Dirk Rochtus

‘Geldpotten voor defensie? Bij veel Duitsers leeft de angst dat Europa op een wereldbrand afstevent’

Dirk Rochtus Doceert Internationale Politiek en Duitse Geschiedenis aan KU Leuven/Campus Antwerpen.

Dirk Rochtus staat stil bij de discussies in het Duitse parlement over de geplande extra investeringen voor Defensie.

Kanselier in spe Friedrich Merz (CDU) probeerde tijdens de bijzondere zitting van de Bondsdag afgelopen donderdag het pad te effenen voor een grondwetswijziging die de ‘Schuldenbremse’ (schuldenrem) losser moet maken. De christendemocraat had de sociaaldemocraten van de SPD al mee – tenslotte onderhandelt hij met hen over de vorming van een nieuwe regering –, maar de ‘Grünen’ nog niet.

CDU/CSU en SPD willen defensie-uitgaven ten belope van meer dan één procent van het 4122 miljard sterke bbp onttrekken aan de schuldenrem. In de huidige regeling mag de federale overheid niet meer dan 0,35% van het bbp aan nieuwe schulden maken.

.

Merz zou zich naar eigen zeggen bewust geworden zijn van de noodzaak aan een hogere militaire weerbaarheid van Duitsland na de ruzie tussen de presidenten Trump en Zelensky in het Witte Huis twee weken geleden.

De kritiek op hem is er niet minder mals om. Met dit voornemen breekt Merz immers met zijn verkiezingsbelofte om niet aan de schuldenrem te raken. De liberaal Christian Lindner (FDP) wees er tijdens het plenaire debat op dat hij zich als gewezen minister van Financiën onder aftredend kanselier Olaf Scholz (SPD) drie jaar lang verzet had tegen het slachten van die heilige koe van het Duitse begrotingsbeleid, terwijl Merz al drie weken na zijn verkiezingsoverwinning gezwicht is voor de sociaaldemocraten.

Die laatsten koppelen aan de hogere defensie-uitgaven ook een ‘Sondervermögen’, een ‘bijzonder vermogen’ van wel 500 miljard euro buiten de begroting, voor investeringen in de infrastructuur van het land. Beide geldpotten, die voor defensie en die voor investeringen, vormen voor hen een totaalpakket dat te nemen of te laten is.

In feite treedt de Bondsdag in zijn nieuwe samenstelling pas op 25 maart aan. De radicale partijen van links en rechts, respectievelijk Die Linke en AfD, hebben daarin samen een blokkeringsminderheid.

Er was onder grondwetspecialisten heel wat discussie over de vraag of de ‘oude Bondsdag’ nog wel de bevoegdheid heeft om beslissingen te nemen die het werk van een toekomstige regering (van CDU/CSU en SPD) zullen schragen. Over mogelijke bezwaren hebben Friedrich Merz en Lars Klingbeil, partij- en fractievoorzitter van de SPD, zich heen gezet

Ze probeerden donderdag de Groenen, die nog dwars lagen,  over te halen met de toezegging van 50 miljard uit dat ‘Sondervermögen’ voor klimaatmaatregelen. In de loop van vrijdag hebben ze hen ten slotte kunnen paaien met de toezegging van zelfs 100 miljard uit dat ‘Sondervermögen’ voor een klimaatfonds. 

Voor de uitschakeling van de schuldenrem ten bate van defensie waren de Groenen sowieso te vinden. In de uittredende regering hebben ze zich ontpopt als vurige ‘verdedigers’ van de Oekraïense zaak.

Komende dinsdag, in de laatste bijzondere zitting van de ‘oude’ Bondsdag, zal Merz met de vereiste twee derde meerderheid het financiële pakket voor ‘defensie en infrastructuur’ goedgekeurd krijgen. Het moet dan nog wel passeren langs de Bondsraad, de deelstatenkamer.

Dat de SPD omwille van dat op investeringen gerichte ‘Sondervermögen’ akkoord gaat met hogere defensie-uitgaven, valt niet in goede aarde bij linkse stromingen die op diplomatie in plaats van herbewapening zetten. ‘Oorlogskredieten zoals in 1914!’ Het was Jessica Tatti van het links-conservatieve Bündnis Sahra Wagenknecht (BSW) die de sociaaldemocraten deze historische vergelijking voor de voeten wierp.

Door op 4 augustus 1914 de ‘Kriegskredite’, de oorlogskredieten, mee goed te keuren verschafte de toenmalige SPD het Duitse keizerrijk de mogelijkheid om de wapens op te nemen tegen Rusland. De SPD verdedigde haar bocht toen door het spookbeeld van het ‘despotische tsarenrijk’ op te roepen, het equivalent van het huidige ‘Russische gevaar’.

Binnen de SPD-fractie in de Reichstag waren er aanvankelijk maar drie kritische stemmen. Onder hen die van Paul Lensch, die als gewezen hoofdredacteur van de Leipziger Volkszeitung ooit nog de Vlaming Hendrik De Man als freelance redacteur had aangesteld.

De uitroep van de BSW-politica bewijst dat niet ‘1938’, met de appeasement-politiek van de Britse premier Neville Chamberlain, de discussie in Duitsland over de Russisch-Oekraïense oorlog beheerst, maar wel ‘1914’, het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.

Bij veel Duitsers leeft de angst dat Europa net zoals toen op een wereldbrand afstevent. Betogingen tegen herbewapening en oorlogsgevaar komen weer op gang; Duitse musici hebben het pacifistische lied Nein, meine Söhne geb’ ich nicht” van Reinhard Mey weer in een nieuw kleedje gestoken.

Dirk Rochtus doceert Duitse geschiedenis en internationale politiek aan KU Leuven/Campus Antwerpen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content