘De meeste homeopathische producten zijn overigens nog veel sterker verdund. Vanuit scheikundig oogpunt zit er niets meer in.’ Om ze toch nog te activeren, worden die verdunningen geschud door ze krachtig tegen een elastische ondergrond te slaan.
Naast het gelijksoortigheidsprincipe, het verdunnen en dynamiseren schuift de homeopathie individualisatie als vierde belangrijke pijler naar voren: je behandelt geen ziekte maar de zieke. En omdat ieder individu verschillend is, kan iedereen anders reageren op een homeopathisch product. De huidige homeopathische leer is nog altijd op die vier basisregels gebaseerd.
Eind negentiende eeuw was de populariteit van homeopathie tanende, door nieuwe wetenschappelijke inzichten, maar begin twintigste eeuw toonden de opkomende nazi’s veel sympathie voor de nagelaten werken van hun landgenoot Samuel Hahnemann. Rudolf Hess en Heinrich Himmler bleken zelfs vurige pleitbezorgers van de homeopathie, zo ontdekte Van Beurden in Duitse archieven. ‘In 1937 was Hess prominent aanwezig op een homeopathisch wereldcongres in Berlijn. De Duitse rijksartsenleider Gerard Wagner kreeg de opdracht een nieuwe Duitse geneeskunde te ontwikkelen, de “Neue Deutsche Heilkunde”, met homeopathie als een van de basisonderdelen.’
Onder leiding van Wagner werd gezocht naar het bewijs dat homeopathie een werkzame behandeling is. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd zijn verslag nooit wereldkundig gemaakt. Pas in 1995 werd een verslag van een van Wagners prominente medewerkers, de arts Fritz Donner, door zijn nazaten postuum uitgebracht. Daarin meldt Donner dat de bewijsvoering voor de effectiviteit van homeopathie was uitgedraaid op een fiasco. Ook was er geen enkel ‘succes geboekt’ bij experimenten met homeopathische middelen in het concentratiekamp van Dachau. ‘Met rechts-extremisme heeft homeopathie vandaag niets meer te maken’, benadrukt Filip Van Beurden. ‘Eerder het tegendeel is waar.’
Big Pharma
Aanhangers van homeopathie trekken graag van leer tegen ‘Big Pharma’, de geneesmiddelenindustrie. ‘Wat ze meestal niet weten, is dat er ook een homeopathische industrie bestaat waar nog hogere winstmarges worden gemaakt. Volgens het jaarrapport van Echamp, de Europese Coalitie voor Homeopathische en Antroposofische Geneesmiddelen, draait die industrie een omzet van bijna 1,5 miljard euro per jaar’, zegt Van Beurden. De niet-bewezen werking van homeopathie lijkt alvast geen probleem voor die producenten. De meeste betrokken firma’s maken overigens ook kruiden- en plantengeneesmiddelen aan die op een totaal andere filosofie gebaseerd zijn.
‘Het Franse bedrijf Boiron, een van de toppers in de homeopathische en fytotherapeutische industrie, haalde in 2016 een omzet van 614 miljoen euro, zo schrijft het in zijn jaarverslag. Op bijna 4000 werknemers telt Boiron maar 19 onderzoekers en spendeert het bedrijf een luttele 0,5 procent aan research and development. Het leeuwendeel wordt geïnvesteerd in marketing.’
10 redenen waarom mensen in homeopathie blijven geloven p>
- Onwetendheid
- Placebo-effect: verwachten dat iets werkt, kan tot 40% uitmaken van het positieve effect.
- De meeste homeopaten zijn arts.
- Homeopathische producten mogen alleen in apotheken verkocht worden.
- Celebrity’s en royals, zoals Paul McCartney en prins Charles, zijn aanhangers.
- Ziekenfondsen voorzien in een terugbetaling voor homeopathische middelen.
- De wetenschap weet ook niet alles.
- Baat het niet, dan schaadt het niet.
- Het is een sympathiek alternatief voor ‘chemische rommel’.
- Getuigenissen van mensen die overtuigd zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier