De (s)preekstoel van Knack.be
‘Geloven is geen evidentie meer: je kan dat betreuren, maar je kan er ook de positieve kant van zien’
‘Is de kerk in West Europa definitief op haar retour en luidt dat het einde van het christendom in?’ vraagt Don Zeeman van de EAV zich af.
Is de kerk in West Europa definitief op haar retour en luidt dat het einde van het christendom in? Het eerste deel van de vraag lijkt overbodig voor wie het bezoekersaantal in de meeste kerken steeds verder ziet dalen; het antwoord op het tweede is eerder een kwestie van speculatie. Prof. Dr. Linda Woodhead, verbonden aan de universiteit van het Engelse Lancaster, stelt in haar onderzoek vast dat de meerderheid van de bevolking van haar land aangeeft tot geen enkele godsdienst te behoren. Ze vreest dat de negatieve trend niet te stuiten is en veronderstelt dat het christendom op termijn een randverschijnsel wordt.
Evert van de Poll, hoogleraar godsdienstwetenschappen en missiologie aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven is optimistischer. Er is in feite niets nieuws onder de zon: overtuigde gelovigen hebben altijd al een minderheid gevormd, en misschien zijn er nu meer christenen dan op enig ander moment in de geschiedenis.
‘Geloven is geen evidentie meer: je kan dat betreuren, maar je kan er ook de positieve kant van zien’
Woodhead, als godsdienstsociologe een autoriteit in haar vakgebied, volgt de ontwikkelingen op religieus gebied van dichtbij, zowel binnen als buiten Europa. Dertig jaar geleden beschouwde hooguit een derde van de bevolking zich als ‘niet godsdienstig’; in een recent onderzoek blijkt een nipte meerderheid van de Britse inwoners ‘geen geloof’ als optie aan te kruisen. De grootste achteruitgang is te zien bij de Anglicaanse Kerk, maar de meeste andere varianten van het christendom vertonen dezelfde tendens.
Het Verenigd Koninkrijk is nu een van de 10 landen ter wereld waar een meerderheid van de mensen er openlijk voor uitkomt ‘niet gelovig’ te zijn. Daarmee schaart het land zich in het rijtje van bijvoorbeeld China en Nieuw-Zeeland. Dat de trend van ontkerkelijking zich zal blijven voortzetten, concludeert ze uit de vaststelling dat 95 procent van de jongeren die in een ‘niet-gelovig’ gezin opgroeien, er zelf ook voor kiezen om niet gelovig te zijn. Wie het geloof wel met de paplepel ingegoten krijgt, volgt lang niet altijd de overtuiging van de ouders. Combineer de feiten en het resultaat is voorspelbaar …
Wat hebben de kerken eigenlijk verkeerd gedaan dat ze zoveel leden verliezen?
Woodhead: “De mensen verwijten de kerk verschillende dingen: de geestelijkheid heeft te veel macht gekregen – of genomen. Traditioneel verkondigden de leiders dat ze de waarheid in pacht hadden en werden de gelovigen verondersteld te doen wat de kerkleiders zeiden. Kerken waren niet democratisch en van een echte participatie was er zelden sprake. Veel ‘gewone gelovigen’ voelden zich niet echt deel van hun geloofsgemeenschap. Voeg daarbij de gevallen van misbruik in de kerk en je hebt enkele verklaringen voor het teruglopen van het kerkbezoek”.
De trend stelt zich de laatste decennia steeds scherper. Zijn de mensen dan zo veranderd?
“Ik denk niet dat de bevolking zo sterk veranderd is, maar de mensen voelen zich nu vrijer om hun eigen keuzes te maken. Ze aanvaarden steeds minder een autoriteit boven zich, of het nu gaat om seculiere of religieuze zaken. Verder denk ik dat de mensen nooit heel religieus waren. Vroeger was het vooral een sociale verplichting om naar de kerk te gaan. Hadden de mensen vroeger dezelfde keuzemogelijkheid als nu gehad, dan waren ze waarschijnlijk toen ook niet gegaan. Mensen zijn dus niet noodzakelijk minder religieus, maar ze hebben meer vrijheid. Religieus zijn vinden ze iets voor specialisten: ze associëren het met frequent kerkbezoek en veel bidden. De meeste mensen zijn zo niet. Vroeger had men gezegd: ik ben christen, maar ik ben niet heel religieus. Nu zeggen ze: ‘ik ben geen christen en ik ben niet religieus”.
De mythe van een christelijk Europa
Waar het gaat om de mate van ‘godsdienstigheid’ van de bevolking, wordt Linda Woodhead bijgetreden door prof. Dr. Van de Poll. Als missioloog bestudeert hij de tendensen op godsdienstig vlak en stelt hij een grote afwijzing van het christelijk geloof vast. Maar ook hij is er van overtuigd dat het vroeger nauwelijks anders was: “Het is een mythe dat Europa ooit christelijk was. Europa is wel gechristianiseerd, dat wil zeggen dat er een kerk gevestigd is. Daar werd je in geboren en iedereen was daar lid van. Daarmee waren de mensen nog geen christen in de zin van een persoonlijke overtuiging. Het was gewoon de jas die iedereen aan had. Ik noem Europa nu ‘post-gechristianiseerd’. Dat houdt in dat er steeds minder mensen naar de kerk gaan, maar misschien zijn er nu wel meer christenen dan op enig ander moment in de geschiedenis”.
In een recent onderzoek komt Sarah Wilkins-Laflamme – die doctoreerde aan de Universiteit van Oxford tot een gelijkaardige conclusie. Uiteraard stelt ze ook vast dat de mensen die ‘geen religie’ aanhangen een steeds grotere groep vormen, maar die groei komt vooral door degenen die toch al weinig of niet betrokken waren bij een kerk. In 1983 was er de volgende driedeling te zien: 30 procent had ‘geen godsdienst’, 50 procent beschouwde zich als ‘godsdienstig’, maar vaak alleen ‘in naam’, terwijl zo’n 20 procent zich als actief gelovig beschouwde. 30 jaar later is die verhouding als volgt: 50 procent ‘niet godsdienstig’, 30 procent ‘in naam gelovig’ en een kleine 20 procent nog altijd ‘actief gelovig’. Het cijfer ligt weliswaar wat hoger voor mensen die voor 1960 geboren zijn (en dus lager voor wie na die datum het levenslicht zag), maar de totale groep blijft redelijk stabiel. Wanneer je rekening houdt met de toename van de bevolking, dan is er een groei in absolute cijfers.
Dat het totaal aantal christenen in het Verenigd Koninkrijk stabiel blijft – en waarschijnlijk zelfs licht stijgt – is voor een deel te danken aan de immigratie. Meer en meer mensen uit ‘geloviger werelddelen’ komen naar het Westen. Een tendens die ook Woodhead niet ontgaan is: zij ziet dat voor inwijkelingen uit Oost Europa (bijvoorbeeld Polen) er voor zorgen dat het christendom niet (sneller) verdwijnt. Toch valt de trend van de toenemende ontkerkelijking van de Europese bevolking niet te ontkennen.
Betekent een voortschrijdende secularisatie het einde van de spiritualiteit? Linda Woodhead merkt dat de mensen die zich ‘niet godsdienstig’ beschouwen, zichzelf daarom nog niet automatisch als ‘seculier’ zien. Het is een van de paradoxen van deze tijd. Terwijl mensen de kerk de rug toekeren, blijven ze op zoek naar iets dat hoger is dan henzelf. Uiteindelijk blijven mensen altijd op zoek naar de zin van het leven, maar ook van het lijden. “De traditionele kerken bieden vaak weinig antwoorden, dus gaat men op zoek naar spirituele alternatieven als yoga, reiki en mindfullness”.
Een uniek werelddeel
Ontkerkelijking is een typisch verschijnsel van de Westerse wereld, en ook dat is een paradox. Van de Poll: “De secularisatie heeft plaatsgevonden in het meest gechristianiseerde werelddeel. Dat is frappant. Dat je een samenleving inricht zonder God of godsdienst, is een Europese uitvinding. Vergelijk je Europa met andere werelddelen, dan valt het op hoe religieus het elders is”. Wie de rol van de godsdiensten in onze samenleving sterk ziet teruglopen, moet zich ook realiseren dat het christendom wereldwijd gezien nog altijd de grootste godsdienst is, en dat de kerken buiten Europa doorgaans nog veel (nieuwe) mensen aantrekken. Stellen dat het christendom uit de wereld verdwijnt, is de waarheid geweld aandoen.
Vindt u de secularisatie positief of negatief?
Van de Poll: “Het is nu eenmaal zo. Je hebt in onze samenleving te maken met veel mensen voor wie God niet relevant meer is. Men verstaat ook niet waarom het evangelie zo belangrijk is. Als iemand geen religieus wereldbeeld heeft, komt de Bijbelse boodschap niet aan. Wie het evangelie wil verkondigen, moet zich afvragen hoe je het verhaal kunt overbrengen aan iemand die daar geen behoefte aan heeft …”
Hoewel Linda Woodhead weinig perspectief ziet voor het christendom in de Westerse wereld, betreurt ze de achteruitgang: “Zelf ben ik als christen opgevoed en daar ben ik dankbaar voor. Ik vind het jammer dat de kerken het contact met de gelovigen kwijtgeraakt zijn. Uiteindelijk gaat het om een rijk erfgoed en maakt het christendom deel uit van onze cultuur. Een van de problemen is dat veel mensen er geen idee van hebben wat het christelijk geloof inhoudt en beseffen ze er de relevantie ervan niet. Het leven lijkt vaak vrij zinloos, dus moet je er zin aan geven. Godsdiensten kunnen daar bij helpen: ze hebben veel wijze tradities”.
Terugkeer naar de essentie van het christendom
Geloven is vandaag de dag geen evidentie meer. Je kan dat betreuren, maar je kan er ook de positieve kant van zien. Het brengt het christendom terug tot een van de essenties: de overtuiging dat er een persoonlijke God bestaat die bij de wereld betrokken is. Een God die zich laat kennen door Zijn Zoon Jezus Christus. Wat je met dat verhaal doet en welke rol de kerk daarin speelt, is een persoonlijke keuze. Woodhead: “De kerk is niet langer de autoriteit en het is ook niet langer de geestelijkheid die bepaalt wat er gelooft en gedaan moet worden. De kerkelijke leiders zijn niet meer de exclusieve bewakers van moraliteit en waarheid. We zijn te afhankelijk geweest van het Westerse model van wat werkelijke godsdienst is. Dat model is aan het verdwijnen”.
Wat blijft, is de vrijheid om te kiezen, en dat is een kostbaar goed. Geloof het of niet …
De (s)preekstoel van Knack.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier