Op donderdag 24 oktober opent in Kazerne Dossin de tentoonstelling Auschwitz.camp. Daarin krijgt de bezoeker een nieuwe visie op het iconische concentratiekamp van de nazi’s. Ja, het was dé racistische moordfabriek van de nazi’s, zeggen curatoren Christophe Busch en Hans Citroen in Knack. Maar ontegenzeggelijk ook een koloniaal en industrieel project. ‘De Duitse industrie was de echte motor achter het kamp.’
‘Nuttig tewerkgesteld’. Onder deze kop toont de SS-krant Das Schwarze Korps Joodse slavenarbeiders uit Mauthausen.
Bouw IG Farben door gevangenen van Auschwitz I.
Cover bedrijfsmagazine IG Farben met opschrift.
De Carbid-toren, die de Joodse Primo Levi de toren van Babel noemde, werd een tiental jaar geleden gesloopt.
De tekenkamer van de Zentral Bauleitung. Deze SS-afdeling was verantwoordelijk voor alle bouwwerken in Auschwitz, inclusief de gaskamers.
Deze kaart toont de omvang van de multinational IG Farben, met al zijn dochterbedrijven (datering 1930)
Gevangenen voeren bouwwerken uit in het concentratiekamp Auschwitz.
Grondplan Auschwitz 1941.
Kaart uit een propagandaboekje (jaren 30) toont de nood van Duitsland aan meer ‘lebensraum’.
Massatoerisme in Auschwitz.
Ontwerp van een kamppaal.
Roman ‘Volk ohne Raum’ van Hans Grimm (1926). Deze later gekende nationaal-socialistische slogan symboliseerde de koloniale wens.
SS’ers in het stadje Oswiecim, nabij het concentratiekamp.
Twee wegen, één doel. Schoolkaart rubber uit Kautschuk of BUNA.
Auschwitz in 1940 en in 1945 (volgend beeld): op vijf jaar tijd werd in het gebied een grote industriële ontwikkeling voltrokken.
Auschwitz in 1940 (vorig beeld) en in 1945: op vijf jaar tijd werd in het gebied een grote industriële ontwikkeling voltrokken.
Op zoek naar goud in Birkenau, 1940.
Inwoners van Auschwitz zoeken naar goud in de as van in Birkenau vergaste gedeporteerden. Die as werd door de nazi’s als fundering gebruikt en komt nog steeds boven wanneer een gebouw uit die tijd wordt afgebroken.