De laatste zorgeloze verjaardag van Anne Frank: ‘Ze fladderde als een vlinder’

© Getty

Anne Frank zou dit jaar op 12 juni 95 jaar geworden zijn. Haar laatste verjaardag in vrijheid vierde ze als tiener in 1942, met aardbeientaart, een thuisbioscoop en al haar vrienden en familie.

12 juni 1942. De dertienjarige Anne was die dag zo enthousiast dat ze al om zes uur ‘s ochtends wakker geworden was, vertelde ze haar beste vriendin Hannah op weg naar de Joodse school. ‘Iedereen vindt het leuk om jarig te zijn, maar Anne was een van die mensen die echt van hun verjaardag houden’, vertelde Hannah Pick-Goslar.

Anne had die ochtend onderweg naar school al haar cadeautjes in geuren en ­kleuren beschreven. Nieuwe schoenen, boeken en een geruit notitieboekje met een metalen gesp. Ze vertelde haar vriendin dat het notitieboekje haar dagboek zou ­worden, daar had ze altijd al van gedroomd. Kitty noemde ze haar dagboek. ­Het zou uitgroeien tot een van de ontroerendste getuigenissen van de Holocaust.

Anne Frank werd op 12 juni 1929 ge­boren in Frankfurt am Main. Haar familie emigreerde in 1933-34 naar Amsterdam. Om aan de toenemende Jodenvervolging te ontsnappen dook de familie Frank op 6 juli 1942 onder in het achterhuis van de Prinsengracht 263. Twee jaar later, op 4 augustus 1944, werd de familie ontdekt, gearresteerd en gedeporteerd. Anne en haar zus Margot belandden in het concentratiekamp Bergen-Belsen, waar ze in februari 1945 stierven. Vader Otto Frank overleefde als enige familielid de Holocaust. In 1947 bracht hij Annes dagboek uit. Het werd vertaald in meer dan 70 talen.

Annes beste vriendin Hannah, ook ­‘Hanneli’ genoemd, overleefde de genocide wel. In 1947 reisde ze naar Palestina. Ze werd kinderverpleegster, trouwde met de Israëlische inlichtingenofficier Pinchas Walter Pick en kreeg drie kinderen, elf kleinkinderen en 31 achterkleinkinderen.

Anne Frank (links) en haar zus Margot in 1938. Ze stierven allebei in Bergen-Belsen. © BELGAIMAGE

In Mijn vriendin Anne Frank, dat in 2023 na haar dood werd uitgebracht, ­beschrijft Hannah Pick-Goslar hoe de twee Joodse meisjes elkaar in Amsterdam ­leerden kennen. En hoe ze ondanks de toenemende vervolging op veel momenten zorgeloos van hun kindertijd en jeugd ­konden genieten.

De winkel op de hoek

Toen Adolf Hitler in 1933 aan de macht kwam, vluchtten veel Duitse Joden naar Nederland. Onder hen de families van zakenman Otto Frank en SPD-ministerraadslid Hans Goslar. Beide families verhuisden naar het Merwedeplein in Amsterdam. Bij de winkel op de hoek ontmoetten Anne en Hannah samen met hun moeders elkaar voor het eerst. Op de Montessori-kleuterschool werden de twee meisjes vriendinnen. Ze speelden verstoppertje en tafeltennis, reden met steps en bespoten voorbijgangers met water. ‘We voelden ons onoverwinnelijk. We voelden ons vrij. We dachten dat onze gezellige, geheime en verborgen wereld eeuwig zou blijven draaien’, schreef Pick-Goslar.

Toen ze ouder werden, gingen de vriendinnen naar de cinema en het strand, en speelden ze Monopoly. Ze verzamelden ruilkaarten van de Europese koninklijke families en spraken met andere tieners af bij de ijsjeskraam Oase, of bij Delphi.

Hannahs moeder zei ooit: ‘God weet alles, maar Anne weet het beter.’

Hoewel Anne zes maanden jonger was dan Hannah, liep ze volgens haar vriendin wel voor op het vlak van jongens: ‘Als er buiten een groepje jongens zat, wist Anne altijd met ze te flirten,’ schreef Hannah, ‘mijn levendige, slimme Anne’. Een meisje dat ervan droomde om een beroemde actrice, journaliste of schrijfster te worden. Ze was energiek, creatief en zelfverzekerd, maar soms ook een beetje rusteloos en een wijsneus. Hannahs moeder zei ooit: ‘God weet alles, maar Anne weet het beter.’

Walter Pauli analyseert: waarom het wel kan dat Anne Frank werd verklikt door een Jood

Aardbeientaart met slagroom

Volgens Hannah was Anne écht gelukkig als ze feestvierde en in het middelpunt van de belangstelling stond. Haar dertiende verjaardag was haar laatste verjaardag die ze in vrijheid kon vieren. Hannah beschrijft het feest bij de familie Frank:

‘Die zondag, de dag van het feest, was het ongewoon warm. Toen ik aankwam, zag ik dat de woonkamer van de Franks was omgetoverd in een bioscoop. Er stond een projector achteraan in de hoek en er was een rij stoelen, net als in een echte bioscoopzaal.

‘Ik keek naar Anne en bewonderde hoe zelfverzekerd en zorgeloos ze eruitzag. Haar gezicht straalde, en ze fladderde als een vlinder tussen de gasten heen. Haar haar zat erg goed. Ze stak er elke avond veel tijd in door het te borstelen en ze probeerde er (zonder veel succes) golven in te krijgen met krulspelden.

Margot schonk limonade uit een grote kruik, en we verlangden allemaal naar een stuk aardbeientaart met slagroom van mevrouw Frank, een van mijn lievelingstaarten.’

Anne Frank. Het laatste gesprek met haar klasvriendin Hannah Goslar voerde ze door een omheining van stro en prikkeldraad. © AFP

Rin Tin Tin

De hele klas was uitgenodigd, ook oude vrienden van Anne en vriendinnen van haar grote zus Margot waren er. En een zestienjarige jongen met de naam ‘Hello’ die Anne ‘leuk vond en met wie ze de laatste tijd vaker afsprak’, vertelde Pick-Goslar. Die middag stond bij Hannah zo goed in het geheugen gegrift omdat de kinderen samen naar een film hebben gekeken.

Sinds januari 1941 was het in Nederland verboden voor Joden om naar de film te gaan. Ondanks de discriminatiemaatregelen had Otto Frank een projector kunnen lenen. Ze keken naar Rin Tin Tin, een Amerikaanse avonturenfilm met een Duitse herder die in Hollywood bekendstond als ‘de harige filmster’.

‘Het was fantastisch om buiten school samen te zijn, te kletsen, limonade te drinken, met elkaar te lachen en allemaal samen naar een film te kijken. We maakten dat zelden mee’, schrijft Pick-Goslar. ‘Dat werd het laatste feestje waarop we allemaal samen waren.’

Toen Hannah drie weken later haar vriendin wilde ophalen om samen te spelen, was Anne weg. De onderhuurder van de Franks zei dat het gezin naar Zwitserland was verhuisd, maar de bedden waren niet opgemaakt. De ontbijttafel was nog gedekt, Annes geliefde kat Moortje trippelde door de verlaten kamer. Wat Hannah niet kon weten: de familie was op 6 juli 1942 ondergedoken in het achterhuis aan de Prinsengracht om aan de dreigende arrestatie en deportatie te ontsnappen.

De schriftjes waarin Anne Frank haar oorlogsdagboek schreef in het ­achterhuis aan de Prinsengracht in Amsterdam. © AFP

Op 20 juni 1943 om 10 uur ’s ochtends haalde een Duitse soldaat de Goslars op. De familie kreeg twintig minuten om in te pakken. Ze werd gedeporteerd naar het Nederlandse doorgangskamp Westerbork. Een goed jaar later, op 4 augustus 1944, werd de familie Frank ontdekt in het achterhuis. De vriendinnen zagen elkaar nog maar één keer terug, in het overvolle concentratiekamp Bergen-Belsen. Hannah was vanuit Westerbork daarheen gedeporteerd, Anne vanuit Auschwitz.

Stro en prikkeldraad

Ze zaten in verschillende sectoren. De Goslars hadden een visum voor Paraguay en waren als ruil-Joden opgesloten in het concentratiekamp van Bergen-Belsen. Hannah kon stiekem afspreken met Anne, elk aan een kant van een hek. Ze konden elkaar niet zien.

‘We snikten allebei’, schrijft Pick-Goslar. ‘Twee meisjes die overstuur waren onder een dreigende nachtelijke hemel, gescheiden door een barrière van stro en prikkeldraad.’ Anne dacht dat haar ouders waren vergast in Auschwitz en vertelde dat Margot vlektyfus had. Ondanks de kou droeg ze niet meer dan lompen, ze rilde en had erge honger.

‘Ze zat in een deken gewikkeld. Ze kon haar eigen kleren niet meer aantrekken omdat ze vol luizen zaten.’

‘Ze was toen al een skelet’, herinnert klasvriendin Nanette Blitz zich. Ze zag ­Anne rond de jaarwisseling 1944-45 in ­Bergen-Belsen. ‘Ze zat in een deken gewikkeld. Ze kon haar eigen kleren niet meer aantrekken omdat ze vol luizen zaten.’

Na het gesprek met Anne aan het hek verzamelde Hannah een paar gedroogde vruchten, stukjes gebak en beschuit. Ze gooide het pakketje over de omheining, maar een andere vrouw griste het weg voor Annes neus. Pick-Goslar: ‘Ze huilde zo luid, ze stikte zelfs bijna in haar huilbui.’

Laatste afspraak

Ondanks het gebrek aan voedsel slaagde Hannah er opnieuw in eten voor Anne te verzamelen. Ze stak het in een kniekous, en die nacht kon haar vriendin aan de andere kant het pakketje wel bemachtigen. Dat was de laatste keer dat ze konden afspreken. Anne Frank en haar zus Margot stierven vermoedelijk al in februari 1945.

Hannah Goslar leed aan tyfus. Ze werd samen met haar zus Gabi en 2500 andere gevangenen in de nacht van 11 april 1945 in veewagons geladen. Dertien dagen lang kwijnden ze weg in het ‘verloren transport’, de laatste van de drie treinen waarmee de SS uitgehongerde, zieke, stervende gevangenen kort voor het einde van de oorlog uit Bergen-Belsen weghaalde.

Op 23 april 1945 stopte de trein in de buurt van Tröbitz, een gemeente in de Duitse deelstaat Brandenburg. Russische soldaten haastten zich naar de wagons. Een van hen zei volgens Pick-Goslar in het Jiddisch: ‘Mensen, jullie zijn vrij!’

Hannah en Gabi zijn de enigen van hun gezin die de Holocaust overleefden. Ze zijn twee van de ongeveer 30.000 Nederlandse Joden die het konden navertellen. 110.000 van de Joden uit Nederland werden vermoord of stierven door honger, ziekte, foltering of uitputting. Onder hen ook Anne en Margot Frank.

Hannah Pick-Goslar, Mijn vriendin Anne Frank, Bruna Uitgevers, 352 blz., 22,99 euro.

Vertaald door Fleur Valette en Chloé Cottyn

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content