Hubert van Humbeeck merkt op dat de overgang naar een nieuwe wereld niet iedereen even goed bevalt.
Van de Chinese Muur tot die in Berlijn. Van de muur die keizer Hadrianus bouwde om zijn Britannia tegen invallen van de Picten te beschermen tot die tussen protestanten en katholieken in Noord-Ierland. Israël beschermt zich tegen mogelijke Palestijnse agressie niet alleen met een raketschild aan de kant van de Gazastrook, maar ook met een fysieke muur langs een deel van de Westelijke Jordaanoever. Donald Trump werd president van de Verenigde Staten met de belofte dat hij een muur zou bouwen op de grens van zijn land met Mexico.
Van de oudste tijd tot vandaag zochten en zoeken mensen achter muren bescherming tegen een boze buitenwereld. De muur in Berlijn was een uitzondering op de regel dat al die muren, normaal gesproken, werden opgetrokken met de bedoeling om een potentiële vijand buiten de deur te houden. De muur in Berlijn moest begin jaren 1960 verhinderen dat nog meer Oost-Duitsers uit de sovjetzone naar het westelijke – en tegelijk ook Westerse – deel van de stad zouden vertrekken. Dat was, legden de leiders van de Duitse Democratische Republiek (DDR) toen uit, voor hun land een kwestie van overleven.
Het lijkt soms alsof er weer een muur tussen Oost en West staat, opgetrokken uit frustratie en onbegrip.
De muur in Berlijn was overigens nog op een andere manier een uitzondering op een normale gang van zaken. Hij viel in 1989 – begin november precies dertig jaar geleden – niet door aanvallen van een vijandige militaire macht. Hij bezweek onder de druk van de bevolking zelf, die meer vrijheid en zeggenschap eiste. Op spandoeken stond de slagzin, die in het geheugen is blijven hangen: Wir sind das Volk.
In Berlijn viel het eerste dominosteentje dat in zijn val het hele communistische Europa en uiteindelijk de Sovjet-Unie zelf meesleurde. De Amerikaanse politicoloog en filosoof Francis Fukuyama zag daarin toen zelfs voorbarig het einde van de geschiedenis: de vrije markt en de liberale democratie hadden de strijd gewonnen. Alle voormalige Oost- en Centraal-Europese landen uit het voormalige Oostblok en de voormalige Sovjetrepublieken uit het Balticum zijn ondertussen lid van zowel de Europese Unie als de NAVO. Ze maken zo deel uit van de wereld die ze tot drie decennia geleden alleen vanop een afstand konden zien, met een gestolen blik over het IJzeren Gordijn.
Toch bevalt die overgang niet iedereen overal even goed. De nog jonge democratische instellingen staan in verschillende landen onder druk. Onder meer in Hongarije en in Polen zijn de vrijheid van meningsuiting en een onafhankelijke magistratuur niet meer gegarandeerd. In het voormalige Oost-Duitsland verleidt het extreemrechtse Alternative für Deutschland steeds meer kiezers. In West-Europa is de onvrede over die ontwikkelingen groot en in Moskou lacht Vladimir Poetin in zijn vuistje. Het lijkt soms alsof er weer een muur tussen Oost en West staat. Hij is dit keer niet opgetrokken uit betonblokken en prikkeldraad, maar uit frustratie en onbegrip.
Overigens leren landen zoals China en ook India ondertussen dat zo’n fysieke muur niet echt meer nodig is. Het volstaat tegenwoordig om het internet te controleren en de stekker uit sociale media te trekken om hele samenlevingen van de buitenwereld af te sluiten. Misschien tot ook die mensen weer roepen dat zij eigenlijk het volk zijn. Zoals in Berlijn in 1989.
Knack Historia
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier